Direct naar artikelinhoud
Stroomnet

In Nijmegen Noord is stroom schaars - Lidl en Van der Valk schieten te hulp

De Nijmeegse wijk Waalsprong groeit in hoog tempo. Over een paar jaar komt er een nieuw verdeelstation voor stroom, maar tot die tijd is er een risico dat het stroomnet overbelast raakt. Een slimme samenwerking van netbeheerder Liander met Lidl en Van der Valk moet uitkomst bieden.

Het nieuwe distributiecentrum van Lidl in Oosterhout (Gelderland). De vriezer kan een paar uur lager worden gezet om het lokale stroomnet te ontlasten. Ook staat er op het terrein een batterij met een vermogen van 1 megawatt.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Het wordt penibel op het stroomnet van Nijmegen Noord, oftewel Waalsprong. Het is vrijdag 14 december 2018 en de kerstverlichting staat al in volle bloei; voor het toch al zwaarbelaste net in het gebied lijkt dat net de druppel die de emmer dreigt te doen overlopen. Als kort na vijven de mensen thuiskomen van hun werk en de een na de ander de elektrische auto aan de lader zet, thuis de lampen aandoet en de oven voorverwarmt, dreigt het stroomnet overbelast te raken.

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Het mag natuurlijk geen probleem zijn, die thuiskomers en hun ovens, maar in de wijk Waalsprong is het dat wel. Het gebied groeit als een razende. Duizenden woningen zijn er de afgelopen jaren gebouwd, en vele bedrijven. Er had al lang een extra kabel moeten worden gelegd om meer stroom naar het gebied te leiden, een kabel van 10 kilometer lengte, maar netbeheerder Liander wil dat niet. Over een paar jaar is er een heel nieuw verdeelstation gereed, helemaal aan de andere kant van de wijk. Dan is die extra kabel, die 1 miljoen euro kan kosten, overbodig.

Maar die koude avond komt het er wel op aan. Het is Lidl dat uitkomst brengt. Het supermarktconcern heeft net een splinternieuw distributiecentrum gebouwd aan de rand van het geplaagde gebied. Het gebouw is gigantisch: zeven voetbalvelden groot, met koel- en vriescellen als kathedralen, op dat moment overigens nog schoon leeg. Het gebouw zit vol snufjes en installaties om de energiehuishouding zo efficiënt en goedkoop mogelijk te maken.

Een van die installaties staat in een zeecontainer op het terrein: een batterij met een vermogen van 1 megawatt. In theorie voldoende op bijna 7.000 woningen enige tijd van stroom te voorzien. De batterij zit vol, want Lidl heeft een dag eerder al een seintje gekregen dat het paraat moet staan. Om vijf uur op die donkere middag is het zo ver: de batterij van Lidl begint stroom te leveren aan het openbare net. Anderhalf uur maar, maar het is voldoende. Situatie gered.

Het nieuwe distributiecentrum van Lidl in Oosterhout (Gelderland).Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Flexibiliteitsmarkt

Het was geen kunst- en vliegwerk, die ingreep van Lidl. In november vorig jaar startte netbeheerder Liander in het gebied een zogenaamde ‘flexibiliteitsmarkt’, een constructie om de pieken in het stroomgebruik op te vangen. Twee grote stroomverbruikers in het gebied doen mee: Lidl met zijn distributiecentrum en een paar kilometer verderop Van der Valk met zijn hotel. Die vrijdag kwam de ‘markt’ voor het eerst in actie.

In beginsel is de truc simpel. Wordt de vraag naar stroom in het gebied te groot, dan kan Van der Valk zijn warmtepompen best even wat zachter zetten zonder dat de gasten er ook maar iets van merken. Lidl heeft zelfs twee mogelijkheden. Niet alleen die megabatterij, maar het bedrijf kan ook zijn vriezer een paar uur wat zachter zetten, als de temperatuur maar tussen min 28 tot min 30 graden blijft. ‘Dat scheelt ook al 150 kilowatt’, zegt Arnold Baas, bij Lidl Nederland verantwoordelijk voor het energiemanagement. Dat is voldoende voor 130 huishoudens.

Die dag in december was de eerste keer dat de flexibiliteitsmarkt in actie kwam. Sindsdien was het nog drie keer bingo, ook deze dinsdag nog, vertelt Sander Drissen van energiedienstverlener Scholt Energy, verantwoordelijk voor de technische kant van de flexibiliteitsmarkt. Liander denkt de komende jaren ‘enkele tientallen keren per jaar’ een beroep te moeten doen op Lidl en Van der Valk om het stroomnet van Waalsprong voor rampen te behoeden.

Het nieuwe distributiecentrum van Lidl in Nijmegen-Noord.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Smart grids

Her en der wordt in Nederland al geëxperimenteerd met ‘smart grids’ oftewel slimme netwerken. In al die gevallen gaat het erom de techniek onder de knie te krijgen, maar hier in Nijmegen gaat het voor het eerst ‘om het echie’. Een volgend project is in voorbereiding: in de Zuidplaspolder tussen Rotterdam en Gouda heeft Liander een tender uitgeschreven, op zoek naar bedrijven die willen deelnemen aan zo’n smart grid. ‘In dat gebied is de situatie nog veel erger dan in Nijmegen’, zegt woordvoerder Peter Hofland van Liander. ‘Nieuwe klanten kunnen alleen een kleine aansluiting krijgen, en bestaande klanten krijgen geen uitbreiding.’ Ook hier moet een flexibiliteitsmarkt een paar jaar overbruggen, wachtend op een nieuwe kabel.

Het verdienmodel voor netbeheerder Liander is helder: 1 miljoen euro uitgespaard. Maar ook Lidl en Van der Valk profiteren, want zijn krijgen een vast bedrag voor het ter beschikking stellen van hun afroepbare capaciteit.

Hoeveel dat oplevert? ‘We sparen 20 procent op onze energierekening uit’, zegt Arnold Baas van Lidl. Dat komt neer op 70 duizend euro per jaar. Dat wordt niet alleen verdiend met de flexibiliteitsmarkt. Lidl heeft zijn megabatterij neergezet voor meerdere doelen. In de eerste plaats om er zonnestroom van eigen dak in op te slaan, en vervolgens om met stroom te kunnen handelen, ten bate van het hoogspanningsnetwerk. De inzet voor de congestiebestrijding is meer een extraatje. Baas: ‘De installatie die voor al die taken bij elkaar nodig is, verdienen we in zes jaar terug.’

Het nieuwe distributiecentrum van Lidl in Oosterhout (Gelderland).Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

‘Wet is niet klaar voor slimme stroomnetten’

Als het stroomnet ‘slimmer’ wordt gemaakt en vooral flexibeler, zouden de problemen met het aansluiten van zonneparken meteen een stuk minder zijn. Maar de wetgeving laat verslimming van de netwerken vooralsnog niet toe, zegt Han Slootweg, hoogleraar gespecialiseerd in slimme elektriciteitsnetwerken en directielid bij netbeheerder Enexis.

In theorie kunnen op het huidige netwerk 20 tot 30 procent meer zonneparken worden aangesloten dan nu, zegt Slootweg. Dan zouden de zonne- en windparken er wel genoegen mee moeten nemen dat ze niet altijd volop kunnen produceren. ‘Een enkele keer zullen ze dan wat minder moeten produceren. Maar ze kunnen wel het net op.’

Op dit moment wordt het aansluiten van nieuwe zonneparken door capaciteitsproblemen steeds moeilijker en in sommige gebieden, met name in het Noorden van het land, onmogelijk. Het leggen van nieuwe stroomkabels is duur en kost jaren. Als het om het landelijk hoogspanningsnet gaat, zelfs tien jaar: ‘Zeven jaar praten en drie jaar graven.’

Methoden zoals netbeheerder Liander die toepast in Nijmegen kunnen ook voor zonneparken oplossingen bieden. Waar in Nijmegen vooral het stroomverbruik moet worden gemanaged, zou dat in gebieden met veel zonneparken vooral met de stroomproductie moeten gebeuren, zegt Slootweg. ‘Een zonnepark maakt geen gebruik van zijn volledige capaciteit als de zon niet schijnt. Die capaciteit zou dan beschikbaar kunnen komen voor een naburig windpark. Of omgekeerd.’

Maar de wet staat dat niet toe, stelt de hoogleraar. ‘Op dit moment kun je als netbeheerder geen beperkingen opleggen aan gebruikers.’ Een gebruiker, producent of consument van stroom, moet altijd ten volle gebruik kunnen maken van de capaciteit van zijn aansluiting, aldus de wet.

Dat bevestigt Saskia Lavrijssen, hoogleraar marktregulering in Tilburg. Sterker nog: het is maar de vraag of een flexibiliteitsmarkt zoals die van Liander in Nijmegen juridisch wel zeker is. ‘Je kunt als netbeheerder wel met aangesloten klanten afspraken maken dat ze op bepaalde tijden maar een beperkt gebruik maken van hun aansluiting, maar of die ook afdwingbaar zijn, is onduidelijk.’ In het Nijmeegse voorbeeld: als Lidl en Van der Valk besluiten zich niet aan hun afspraak te houden en de stroomvoorziening komt daardoor in problemen, voor wie is dan de schade? ‘Ik weet niet wat de rechter dan zou besluiten’, zegt Lavrijssen.

Dus is kabels leggen nog steeds de enige zekere oplossing voor het capaciteitsprobleem. Minister Wiebes heeft wel aangekondigd dat hij in de eerste helft van het jaar met een nieuwe Energiewet komt, waarin netbeheerders meer instrumenten in handen krijgen. Maar die wet zal niet voor 2021 van kracht zijn. In Duitsland bestaat zo’n systeem al. Daar kunnen netbeheerders wind- of zonneparken afkoppelen, al moeten ze wel betalen voor de niet-geleverde stroom.

De wet is niet het enige probleem voor grootschalige toepassing van flexibiliteit op het stroomnet. De techniek is ook nog niet zo ver, zegt Slootweg. ‘Als je met grote aantallen verbruikers en producenten op deze manier aan de slag gaat in een groot gebied zoals Noordoost Nederland, dan vergt dat computer- en communicatiesystemen die op dit moment niet voorhanden zijn.’