Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Algemeen

Kinderpardon zet meest kwetsbare kinderen in de kou

Kinderpardon Ondergedoken kinderen die vreesden voor uitzetting, verkeren nog altijd in onzekerheid. Onbegrijpelijk en onnodig bovendien, schrijven wetenschappers.

Een kinderjasje in Tunesië, april 2018
Een kinderjasje in Tunesië, april 2018 Nariman El-Mofty

Met de ‘Afsluitingsregeling’, het ‘verruimde kinderpardon’, is er voor honderden kinderen en hun ouders een einde gekomen aan jarenlange stress. Zij kunnen gaan werken aan herstel en een toekomstperspectief. De beslissing tot verruiming van het kinderpardon is in lijn met het VN-Kinderrechtenverdrag; er is voorrang gegeven aan het belang van de kinderen. Vanuit onze wetenschappelijke rol hebben wij een steentje aan het proces bijgedragen met een ‘schadenota’ die is onderschreven door de beroepsverenigingen van (ortho)pedagogen, onderwijskundigen, psychologen en jeugdartsen. Ook 38 hoogleraren die verstand hebben van de ontwikkeling van kinderen en de schade die chronische stress daaraan toebrengt, onderschreven deze nota.

Lees ook: ‘Uitzetten van gewortelde kinderen is onverantwoord’

De schadenota had als doel om een wetenschappelijk gefundeerde besluitvorming over het kinderpardon te bevorderen. Het vat de actuele stand in de wetenschap samen over de ernstige gevolgen voor de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling van deze kinderen als ze worden uitgezet. Kinderen die na jarenlang verblijf in Nederland met uitzetting bedreigd worden, zijn extreem kwetsbaar vanwege de voortdurende stress en een gebrek aan stabiliteit. De conclusie van de nota: het uitzetten van langdurig in Nederland verblijvende kinderen is onverantwoord. Ondanks de verruiming vallen een aantal kinderen buiten de boot. Het gaat om kinderen die, toen de uitzetting nabij was, zijn ondergedoken met hun gezin. Gezien de inmiddels door de overheid erkende gebreken aan de ‘Regeling langdurig verblijvende kinderen’ lijkt het ons onrechtvaardig om deze onderduikers nu af te rekenen op het gedrag van hun ouders. Wij maken ons ernstige zorgen over deze kinderen. In de wetenschappelijke onderzoeken die ten grondslag liggen aan de schadenota, speelt de invloed van tegenstribbelende ouders bij uitzetting geen rol. De schade die aantoonbaar wordt toegebracht aan de kinderen die na lang verblijf worden uitgezet, is te verwachten bij alle kinderen die lang in Nederland zijn en met uitzetting worden bedreigd. Sterker nog, verwacht mag worden dat juist de kinderen die in illegaliteit hebben geleefd aan nog meer stress zijn blootgesteld en dus een nog groter risico lopen op hersenschade.

Lees ook: Plotse meerderheid voor ruimer kinderpardon komt voor sommigen te laat

Natuurlijk moet ergens een grens getrokken worden. Met het omarmen van de schadenota als waardevolle informatie hadden wij gedacht dat er een oplossing zou komen voor alle gewortelde kinderen. Dat zou een oplossing zijn die recht doet aan de breed gedragen zorgen die in de nota zijn uiteengezet. Het is onbegrijpelijk dat dit momentum niet wordt aangegrepen om een regeling te treffen waarbij het belang van alle kinderen voorop wordt gezet, zoals het Kinderrechtenverdrag vereist.

De oplossing ligt in een kinderrechten- en daarmee belangentoets die wordt opgenomen in de Vreemdelingenwet. Vanuit de medische en gedragswetenschappen is hiervoor de noodzakelijke kennis in huis. Zij zouden deel uit moeten maken van de onafhankelijke commissie die deze kinderbelangen onderzoekt en advies uitbrengt aan de IND. Dat zou in lijn zijn met de richtlijnen voor het implementeren van belangen die kinderen hebben, zoals het VN-Kinderrechtencomité ook voorschrijft. Daarin staat dat een multidisciplinair team van deskundigen moet worden ingeschakeld om het belang van het kind bij beslissingen te onderzoeken. Elk kind heeft recht op een zorgvuldige, individuele belangenafweging vanuit een holistische visie op het kind en zijn omgeving. Pas als het kind echt meetelt tijdens de gehele migratieprocedure, kunnen ook redelijke en rechtvaardige grenzen getrokken worden.

Prof. dr. Erik ScherderCarla van OsElianne Zijlstra

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.