Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Verder kijken dan de baard lang is

Lotfi El Hamidi

Wie de komende maand over het Stationsplein voor Den Haag Holland Spoor loopt zal even afgeleid raken door drie opvallende billboards met daarop drie dubbelportretten van jongemannen met baarden die van kleding wisselen. Ze vormen een onderdeel van het fotoproject Hipster/Muslim, dat na Amsterdam-West, Borgerhout, Molenbeek en Rotterdam-West nu in de Schilderswijk is neergestreken.

„Wat begon als een speelse manier om stereotyperingen aan de kaak te stellen, groeide uit tot een interessant sociologisch experiment”, zegt initiatiefnemer Shirin Mirachor tijdens de presentatie in een volle zaal in de Schilderswijk. Welke labels krijgen de hipster en de moslim vanwege hun baard opgeplakt? Wat gebeurt er als zij van kleding wisselen? Voor een getraind oog als het mijne is het al knap lastig om bij sommige portretten met zekerheid vast te stellen wie de moslim en wie de hipster is. Verwarrender wordt het wanneer blijkt dat iemand én moslim én hipster is.

Voor moslims is de baard sinds 9/11 geen triviaal gegeven en kan die tot vervelende ervaringen leiden op openbare plekken. Denk aan het fenomeen flying while Arab, een term uit Amerika naar aanleiding van een reeks incidenten waarbij passagiers met een ‘Arabisch’ voorkomen uit vliegtuigen werden gezet. Niet zelden gaat het om niet-Arabieren, zoals sikhs die vanwege hun tulband en baard verward worden met orthodoxe moslims.

Hoewel de aandacht vooral ligt bij de vooroordelen over moslims, hebben ook hipsters het nodige te verduren. Het begint al bij het woord hipster; geen hipster die zichzelf zo noemt. Wanneer de moderator de zaal vraagt naar stereotypen over hipsters volgt een lange waslijst: hipsters zijn atheïstisch, wit, veganistisch, dragen designbrillen en geitenwollensokken, drinken dure koffie met ingewikkelde namen en hebben een messiascomplex.

Jan (30), een van de aanwezige deelnemers, kan er wel om lachen. Als hipster herkent hij de vooroordelen, maar ligt er geen seconde wakker van. Dat noemt hij zelf overigens „een privilege”; hij kan het zich immers permitteren om het naast zich neer te leggen, in tegenstelling tot zijn islamitische collega-baarden.

De stigma’s waar bebaarde moslims mee te maken hebben, kunnen inderdaad verstrekkende gevolgen hebben. Zo liep Ali (26) voorheen met een langere baard en kon hij bij sollicitatiegesprekken steevast rekenen op commentaar. „Dan ging zo’n gesprek heel even over mijn cv en grotendeels over mijn afkomst”, zegt hij. „Wat ik nou vond van die Turken op de Erasmusbrug. Terwijl ik gewoon beoordeeld wil worden op mijn competenties.” Zijn baard heeft hij ingekort, maar is weer van plan om het te laten groeien. „Ik heb nu een baan, dus hij kan weer.”

Lotfi El Hamidi (L.elHamidi@nrc.nl@Lotfi_Hamid) schrijft op deze plek een wisselcolumn met Tom-Jan Meeus.