Direct naar artikelinhoud
Datacenters in de polder

Vruchtbare grond voor datacenters: familiebedrijf ziet techgiganten naar de polder komen

Van aardappelhandelaren werden de Hiemstra’s grondverzamelaars. Hoe werd hun Agriport A7 een gewilde plek voor megakassen en de datacenters van Microsoft en Google?

Anton Hiemstra en Jack Kranenburg (rechts) bezien de voortgang van het Microsoft-datacenter.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Ze zijn nu bijna allemaal verkocht, de oude panden van de familie Hiemstra op het industrieterreintje van Middenmeer. ‘Hier zaten we altijd, als kinderen’, mijmert Anton Hiemstra (50) achter het stuur van zijn hybride Volvo. Hij rijdt langzaam over de Havenkade en wijst op een grote dubbele loods. Aan de gevel hangt nog een in kleur verschoten lichtbak met de familienaam. ‘Daar sorteerde mijn opa aardappelen.’

Hiemstra laat de plek zien waar het allemaal begon voor het familiebedrijf, de bedenkers van Agriport A7, een bedrijfsverzamelterrein aan de snelweg tussen Hoorn en de Afsluitdijk. Vanuit de lucht gezien is het een zee van glas en bouwterreinen in ontwikkeling. Op 1.000 hectare voormalige akkers en weidegrond zitten nu de grootste glastuinbouwbedrijven van Nederland en investeren Microsoft en Google miljarden euro’s in datacenters, de machinekamers van het internet. 

Zijn grootvader Willem Hiemstra, sinds 1938 aardappelhandelaar in Friesland, zag in de jonge Wieringermeerpolder een goed afzetgebied voor pootgoed. Dat ging zo goed dat hij zijn handels- en sorteerbedrijf in aardappelen en groente begin jaren vijftig verhuisde naar die droogmakerij. Zijn zoon Simon (76), de vader van Anton, breidde de zaak uit. Hij begon met groenteteelt, maar ook met de handel in landbouwgrond.

Anton Hiemstra rijdt over een binnenweg naar Agriport en vertelt over zijn vader: ‘Hij kent alle boeren, alle teelt en alle gronden. Via de aardappelhandel kwam hij ook in de Haarlemmermeer. Daar werden boeren uitgekocht voor uitbreiding van de luchthaven Schiphol. Die hielp hij dan weer aan grond in de Wieringermeer.’

Advocaat

Zijn broers Wim (52) en Rob (44) gingen in het familiebedrijf, maar Anton vestigde zich na een rechtenstudie in Amsterdam als advocaat in Hoorn. Een les van zijn vader bleef hem bezighouden: ‘Vastgoed is altijd interessant. Voor agrarische bedrijven zijn de grond en gebouwen uiteindelijk vaak het best renderende onderdeel.’ Uiteindelijk haalden zijn broers hem terug naar de Wieringermeer, in 1997, als algemeen directeur van Hiemstra BV.

De onderneming had zijn hoofdkantoor op het industrieterreintje van Middenmeer, maar werkte ook nog op zeven andere locaties. Dat moet beter kunnen, bedacht Anton in 1999. ‘Verwerking en vervoer van groente kost altijd meer dan het product zelf. Breng je de logistiek samen op één plek, dan kun je een enorm voordeel behalen. Op een dag reed ik over de A7 langs afslag 11, vlakbij Middenmeer. Dat was die plek, dacht ik. Direct aan de snelweg, zo’n 65 hectare, groot genoeg om ook andere agrarische bedrijven te huisvesten. Hoe meer samenwerking, hoe groter het voordeel.’

Een deel van het Agriport-terrein waarop Microsoft gevestigd is.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

De Hiemstra’s begonnen rond die afslag grond te verzamelen. Vader Hiemstra liep alle boeren in de buurt weer af. Anton: ‘Agrariërs willen hun grond doorgaans niet verkopen. Dus kochten we bijvoorbeeld eerst grond waarvan we wisten dat een bepaalde boer het daar wel zou zien zitten. Vervolgens boden we hem een goede ruil aan. Zo konden we stap voor stap uitbreiden.’

Glas

Hiemstra heeft zijn auto even stilgezet, op het Agriport-terrrein. De gemeente Wieringermeer (nu Hollands Kroon) was kort na de eeuwwisseling voorzichtig positief geweest over het project. Meer werkgelegenheid was welkom, dus ze wilde wel toestemming geven voor het bouwen op landbouwgrond. Maar Agriport moest zich wel zelf bedruipen. Zo moest de onderneming zelf de wegen en andere infrastructuur aanleggen.

De provincie Noord-Holland kwam in dezelfde periode wel met een cadeau. Wist Hiemstra dat het Zuid-Hollandse Westland voor veel glastuinbouwbedrijven te klein was geworden? En was zijn agrologistiek terrein aan de A7 ook geschikt voor hun kassen? De glastuinders waren in 2006 de eerste grote kopers in het gebied van inmiddels 480 hectare.

Hiemstra kijkt nu met enig ontzag – ‘ongelofelijk mooi, dit’ – naar de enorme kassen die zij hebben neergezet voor de teelt van tomaten, paprika’s en andere groente. De drie grootste bedrijven op het terrein bouwden glazen hallen van bijna honderd hectare of meer. En hun komst bracht nog iets bijzonders met zich mee.

Agriport werd ook een energiepark. Met de groentetelers werd een gezamenlijk energiebedrijf opgezet voor het opwekken en rondpompen van elektriciteit, warmte en CO2. De tomaten en paprika’s groeien in de kas extra snel met de juiste verlichting en temperatuur en met de toevoeging van extra koolstofdioxide in de lucht. Het gebruikelijke surplus aan elektriciteit wordt verkocht en gaat via een zware kabel naar het landelijk hoogspanningsnetwerk.

Er kwamen steeds meer kassen bij, dus ook meer energieproductie en meer overtollige elektriciteit. Moest die, vroeg men zich in 2009 af, ook worden verkocht aan het landelijk elektriciteitsnetwerk? Dan moest opnieuw een zware kabel naar het hoogspanningsnetwerk worden aangelegd. De eerste kabel had al twintig miljoen euro gekost. Was er niet een koper te vinden die al die elektra zou kunnen afnemen op eigen terrein? Een stagiaire stelde een lijst op met mogelijke kandidaten. Op plek 2: datacenters.

Data

‘Dit is wel wat, hè. Woest gewoon.’ Hiemstra is naar een andere hoek van Agriport gereden, naar het enorme datacenter van Microsoft. In 2010 meldde het ministerie van Economische Zaken zich. Microsoft bleek een plek te zoeken voor een datacenter bij het internationale internetknooppunt Amsterdam. Per auto is de reistijd 30 minuten, voor het digitaal verkeer is dat 0,2 milliseconde. Het is beter dan de 2 milliseconden vanuit Eemshaven, de bekende Groningse datacenterplek. Dat verschil lijkt verwaarloosbaar, maar het is een eeuwigheid voor internetgebruikers.

Datacenters van Agriport in de polder.

Daar kwam nog een factor bij. Elektriciteit is een cruciale grondstof voor een datacenter, in grote hoeveelheden en liefst uit verschillende bronnen – de servers moeten blijven draaien. Het energienetwerk van de glastuinbouw kwam daarbij goed van pas, naast de groene stroom van de windmolens in de polder en de gewone ‘grijze’ Nederlandse stroom . Plus de mogelijkheid om de warmte van de computers over te dragen aan de kassen.

Microsoft kocht 40 hectare grond op Agriport. Een eerste deel van het datacenter draait al en er wordt nog flink bijgebouwd. Begin vorig jaar kocht ook Google grond van de Hiemstra’s voor een eigen datacenter. Het internetbedrijf is zijn 70 hectare al bouwrijp aan het maken. Het Amerikaanse datacenterbedrijf CyrusOne verwierf een optie op ruim 30 hectare. Het zijn stuk voor stuk transacties van enkele tientallen miljoenen euro’s. De onstuimige groei van Agriport - en de sprongen van agrologistiek naar kassen naar datacenters  - heeft Anton Hiemstra niet kunnen voorzien. ‘Er was geen enorm masterplan. We gaan van kans naar kans. Zo werkte mijn vader en zo werken we nog steeds.’

Datacenterhub Amsterdam

Nederland geldt als een aantrekkelijke plaats voor de vestiging van datacenters omdat elf van de vijftien transatlantische internetkabels bij de Noordzeekust aan land komen. Amsterdam is een van de grootste datacenterhubs van Europa. De datacenters op het Agriport-terrein zijn aangemerkt als de Noord Amsterdam Data Center Campus. Vanuit de polder lopen drie glasvezelkabels naar AMS-IX, de Amsterdamse internetexchange. Het dataverkeer op die ‘Amsterdam hub’ groeide in de laatste zeven jaar met 17 procent per jaar, onder meer door de opkomst van de ‘cloud’. Bedrijven en particulieren stallen hun data steeds vaker bij bedrijven als Microsoft en Google. Met de bouw van het datacenter van Microsoft is een bedrag gemoeid van zo’n 2 miljard euro. Voor de bouw zijn gedurende zeven jaar negenhonderd bouwvakkers actief. Daarna levert het circa 350 banen op.

Het energienetwerk van Agriport draait tot 2022 op gas uit Groningen. Andere energiebronnen worden nu al aangeboord, van buitenlands gas tot aardwarmte. Geothermie verzorgt ongeveer een kwart van de warmte bij de Agriport-bedrijven.

Verbetering: in dit artikel stond dat gewassen sneller groeien door toevoeging van stikstofdioxide in de kassen. Bedoeld werd koolstofdioxide.