Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Voetbal

Voetbal en vaderschap: ‘Mijn spelers hebben maar papadag als ze vrij zijn’

Voetbal Vijf dagen vaderschapsverlof? In het voetbal is daar geen ruimte voor. Topsport is een lifestyle, en dat vergt offers. „Woensdag 18 uur was de keizersnede. Donderdag 11 uur stond ik op het veld.”

Luis Suárez (hier bij Ajax) toont zijn pasgeboren dochter Delfina aan het publiek.
Luis Suárez (hier bij Ajax) toont zijn pasgeboren dochter Delfina aan het publiek. Foto Olaf Kraak/ANP

De tweeling werd ’s ochtends geboren, ’s avonds stond hij weer op het veld. „Zo gaat dat in het voetbal”, zegt Henk de Jong over het moment dat hij zijn vrouw Diana in het ziekenhuis achterliet en zich op het veld meldde. „Je moet er altijd staan.”

Vond hij althans. Toen de huidige trainer van De Graafschap zijn vrouw deze week aan die dag herinnerde, benadrukte zij dat het allemaal niet niks is en misschien wel niet iedereen redeneerde zoals hij. „Zij kon heel goed begrijpen dat er ook mannen zijn die langer thuisblijven na de geboorte van een kind.’’

Formeel kan dat nu ook. Sinds 1 januari dit jaar hebben partners niet recht op twee maar vijf dagen verlof na de geboorte van hun kind; vanaf 2020 zelfs vijf weken. Een grote sprong voorwaarts, meent de minister van Sociale Zaken. Want: niet alleen goed voor de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt, maar ook voor de band tussen vader en kind.

Maar hoe moet dit in het voetbal? Als ze zeggen dat de Tour de France op niemand wacht, hoe zit dat dan in een entertainmentsector waar de conservatieve stromingen meestal sterker zijn de progressieve, waar sterspelers soms onmisbaar zijn en de bal altijd rolt, op een paar weken zomer- en winterstop na?

„Uiteraard geldt deze regeling ook voor profvoetballers”, zegt directeur Serge Rossmeisl van werkgeversorganisatie Federaties Betaald Voetbal. „Maar je kunt je afvragen of de cultuur ernaar is om het toe te passen. Vijf dagen niet naar kantoor is anders dan vijf dagen niet trainen. Zondag heb je wel die wedstrijd.”

VVV-trainer Maurice Steijn: „Je kunt geen dagen missen. Als je minder traint, ben je ook minder fit en heeft dat mogelijk gevolgen voor je positie in het team en dus je contract. Ik ben misschien van de oude stempel, maar mijn spelers hebben maar papadag als ze vrij zijn. En dat zijn ze meestal twee dagen in de week.”

„Toen ik zelf nog speelde, ging ik voor een wedstrijd weleens bij mijn schoonouders om de hoek slapen, voor een goede nacht”, zegt Alex Pastoor, oud-trainer van onder meer NEC en Sparta. „Als ik dan van spelers hoor dat ze ’s nachts eruit gaan om hun kind te voeden, kan ik daar met mijn hoofd niet bij. Het is aan hen zelf. Maar het staat haaks op topsport.”

„Topsport is een lifestyle en daar horen offers bij”, zegt oud-Feyenoord-coach Gertjan Verbeek, die op zijn 54e voor het eerst vader werd. „Je weet dat je feestjes mist, en ook dit soort dagen. Aangezien je bewust voor het ouderschap kiest, zou je de komst van een kind kunnen plannen in een gunstige periode, al weet ik uit ervaring dat zwanger raken niet makkelijk kan zijn.”

Verbeeks vriendin beviel in 2017 via een keizersnede van dochter Sinne. Toen die moest worden ingepland, pakte Verbeek zijn trainingsschema bij VfL Bochum erbij. „Woensdagavond zes uur werd ’t. Donderdag 11 uur stond ik weer op het veld.”

Feyenoord-speler Steven Berghuis viert met duim in de mond de komst van zijn kind.

Foto Hollandse Hoogte

In de auto met Cruijff

Over voetballers en de geboortes van hun kinderen bestaan mooie verhalen. Het zijn doorgaans verhalen die een heroïsche teneur hebben gekregen, omdat de nadruk is komen te liggen op het feit dat de speler erin slaagde om te presteren én op tijd bij de bevalling te zijn.

Zo dreigde Ronald Koeman de geboorte van zijn eerste kind te missen door een avondwedstrijd met FC Barcelona in San Sebastian. Een vlucht naar Barcelona ging niet meer, maar Johan Cruijff, zijn coach, had zijn eigen auto laten brengen en reed Koeman ’s nachts hoogstpersoonlijk naar zijn vrouw Bartina, die enkele uren later beviel.

Cruijff zelf had begin 1974 een probleem, zei hij destijds tegen Rinus Michels, zijn coach bij Barcelona. Danny was uitgerekend op 15 februari, de dag van de Clásico bij Real Madrid. Michels had met zijn wenkbrauwen gefronst. Kon het niet eerder? Op 9 februari kwam Jordi Cruijff ter wereld na een ingeleide bevalling, waardoor zijn vader Barcelona zes dagen later naar een 5-0 zege op de Koninklijke kon loodsen, onder het oog van generaal Franco.

In een minder ver verleden sprak Louis van Gaal als bondscoach zijn trots uit toen international Patrick van Aanholt de ochtend na de nachtelijke bevalling van zijn vrouw weer voor zijn neus stond bij het ontbijt. Luigi Bruins van Excelsior speelde ’s avonds al een wedstrijd nadat hij ’s middags een dochter had gekregen.

Over de (ongeschreven) normen in het voetbal bestaat kortom geen twijfel. De bevalling, daar ben je bij. De dagen erna, dat is een ander verhaal. Terwijl voetballers doorgaans vaders zijn die de naderende gezinsuitbreiding met trots naar buiten brengen. Van de met zijn armen wiegende Bebeto tot de spitsen die hun doelpunt voor de gelegenheid vieren met de bal onder hun shirt en de duim in de mond.

Cruijff reed eens Koeman van San Sebastian naar Barcelona om de bevalling mee te maken

Maar dagenlang thuisblijven na een bevalling? In wat van oudsher een machowereld is, valt de lokroep van de bal soms moeilijk te negeren. Trainers hoeven hen niet te vragen wanneer ze komen: spelers zijn plichtsgetrouw.

Tenzij er complicaties zijn. Zoals bij de te vroeg geboren zoon van David Silva, die in december grotendeels afwezig was bij Manchester City, heen en weer pendelend naar zijn zoon in Spanje. Dan worden harde mores in het voetbal vloeibaar.

„In zulke gevallen mag een speler gerust tien weken wegblijven”, zegt Henk de Jong. „Of als het moet een jaar. Want laat ik vooropstellen dat voetbal dan totaal onbelangrijk is.”

Dit seizoen vulde verdriet de kleedkamer van zijn ploeg. Een van de twee dochters van verdediger Jordy Tutuarima overleed een week voor de geboorte. Toch verscheen de speler binnen de kortste keren weer op de training bij De Graafschap. De Jong: „Wegwezen, heb ik toen gezegd. Dat was veel te snel.”

Familieleed gaat boven alles, zeggen ook de andere trainers. „Niemand is onmisbaar”, zegt Verbeek. „Als trainer moet je ook niet denken dat je spelers niet een dag zonder jou kunnen”, aldus Pastoor. „Het circus draait heus wel door.”

„Je hebt ziek en je hebt écht ziek”, zegt Steijn van VVV. Is een baby er ernstig aan toe, dan gaat dat boven alles. Is een baby grieperig, dan is de zorg vooral voor de vrouw. „Ik heb moeite met spelers die ziek worden omdat hun kinderen ziek zijn. Bij VVV geven wij spelers daarom de mogelijkheid om in een hotel te slapen, op kosten van de club.”

In zijn ogen moet het thuisfront begrijpen dat de man altijd fit moet zijn, gezien het „meer dan riante salaris” dat hij ervoor krijgt. Steijn heeft dit bespreekbaar gemaakt in zijn selectie. Hij overwoog zelfs om een brief te schrijven om begrip voor de situatie vragen, maar vond dat achteraf onnodig. „Straks kijkt geen spelersvrouw me aan bij het kerstdiner.”

Felipe Gutierrez als speler van FC Twente.

Foto Ron Jonker

Op zolder slapen

Ook Pastoor vindt het onprofessioneel als een speler niet waakt voor de bacillen in huis. „Ik had alles voor het voetbal over. Sliep op zolder, miste feestjes, slikte levertraan en toen ik hoorde dat bananen goede koolhydraten waren, at ik er zoveel van dat het mijn keel uitkwam. Ziek, dat mocht je niet zijn. Maar de maatschappij is veranderd, spelers ook. Wij zijn meer betrokken bij onze kinderen dan onze vaders, laat staan onze opa’s.”

Een paar gemiste trainingen tart het ritme van de prof. Laat staan vijf weken vaderschapsverlof, straks in 2020. Verbeek: „Als ik dat aankondig bij een technisch directeur, dan neemt hij een ander aan.”

Toch spreekt hier een man die benadrukt dat de emancipatie ook in zijn leven is doorgedrongen. „Ik breng en haal mijn dochter naar de crèche, verschoon net zo goed luiers. Dat heeft mijn vader nooit gedaan.”

Wel heeft hij voorwaarden gesteld toen hij en zijn vriendin voor het ouderschap kozen. Hun kind zou niet vijf dagen per week naar de crèche gaan. Maar is hij ergens trainer, dan gaat hij volle bak. Oftewel: aanvaardde zij het dat zij in zulke tijden meer zorgtaken heeft dan hij?

Vorig jaar nog bij FC Twente: zeven uur weg, zeven uur thuis. „Zij hield de kleine dan nog even op zodat ik haar ook nog zag. In het voetbal doe je toch vaak een beroep op de veerkracht in het gezin.”

Henk de Jong, vader van vier: „Ik heb thuis niet genoeg gedaan. Als ik lang weg ben geweest, zijn de jongsten ook wat afstandelijker. Na een dag is dat vaak weer over.’’

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.