Ruim honderd doden bij aanval op Malinese dorpen

Bij aanvallen van gewapende strijders op dorpen in Mali zijn zaterdag ruim honderd doden gevallen. Schattingen over het precieze aantal slachtoffers lopen uiteen: een hoge functionaris heeft het tegen persbureau Reuters over 134 doden, andere bronnen zeggen dat er 115 mensen zijn omgekomen. Gevreesd wordt dat het dodental nog oploopt.

De aanvallen lijken hoe dan ook tot de dodelijkste van de afgelopen tijd te behoren. Mali heeft in toenemende mate te maken met etnisch en jihadistisch gemotiveerd geweld. Vorig jaar kwamen daarbij al honderden burgers om.

Volgens getuigen zouden gewapende mannen zaterdag rond 16.00 uur (plaatselijke tijd) de dorpen Ogossagou en Welingara, in het midden van Mali, hebben omsingeld. Daarna gingen ze tot de aanval over. “Ogossagou is volledig verwoest”, aldus burgemeester Moulaye Guindo van het vlakbij gelegen dorp Bankass tegen Reuters. Onder de doden zouden ook zwangere vrouwen, kinderen en ouderen zijn.

De achtergrond van het geweld is vooralsnog onduidelijk. De slachtoffers zouden bij de Fulani horen, een islamitisch nomadenvolk. Mogelijk, zeggen bronnen tegen de persbureaus Reuters en AP, passen de aanvallen in een geweldreeks die is ontstaan door de komst van jihadistische groeperingen naar Mali. De aan Al-Qaeda en IS gelieerde terreurbewegingen zetten stammen tegen elkaar op, wat geregeld tot geweld leidt.