Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Meer voorlichting aan arts en patiënt leidt tot minder onnodige behandelingen

Het aantal onnodige behandelingen in de zorg kan fors worden teruggebracht. Betere voorlichting aan patiënten en scholing van zorgprofessionals kunnen jaarlijks miljoenen euro’s opleveren.

Een maag-darm arts voert een maagonderzoek (een zogenaamde gastroscopie) uit bij een patiënt. Een verpleegkundige draagt extra bescherming, omdat ze verkouden is en de patiënt niet wil besmetten.Beeld Hollandse Hoogte / Frank Muller / Zorginbeeld

Dat blijkt uit het onderzoek Doen of laten in de gezondheidszorg? van het Radboudumc in Nijmegen dat donderdag wordt gepresenteerd. Onderzoekers Tijn Kool en Simone van Dulmen: ‘Met relatief simpele ingrepen is de kwaliteit van de zorg te verbeteren.’ Als een patiënt met maagpijn bijvoorbeeld via een interactieve website gedegen informatie over zijn kwaal krijgt, zal hij meestal afzien van een dure en vaak nutteloze kijkoperatie, die bovendien risicovol is. 

Omdat de zorgkosten blijven stijgen – er wordt nu jaarlijks 80 miljard euro aan uitgegeven – vroeg de toenmalige volksgezondheidsminister Edith Schippers de zorgsector mee te denken over de vraag hoe de zorg betaalbaar kan blijven. De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) stelde in 2016 een lijst op met 1.300 veelal nutteloze behandelingen. Door deze behandelingen minder vaak uit te voeren, kan geld worden bespaard.

Maar zo simpel is het niet, zegt Van Dulmen. ‘Slechts een deel van de patiënten heeft geen baat bij deze behandelingen, anderen wel. Zorgverleners moeten daarvan op de hoogte zijn. En ze moeten, net als patiënten, hun gedrag veranderen. Dat kost tijd.’

Onnodige zorg wordt verleend omdat de arts of verpleegkundige een aangeleerde routine volgt. Een zorgverlener is bang om dingen te missen, en is bovendien niet gewend om niets te doen. Patiënten vragen vaak om behandelingen. Van Dulmen: ‘De bladen schrijven dat je, als je moe bent, waarschijnlijk een vitaminetekort hebt. Vermoeide lezers vragen de huisarts dat te meten. De huisarts doet dat vervolgens, om de patiënt tevreden te houden en gerust te stellen.’

Productieprikkel

Sommige ziekenhuizen en zorgverleners ervaren bovendien de prikkel om productie te draaien, omdat ze bijvoorbeeld per verrichting worden betaald. Daarom wilden enkele ziekenhuisafdelingen niet meewerken aan het onderzoek – ze vrezen dalende inkomsten.

Om te kijken of het werkelijk mogelijk is minder te behandelen, werden acht onderzoeken begonnen: twee onder huisartsen, de rest in ziekenhuizen. Tientallen huisartsennetwerken en 38 ziekenhuizen en zelfstandige behandelinstellingen werkten mee. Het resultaat was dat er minder zorg werd verleend, zonder dat de patiënt werd geschaad: door bijvoorbeeld onnodige laboratoriumonderzoeken, MRI-scans en vitaminemetingen na te laten.  Dit werd bereikt met relatief simpele maatregelen, bijvoorbeeld door zorgverleners beter te scholen over het nut van bepaalde ingrepen, zodat ze met hun vastgeroeste routines konden breken. 

Volgens gezondheidseconoom Erik Schut van de Erasmus Universiteit kan niemand het oneens zijn met het terugdringen van onnodige behandelingen en is het goed daarover de gezondheidsprofessionals en patiënten extra voor te lichten. Maar het moet volgens hem niet de andere kant op schieten. ‘Sommige routines zijn een nuttige check, ook al zijn ze niet bij iedereen nodig. Maar met routines voorkom je ook dat handelingen onterecht worden nagelaten.’

‘Het reduceren van onnodige zorg is een belangrijk en relevant project’, erkent Wim van Harten, bestuursvoorzitter van het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem en hoogleraar zorgtechnologie aan de Universiteit Twente. ‘Maar dit zijn veelal voorlopige resultaten en er is veel variatie in de uitkomsten, waardoor vervolgonderzoek noodzakelijk is. Hij pleit ervoor dat het vervolgprogramma niet alleen door universitaire medische centra wordt geleid, zodat er ook draagvlak ontstaat onder huisartsen en specialisten uit bijvoorbeeld streekziekenhuizen. 

Belang patiënt voorop

Wie onnodige behandelingen daadwerkelijk wil terugdringen, moet uiteindelijk niet alleen maar denken aan kostenbesparing, maar vooral het belang van de patiënt vooropstellen, beklemtoont onderzoeker Kool. Het gaat erom dat de zorg aan de patiënt verbetert doordat die geen onnodige behandeling krijgt, die hem bovendien schade zou kunnen berokkenen. Zorgverleners moeten hierover les krijgen en gemotiveerd zijn om niet zomaar in oude routines  terug te vallen. 

Knelpunt is dat deelnemende zorgverleners soms niet genoeg tijd hebben om de benodigde extra scholing te volgen. En ook regelmatig de tijd ontbreekt om met patiënten een uitgebreid en soms lastig gesprek te voeren over de mogelijkheden. Sommige patiënten durfden het bovendien toch niet aan om af te zien van een mogelijk onnodige behandeling.

Vanaf donderdag kunnen zorgverleners een handleiding downloaden waarin staat hoe ze zelf onnodige behandelingen kunnen verminderen. De onderzoekers noemen het echter nog belangrijker dat er een beweging op gang lijkt te komen. ‘Steeds meer zorgmedewerkers zien dat bij sommige behandelingen terughoudendheid nodig is. Wij moeten blijven hameren op het belang van dit thema.’

Praktijkvoorbeelden van onnodige behandelingen

1. Belastend en duur kijkonderzoek

Opvallend zijn de resultaten van het terugbrengen van de maagkijkonderzoeken. Veel mensen hebben maagklachten. Vaak krijgen die een gastroscopie, terwijl een dergelijk onderzoek onnodig risicovol, belastend en duur is (350 euro). Het Radboudumc heeft een interactieve website met onder meer filmpjes over de werking van de maag ontwikkeld om patiënten meer te leren over de achtergrond van de maagklachten, wat ze er zelf tegen kunnen doen, en de beperkte waarde van een gastroscopie. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat nog geen kwart van de patiënten dan kiest voor zo’n ingreep, tegen bijna 90 procent van de patiënten zonder deze extra voorlichting. Van Dulmen: ‘Voor goede voorlichting heeft de huisarts soms net te weinig tijd, zo’n website kunnen mensen thuis bekijken.’

2. Overbodige katheters en infusen

Na extra scholing van artsen en verpleegkundigen verwijderden zij urinekatheters en infusen die niet nodig waren; dat is betere zorg omdat die complicaties kunnen opleveren. Bij 50plussers met knieklachten zijn kijkoperaties en MRI’s vaak onnodig: ook die onderzoeken werden minder vaak uitgevoerd na extra scholing van de artsen. Zo leerden ze hoe ze hierover moesten spreken met de patiënten.

3. Testen op vitaminegebrek

Huisartsen lieten in een kwart minder gevallen meten of patiënten een tekort hadden aan vitamine D of B12 ook schreven ze minder vitamines voor. Scholing van de huisartsen en extra informatie voor de patiënten leidden tot dit resultaat.

4. Labtesten, maar niks wijzer

Het blijkt mogelijk aanzienlijk minder controleonderzoeken en laboratoriumonderzoeken te doen, als het risico laag is dat een bepaalde aandoening terugkeert, of als een onderzoek weinig kans biedt op uitsluitsel over de oorzaak van klachten van de patiënt. Naar schatting is een op de vijf door zorgverleners aangevraagde laboratoriumtesten onnodig.