Direct naar artikelinhoud
NieuwsVermogen rijke Nederlanders

Allerrijksten worden rijker, ook in Nederland, en de zorgen daarover groeien

Het vermogen van de allerrijksten van Nederland is in 2017 verder gegroeid. De rijkste 1 procent van de huishoudens kreeg er ruim 13 miljard euro bij en bezit nu gemiddeld 4,3 miljoen euro aan privaat vermogen: aandelen, bank- en spaarrekeningen, huizen en andere bezittingen. Dat is bijna anderhalve ton meer dan een jaar eerder. 

Verstrikte Vogel van Constant Nieuwenhuys tijdens de preview van de kunstbeurs TEFAF in het MECC, 2017.Beeld ANP

Dat blijkt uit cijfers die de Volkskrant heeft opgevraagd bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de vermogens van de top 1 procent en 0,1 procent. Die rijkste 0,1 procent van Nederland – 7.700 huishoudens – kreeg er 7,3 miljard euro bij en bezat in 2017 gemiddeld 17,6 miljoen euro. Een jaar eerder was dat 16,9 miljoen. Omdat de vermogens van veel Nederlanders fors zijn gestegen dankzij de gestegen huizenprijzen, is de vermogensongelijkheid wel afgenomen, bleek een maand geleden al.

De inkomensverdeling in Nederland ligt al jaren iets onder het internationale gemiddelde, maar de private vermogens zijn zeer scheef verdeeld. In 2017 bezat de top 1 procent 332 miljard euro. Dat is 26,3 procent van de in totaal bijna 1.260 miljard euro aan vermogen. Een jaar eerder was dat nog iets meer (27,3 procent). De rijkste 7.700 huishoudens bezaten 136 miljard euro, bijna 11 procent van al het vermogen. Ook dat is iets minder dan een jaar eerder.

Voor ‘gewone’ huishoudens is het huis veruit het belangrijkste onderdeel van het vermogen. Daardoor tikt een stijging van de huizenprijzen relatief zwaarder aan. De allerrijksten profiteerden ook, maar voor hen is het effect van de eigen woning minder sterk, omdat ze ook veel ander vermogen hebben. Vooral de waarde van het belang in het eigen bedrijf groeide in 2017 sterk, met dank aan de florerende economie.

Hogere belastingen

De bezittingen en inkomsten van de allerrijksten – en de belasting daarop – staan toenemend in de belangstelling. Vooral in de VS – ‘tax the rich’ – is het een belangrijk thema, maar ook in Nederland komt het op de agenda. Dit is onder meer doordat huishoudens en werknemers er in de afgelopen jaren ondanks de bloeiende economie niet of niet veel op vooruit zijn gegaan.

 CDA-minister Wopke Hoekstra van Financiën zei onlangs in een toespraak tot ondernemers dat de ‘koek deels anders verdeeld moet worden’. D66-leider Rob Jetten stelde twee weken geleden een miljonairstaks voor. En deze week bleek uit onderzoek van de Oeso dat de meerderheid van de bevolking in de welvarende landen wil dat hun overheid de rijken meer belast om met dat geld de armen te ondersteunen. In Nederland is 65 procent daar voor.

Wie zijn de rijken?

Begin 2016 telde Nederland 112 duizend miljonairshuishoudens, het hoogste aantal sinds 2006, aldus de meest recente telling van het CBS. Die miljonairs zijn gemiddeld ouder dan niet-miljonairs, becijferde het CBS. Ongeveer eenderde van de miljonairs is met pensioen, minder dan 5 procent is jonger dan veertig jaar.

Miljonairs zijn verder vaak hoogopgeleid, aldus het CBS, dat de telling verrichtte op verzoek van Van Lanschot. Bij een peiling van die bank onder de vermogende klanten bleek in 2015 dat miljonairs ook niet vrij zijn van zorgen. Zo dacht slechts een kwart dat hun kinderen het beter zullen krijgen dan zijzelf. Verder was tweederde niet gerust op de kwaliteit van de zorg. Ze wilden de regie in eigen hand nemen door zorg op maat te regelen, via ‘zorgvilla’s’ of persoonlijke verpleging.

Naast deze ‘gewone’ miljonairs brengt Quote jaarlijks de superrijken in kaart, het topje van de rijkste 0,1 procent. Rijkste Nederlander in de jongste Quote 500 is Charlene de Carvalho-Heineken (64), met een geschat vermogen van 12,8 miljard euro. Ze wordt gevolgd door Randstad-oprichter Frits Goldschmeding (4,8 miljard euro), luxaflex-koning Ralph Sonnenberg (2,8 miljard), mediamagnaat John de Mol (2,7 miljard) en chemiereus Hans Melchers (2,3 miljard), die er twee musea (Museum More en Kasteel Ruurlo) mee bouwde.

Volgens het zakenblad groeide het vermogen van de gezamenlijke Quote 500 met 12 procent. De ondergrens om in de rijkenlijst te komen steeg naar 80 miljoen euro, 9 miljoen meer dan een jaar eerder.

De Utrechtse hoogleraar Bas van Bavel noemt het opvallend dat uit de nieuwe CBS-cijfers blijkt dat het aandeel van de rijksten in het vermogen sinds de crisis niet wezenlijk is veranderd. ‘Dat zou betekenen dat de kredietcrisis de eerste crisis is waar de allerrijksten geen last van hadden. Normaal gesproken hebben crises een nivellerend effect, omdat het onroerend goed, de aandelen en bedrijven van de rijksten minder waard worden.’ Volgens Van Bavel, gespecialiseerd in vermogensverdeling, is de oorzaak helder: ‘De top is losgezongen van de Nederlandse economie. De allerrijksten kunnen overal ter wereld terecht om hun vermogen op peil te houden.’

Wie zijn de rijken?
Beeld De Volkskrant

Het aandeel van die allerrijksten in het totale vermogen in Nederland daalde in 2017 licht, maar daarvan is Van Bavel niet erg onder de indruk. ‘Er is steeds gezegd dat de vermogensverdeling minder scheef zou worden als de huizenprijzen weer gingen stijgen, maar deze daling is marginaal.’ De hoogleraar vindt het zorgelijk dat er zo veel vermogen verzameld is aan de top, terwijl de helft van de huishoudens in Nederland niet of nauwelijks vermogen heeft, of vooral schulden.

Erfbelasting

Volgens sommige deskundigen is die scheve vermogensverdeling niet zo’n groot probleem, omdat het verschil vooral komt door de eigen woning, en door verschillen tussen ouderen en jongeren, die nog vermogen moeten opbouwen. Bovendien zijn de sociale voorzieningen in Nederland goed. 

Maar volgens Van Bavel moet er naar de fiscale behandeling van de vermogens gekeken worden. De zogeheten ‘vermogensrendementsheffing’ is onlangs aangepast, waardoor grotere vermogens (op papier in elk geval) meer belasting betalen dan kleine. ‘Dat is een verbetering, maar nog steeds wordt inkomen uit arbeid in Nederland ruim vier keer zo zwaar belast als inkomen uit vermogens, waar gemiddeld slechts 8 tot 9 procent over wordt betaald. En in de praktijk betalen de grootste vermogens nog minder’, zegt de hoogleraar. ‘Daar moet naar gekeken worden. Niet voor mensen die een ton hebben gespaard, of een paar ton overwaarde op hun huis hebben. Maar wel voor de allerrijksten, met vele miljoenen of nog meer.’

Volgens Van Bavel moet er ook naar de erfbelasting gekeken worden. Die werd in 2010 verlaagd. Daardoor is volgens de hoogleraar de opbrengst van het successierecht de afgelopen jaren niet wezenlijk gegroeid, terwijl de vermogens wel sterk in omvang stegen. Critici wijzen erop dat rijkdom in Nederland vrijwel onaangetast kan worden doorgegeven aan de volgende generatie. Van Bavel: ‘Door de lage belasting op vermogens en erfenissen is er in Nederland een erfelijke klasse van zeer vermogenden aan het ontstaan. Zo’n erfelijke ongelijkheid is in strijd met het liberale beginsel van gelijke kansen.’

Pensioenvermogen telt niet mee

Bij de cijfers over de vermogensverdeling telt het CBS de meer dan 1.000 miljard euro aan pensioenvermogen van huishoudens niet mee. Dat is omdat het geen ‘vrij’ vermogen is; mensen kunnen nu niet bij hun pensioen om bijvoorbeeld de studie van hun kinderen te betalen, en ze kunnen het ook niet nalaten. Als de pensioenmiljarden wel meegeteld worden, is de vermogenskloof aanzienlijker kleiner. Maar ook inclusief de pensioenen is er in Nederland sprake van een ‘relatief grote ongelijkheid in vermogen’, aldus het CBS.

Nederland staat, na de VS, tweede in een Oeso-lijst van landen met de grootste vermogensongelijkheid. Volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen kan dit te maken hebben met de kwaliteit van de data. In Nederland worden gegevens van de fiscus gebruikt, in veel buitenlanden gaat het volgens Van Mulligen om een enquête waar mensen zelf hun vermogen moeten opgeven.

Anderen wijzen er weer op dat de vermogens van de allerrijkste Nederlanders bij het CBS kleiner zijn dan bij de Quote 500. Volgens Van Mulligen komt dat doordat het zakenblad andere bronnen gebruikt.

Pensioenvermogen telt niet mee

Meisjes krijgen minder zakgeld dan jongens – klopt dit wel?

‘Echt stom’, vond de presentatrice van EditieNL het nieuws dat meisjes minder zakgeld zouden krijgen dan jongens. Maarten Keulemans bekijkt de cijfers nog eens kritisch en concludeert: ‘Als er al een kloof is, is dat tussen arme en rijke kinderen.’