Direct naar artikelinhoud
Reportage

Op de tienerschool kun je nog even rijpen

De Spring High School in Amsterdam-west. Muziekles.Beeld Patrick Post

Hoewel de middenschool in Nederland nooit echt van de grond kwam, loopt er nu een pilot met tienerscholen voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. Maakt dit nieuwe concept een kans?

 Ze wilden eigenlijk een filmpje maken voor Engels. Maar toen viel er een potje ecoline op de vloer, stamelt een groepje jongens terwijl ze redderen met dweilen en sop. Het wordt een waterballet. Directrice Camyre de Adelhart Toorop lacht er smakelijk om en wenst de jongens succes met de schoonmaak. “Goed opruimen hoor. Jullie komen er wel uit hè?”

Haar reactie is kenmerkend voor de informele werkwijze op Spring High in Amsterdam Nieuw-West. De school voor 10 tot 14-jarigen opende drie jaar geleden haar deuren en telt inmiddels 125 kinderen. Een belangrijk doel is het vermijden van vroege selectie: door kinderen niet te vroeg in een hokje te stoppen, komen ze beter uit de verf, zo luidt de gedachte.

Voor Jacob (15), een lange donkerblonde jongen met witte capuchontrui, werkt het goed. “Op de basisschool had ik leerproblemen”, vertelt hij in een zonovergoten hal die uitkijkt op het schoolplein. “Ik was soms langzaam en moest hard werken.” De gedachte aan de stapels huiswerk van de middelbare school benauwden hem. Maar toen kwam er een tip van zijn basisschool: Spring High.

Op deze school geen vaste groepen, huiswerk of roosters. Zowel leraren uit het basis- als het voortgezet onderwijs geven er les. Op hun eigen tempo werken de kinderen aan opdrachten en projecten. De ouderen kunnen de jongeren helpen – of andersom. Pas op hun veertiende komt er een schooladvies en stromen de leerlingen door naar het derde jaar van vmbo, havo of vwo.

Niet over alles is Jacob enthousiast. Het kringgesprek waar de dag steevast mee begint, noemt hij ‘tijdverspilling’. “We weten toch wel wat we moeten doen.” Maar daarna mag iedereen zijn eigen gang gaan, en dat bevalt hem wel. Inmiddels doet Jacob vmbo-t. Daarna wil hij via de havo doorstromen naar de Hotelschool.

In het regeerakkoord is afgesproken dat het zogeheten ‘10-14-onderwijs’ meer ruimte krijgt

Pilot

In het regeerakkoord is afgesproken dat het zogeheten ‘10-14-onderwijs’ meer ruimte krijgt. Spring High is een van de twaalf tienerscholen die meedoen aan een landelijke pilot. De scholen zijn bijna altijd een nauwe samenwerking tussen een basisschool en een middelbare school. Soms vinden alle lessen plaats op de middelbare school, soms delen twee scholen een gebouw en soms is er een compleet nieuwe school gestart, zoals Spring High.

Tijdens de pilot wil minister Slob (onderwijs) de plussen en minnen in kaart brengen, met hulp van onderzoeksbureau Oberon. Het eindrapport verschijnt volgend jaar pas, maar onderzoeker Ton Klein is alvast overwegend positief. Een intensieve samenwerking tussen basis- en voortgezet onderwijs geeft winst, merkt hij. “Vooral de schakelmomenten van basisschool naar middelbare school en van vmbo naar mbo zijn kritische momenten waarbij uitval op de loer ligt. Deze scholen dragen bij aan een soepele overgang.”

De belangstelling onder schoolbesturen is groot, zegt Klein. Dit jaar doen er twaalf scholen mee, mogelijk komen er in september nog twaalf scholen bij. Die interesse is mooi, maar volgens hem ligt ook het gevaar op de loer dat scholen ‘een bordje op de deur plakken’ zonder goed na te denken over de inhoud. “Er zijn scholen die het aanprijzen om leerlingen te werven in verband met de krimp. Dat is natuurlijk geen goede reden. Het moet inhoudelijk goed doordacht zijn en echt gaan om onderwijsinnovatie.”

Naast minder uitval is ook een passender schooladvies een belangrijk doel van de tienerscholen. Bij ruim dertig procent van de leerlingen komt het onderwijsniveau op de middelbare school niet overeen met het advies van de basisschool, bleek eerder uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. “Uit diverse onderzoeken blijkt dat vroege selectie en differentiatie in het onderwijs in het bijzonder ongunstig zijn voor kinderen met laagopgeleide ouders, laatbloeiers en jongens”, zegt hoofddocent onderwijskunde Marie-Christine Opdenakker. “Initiatieven om de keuze voor een onderwijsniveau uit te stellen en de overgang te versoepelen, zijn in het bijzonder gunstig voor deze groepen.”

Helemaal nieuw is het idee van de tienerscholen niet. Het sluit aan bij wat internationaal bekendstaat als ‘middenscholen’ of intermediaire scholen. In Nederland was de middenschool in de jaren zeventig een geesteskind van PvdA-minister Jos van Kemenade, die vond dat alle leerlingen van hun twaalfde tot hun zestiende naar dezelfde school moesten om de kansengelijkheid te bevorderen. Enkele tientallen scholen experimenteerden met zo’n concept, maar zijn ideaal kwam nooit echt van de grond. CDA en VVD verzetten zich ertegen, uit angst dat een middenschool de keuzevrijheid zou beperken.

Ook het huidige rechtse kabinet zou weleens remmend kunnen werken, denkt Frank Cornelissen, onderwijswetenschapper aan de UvA. De VVD is individualistisch ingesteld, en op onderwijs zit nu een minister van de ChristenUnie. Bovendien is zo’n brede tienerschool niet per se voor alle leerlingen goed, zegt Cornelissen. “Je ziet dat getalenteerde leerlingen juist wél profiteren van vroege selectie. Zij kunnen zich al vroeg optrekken aan andere bollebozen. Ik weet niet of ouders van dit soort kinderen voor een brede tienerschool in de rij zullen staan.”

De Spring High School in Amsterdam-west.Beeld Patrick Post

Over de invulling van de lessen wordt dan ook nog volop gediscussieerd door alle betrokkenen. Maar hoe dan ook wint het idee van een ‘zachtere’ overgang tussen basis- en middelbare school draagvlak in Nederland en andere landen, ziet onderwijskundige Marie-Christine Opdenakker. In diverse landen lopen experimenten met dit soort initiatieven. “In Europa zien we een tendens van onderwijsstelsels met vroege selectie naar stelsels met een uitgestelde keuze waarbij leerlingen langer bij elkaar zitten. De opkomst van tienerscholen past in deze tendens.”

Ongelukkig moment

Jelle Jolles, hoogleraar neuropsychologie aan de VU in Amsterdam en directeur van het Centrum Brein & Leren, is fervent voorstander van deze ontwikkeling. De harde scheiding tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs na groep 8 komt op een ongelukkig moment, zegt hij. Er zijn jonge tieners die op dat moment nog speels zijn en weinig zelfinzicht hebben. Andere jonge tieners kunnen al wat verder zijn in hun verbaal functioneren en cognitieve opdrachten goed begrijpen, terwijl ze niet per se slimmer of intelligenter zijn dan de speelsere kinderen. “Die eerste groep loopt het risico dat ze op een ander schoolsysteem terechtkomen dan wat ze zouden aankunnen, puur door het feit dat ze zich wat breder of – op dat moment – nog niet uitgesproken cognitief ontwikkelen. Dat is een behoorlijk probleem aangezien het kinderen benadeelt, gewoon omdat hun ontwikkeling nog wat achterloopt.”

Vanwege die grote individuele verschillen in de ontwikkeling van kinderen juicht Jolles het toe dat er tienerscholen komen waarin een veel ‘vloeiender leerlijn’ kan worden gemaakt. Volgens hem zijn dit soort scholen voor veel kinderen geschikt. Net als Opdenakker denkt hij dat vooral kinderen uit gezinnen met minder hoogopgeleide ouders er baat bij hebben. “Zij hebben doorgaans wel degelijk goede potentie, maar kunnen wat achterlopen doordat ze minder stimulans ontvangen. Die stimulans is juist zo belangrijk voor de ontwikkeling. Door deze kinderen iets meer tijd te gunnen hebben ze een veel grotere kans om in het vervolgonderwijs te komen dat bij hun talenten hoort.”

Uiteindelijk wil de school uitbreiden naar een programma voor vier- tot achttienjarigen, zodat leerlingen hun hele schooltijd op Spring High kunnen blijven

Maar om een tienerschool echt te laten werken, moeten er wettelijk een aantal dingen op de schop. De schotten tussen het basis- en voortgezet onderwijs zijn hoog. Zo is het door de verschillende bevoegdheden lastig om leraren uit te wisselen, komen de subsidies uit andere potjes, en zijn basisscholen nog altijd verplicht om de eindtoets af te nemen. “Dat past eigenlijk niet bij dit concept”, zegt Henk Mackloet, een van de kwartiermakers en mede-oprichter van het Tienercollege in Gorinchem, dat al in 2011 van start ging. “Maar het is wel verplicht. We doen de toets dus wel, maar beschouwen het als een tussenmoment. Het liefst willen we van de toets af. Daar zijn we over in gesprek, maar politiek ligt dat allemaal heel gevoelig.”

Creatief ondernemen

Ook Spring High neemt de eindtoets af en geeft een schooladvies, want dat is nou eenmaal verplicht. Maar ze laten dat meteen weer los, zegt de directrice, aangezien de selectie pas in derde klas plaatsvindt.

Ondertussen is het zaak om een beetje ‘stoutmoedig en creatief’ te ondernemen, zegt De Adelhart Toorop. “Officieel zijn wij niks. Dat is lastig met subsidies. Maar de besturen Esprit Scholengroep en Stichting Westelijke Tuinsteden maken veel mogelijk.”

Uiteindelijk wil de school uitbreiden naar een programma voor vier- tot achttienjarigen, zodat leerlingen hun hele schooltijd op Spring High kunnen blijven. Maar ook dan blijft de selectie pas rond het veertiende jaar plaatsvinden. 

Jacob hoort bij de eerste lichting die dit schooljaar is doorgestroomd naar de derde klas vmbo-t. Maar het contact met jongere kinderen, zoals Kymo (12), vindt hij nog altijd fijn. Hij helpt Kymo met Engels en samen werken ze aan opdrachten. Jacob heeft ook vrienden op andere scholen, zegt hij. Maar als hij hun verhalen hoort, is hij blij met zijn keuze. “Een gewone school zou ik ook wel overleven”, zegt hij ernstig. “Maar liever niet.”

Tienerscholen die meedoen aan de pilot:

Onderwijslab010 in Rotterdam
Nova Tienercollege in Dordrecht
Agora 10-15 in Groesbeek
Tienerschool Sneek
Tienercollege Noordoostpolder in Emmeloord
SOOOOL 10-14 in Horst
Spring High in Amsterdam
Tienercollege in Gorinchem
LeerOnderneming in Ridderkerk
De Overstap in Zetten
TienerschoolO2G2 in Groningen
Onderwijsroute 10-14 in Zwolle

Lees ook: 

Unitonderwijs: 55 kids in 1 megaklas, is dat goed nieuws?

Een kwart van de middelbare scholen organiseert het onderwijs nu anders dan vijf jaar geleden. In opkomst is het unitonderwijs, waarbij groepen van soms wel honderd kinderen worden bestierd door een team van leraren. ‘Er is wel wat scepsis.’