Direct naar artikelinhoud

Drentse zwerfkei wil naar huis, naar Scandinavië

Drentse zwerfkei wil naar huis, naar Scandinavië
Beeld Archieffoto ANP

Zwerfkeien heten ze, die grote stenen in het Drentse landschap. Ze kwamen zo’n 200.000 jaar geleden tijdens de ijstijd met gletsjers mee naar de Hondsrug, zo’n 1400 kilometer verderop.

Kunstenaar Bart Eysink Smeets vindt het hoogst merkwaardig dat de Drenten deze stenen als hun eigen erfgoed beschouwen. “In Drenthe doen de mensen erg emotioneel over die stenen. Sommigen hebben zelfs een naam. Ik dacht: als we dan toch emotioneel gaan doen, heeft zo’n steen dan geen heimwee?”

Hij besloot er één voor een kunstproject ‘naar huis’ te brengen. “Ik benaderde alle Drentse gemeenten met de vraag welke steen ik daarvoor mocht gebruiken. Maar de meeste weigerden, omdat ze de stenen te belangrijk vinden als cultureel erfgoed. Maar de gemeente Borger-Odoorn, dé stenengemeente van Nederland, heeft er zoveel dat ik er één mocht hebben. Mijn eerste keus bleek echter toch onmisbaar, de volgende, bij een rotonde, was van de provincie. Maar die gaf gelukkig toestemming.”

De Drenten dichten de steen een geheugen toe. Dan voel ik me vrij om voor de steen te beslissen dat hij terug wil
Bart Eysink Smeets, kunstenaar

De uitverkoren kei is een Ålandrapakivi van zo’n 2000 kilo, afkomstig van de Åland-eilanden tussen Finland en Zweden. Eysink Smeets zal de steen op een aanhanger achter zijn auto naar zijn moedergesteente terug brengen. Van de tocht wil hij en film maken. Daarvoor zoekt hij via crowdfunding sponsors.

Maar wat vindt de steen ervan? Eysink Smeets: “Dat vind ik ook zoiets. De Drenten zien in zo’n steen de stille getuige van wat er de afgelopen 100.000 jaar is gebeurd. Ze dichten de steen een geheugen toe. Dan voel ik me vrij om voor de steen te beslissen dat hij terug wil. Het doet me denken aan landen die hun kunstschatten opeisen uit westerse musea. Ik zorg ervoor dat Scandinavië een steen terugkrijgt.”

Lees ook: 

Hunebed Highway moet extra toeristen naar Drenthe lokken

Jawel, hunebedden verkopen zichzelf natuurlijk best. Maar een beetje extra marketing kan nooit kwaad. 

Op bedevaart langs de hunebedden

Hunebedden zijn meer dan stapels enorme stenen. Volgens Hendrik Gommer vertellen ze wie we zijn.