Direct naar artikelinhoud
Reportage

Zzp’ers zonder schuldhulp: ‘Doorwerken tot mijn 72ste is een noodzaak’

De meeste grote gemeenten verlenen zzp’ers geen schuldhulpverlening, terwijl de wet voorschrijft dat zij geen groepen mogen uitsluiten. Sjon is zo’n zzp’er die zijn aanvraag geweigerd zag: zijn vrouw verdient 4,86 euro per maand te veel. 

en
Zzp’ers zonder schuldhulp: ‘Doorwerken tot mijn 72ste is een noodzaak’

‘Lul. Je hebt het zelf gedaan’, zegt Sjon verbitterd tegen zijn spiegelbeeld. De normaliter optimistische zzp’er staat in de badkamer van het ­rijtjeshuis waarmee de problemen begonnen. Had hij die veel te grote DSB-hypotheek maar afgeslagen. Of het extra geleende geld niet uitgegeven. Al meer dan tien jaar torst Sjon tonnen schuld met zich mee. Meestal lukt het de ict’er zijn schuldeisers zoet te houden door zijn inkomen goeddeels naar ze over te maken. Nu gaat dat niet meer.

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Het is oktober 2018 als Sjons brievenbus kleppert en de klap valt. In zijn grootste geldnood heeft Sjon de gemeente Dordrecht om hulp gevraagd bij het oplossen van zijn schulden. De Belastingdienst dreigt met een boete van vijfduizend euro als hij de achterstallige 120 duizend euro niet betaalt. Dat heeft hij niet.

Bij het indienen van de aanvraag heeft Sjon voor zijn gevoel zijn hele doopceel ingeleverd. Het gemeentelijk antwoord per post is aanmerkelijker korter. Het bestaat uit één zin ergens halverwege de brief: ‘Wij hebben besloten uw aanvraag af te wijzen.’ De reden: zijn vrouw verdient maandelijks 4,86 euro te veel.

Sjon is niet de enige zzp’er met schulden die geen hulp krijgt van zijn gemeente. Uit een inventarisatie van beleidsstukken door de Volkskrant en De Groene Amsterdammer blijkt dat 24 van de 44 grootste gemeenten zzp’ers niet toelaten in de schuldhulpverlening, terwijl dat wel zou moeten. Gemeenten zijn verplicht hun inwoners met schulden te helpen, ook zzp’ers.

Ondernemersbijstand bbz

De 24 gemeenten sturen ondernemers als Sjon naar de ondernemersbijstand, het zogeheten bbz. Met een lening vanuit het bbz kunnen zzp’ers hun schuldhulp bekostigen, is de gedachte. Een alternatieve route voor hulp bieden ze niet.

Dat zouden ze wel moeten doen. De 24 gemeenten negeren dat ondernemersbijstand een heel ander doel heeft dan schuldhulp. De regeling steunt ondernemers met een inkomen beneden bijstandsniveau. Het hebben van een laag inkomen lijkt dan een logische voorwaarde. Maar inkomen is bij zzp’ers als Sjon het probleem niet: zijn vrouw werkt en hij verdient genoeg. Het probleem zijn hun torenhoge schulden.

Hoeveel mensen net als Sjon geweigerd worden vanwege een te hoog partnerinkomen, is bij het ministerie van ­Sociale Zaken niet bekend. Er zijn cijfers over het aantal bbz-afwijzingen, maar in die cijfers ontbreekt een belangrijke groep. Gemeentelijke ambtenaren doen aan voorselectie, blijkt uit een deze maand gepubliceerd rapport in opdracht van het ministerie. Ze ontmoedigen zzp’ers en anderen een bij voorbaat kansloze aanvraag in te dienen.

Het beste aanknopingspunt is daarom de website 155.nl. Ondernemers op zoek naar hulp kunnen daar controleren of ze in aanmerking komen voor ondernemersbijstand. 38 procent van de tienduizend ingevulde formulieren keert terug met een afwijzing op randvoorwaarden als het inkomen van de partner.

Voor Sjon is de afwijzing op basis van het inkomen extra zuur. Naar aanleiding van de dreigende brieven van de Belastingdienst verlengde zijn vrouw haar werkweek van 32 naar 36 uur, juist om een beetje extra te verdienen. Precies die vier uurtjes kosten Sjon de gemeentelijke ondersteuning.

Het gezin zit al twee decennia in de misère. Om te ontsnappen aan een mislukt buitenlands avontuur kocht Sjon in de jaren negentig een rijtjeshuis met een tuintje voor en achter voor zijn gezin. Een fatale opwelling, zo blijkt. ‘DSB gaf ons een hypotheek van 150 procent van de waarde van het huis’, herinnert de ict’er zich. Met het hypotheekgeld dat overbleef probeerde de vader van twee het leven van zijn gezin op te leuken met vakanties en een vaste campingplek. ‘We wilden de frustratie van niet-gelukkig zijn oplossen.’

Verzakelijkte regeling

Naast de problemen van ondernemersbijstand (bbz) voor schuldenaren, kent de regeling zijn eigen problemen. Vanaf 2013 was in de regeling een prikkel verwerkt die het voor gemeenten lucratief maakte alleen kredieten te verstrekken als zeker was dat het geld bij de gemeente terugkwam. Tekorten moesten ze zelf ophoesten, overschotten mochten ze in eigen zak steken. Risicomijdende gemeenten deden er daarom goed aan zo min mogelijk aanvragen goed te keuren, tot onvrede van bbz-adviseurs. Ook staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken ziet inmiddels in dat de nieuwe regeling niet tot de gewenste effecten leidt, en heeft de prikkel per 1 januari buiten werking gesteld. Maar de verzakelijking van de ondernemersbijstand is daarmee nog niet definitief ongedaan gemaakt. Deze maand publiceerde de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) een uiterst kritisch rapport over de regeling. De onderzoekers twijfelen aan het nut van het bijstaan van ondernemers die al langer een bedrijf hebben. Deze groep stopt eerder met hun bedrijf dan vergelijkbare ondernemers zonder financiële bijstand, blijkt uit het onderzoek. De oplossing van SEO: gemeenten zouden zakelijker moeten optreden en minder zelfstandigen moeten helpen. Grensgevallen krijgen volgens het rapport mogelijk te vaak het voordeel van de twijfel.

Dat Sjons schulden privé zijn begonnen maakt het pijnlijk dat hij vanwege zijn zzp’erschap geen hulp krijgt. Hij begon zijn onderneming in 2012 uit nood, na een reorganisatie bij zijn werkgever. ‘Ik wilde altijd al een eenmanszaak’, bedenkt hij opgewekt.

Als werknemer was Sjon nooit verdwaald in het woud van regels. Dan had de afdeling schuldhulp hem met een pennestreek een schuldhulpverlener toegewezen. Nu vindt de gemeente zijn problemen als zzp’er te complex voor reguliere schuldhulp en valt hij tussen regelingen in. Alleen door het simpele feit dat er sprake is van een onderneming.

‘Het simpele feit dat er sprake is van een onderneming is niet voldoende om geen schuldhulpverlening aan te bieden’, schrijft toenmalig staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken in 2017 vermanend in een brief aan alle Nederlandse gemeenten. Het is niet de enige keer dat een staats­secretaris gemeenten berispt om hun gebrekkige ondersteuning van zzp’ers. Klijnsma’s opvolger Tamara van Ark heeft de Tweede Kamer al een brief beloofd naar gemeenten over het gebrek aan schuldhulp voor zzp’ers.

Gat sociaal vangnet

Toch is het ministerie zelf verantwoordelijk voor het ontstane gat in het sociale vangnet. Vanuit dezelfde gangen en kantoren waar de berispende brieven vandaan komen, is namelijk de Wet gemeentelijke schuldhulp (Wgs) afkomstig. Het is een wet vol tegenstrijdigheden. Aan de ene kant verbiedt de wet het uitsluiten van groepen – bijvoorbeeld zzp’ers – voor schuldhulp, maar in de toelichting op de wet staat iets heel anders: schuldhulpverlening is in de ogen van de regering niet toegankelijk voor zelfstandigen.

In verwarring kiest een meerderheid van de grote gemeenten bij het opstellen van nieuwe beleidsregels voor de toelichting op wet, en dus voor het uitsluiten van zzp’ers. Ondanks pogingen van Klijnsma en Van Ark om de door hen veroorzaakte schade te herstellen.

Alkmaar schrijft bijvoorbeeld in 2017 dat de gemeente zzp’ers weert ‘in de geest van de wet’. Schiedam bevestigt een jaar later nog maar eens dat de toelichting op de wet leeft: de gemeente zal zelfstandigen de komende jaren blijven uitsluiten van schuldhulp.

Papieren werkelijkheid

Ook gemeenten die zich niet laten afleiden door de tegengestelde geluiden vanuit het ministerie bieden zzp’ers niet per se de juiste hulp. De papieren werkelijkheid wijkt vaak af van de situatie aan het gemeenteloket. Het Dordrecht van Sjon is zo’n gemeente. Vol zelfvertrouwen mailt de gemeente de Volkskrant dat bij hen geen zzp’ers tussen wal en schip vallen.

Als een ondernemer in geldnood ‘een partner heeft met een inkomen boven bijstandsniveau’, biedt de gemeente een alternatieve route voor schuldhulp bij een extern bureau. Eind goed, al goed, lijkt het beleidsstuk te zeggen.

Sjon is alleen stomverbaasd als hij van de Volkskrant over Dordrechts plan B hoort. Van de alternatieve route heeft hij nog nooit gehoord. In de afwijsbrief staat geen enkele verwijzing naar de zogenoemde ‘schulddienstverlening’.

Op eigen houtje regelt Sjon zijn schulden nu zo goed als dat gaat. Ondanks zijn gemeente krijgt hij schuldhulp, die hij met moeite in termijnen betaalt. Voorlopig is hij nog niet van zijn problemen af. De Belastingdienst legt iedere maand loonbeslag op het salaris van zijn vrouw. Pensioen opbouwen is er de laatste jaren niet van gekomen. ‘Doorwerken tot op mijn 72ste is een noodzaak’, zegt hij. ‘Maar zo erg is het niet. Werken vind ik leuk.’

Meer over problemen binnen de schuldhulpverlening voor zzp’ers:

Overheid laat zzp’ers in geldnood vaak in de kou staan
De Nederlandse overheid laat zzp’ers met schulden in de steek. Door weeffouten in de schuldhulp voor ondernemers krijgt een aanzienlijk deel van de zzp’ers in geldnood geen schuldhulpverlening. Terwijl de wet voorschrijft dat gemeenten inwoners in financiële nood moeten helpen.

Meer over problemen binnen de schuldhulpverlening voor zzp’ers:

Kwetsbare zzp’ers worden door Scandinavische kredietverstrekkers verleid om woekerleningen af te sluiten – soms met rentes tot 200 procent, ontdekten de Volkskrant en De Groene Amsterdammer. In deze video zie je hoe dat kan.