Huwelijksjaren: ‘Absolute openheid is belangrijk’
Zij: ‘We hebben elkaar ontmoet via een christelijke site. Al snel wisselden we nummers uit en praatten we aan de telefoon.’
Hij: ‘Op gegeven moment ben ik bij haar langsgegaan. Toen kregen we een relatie en twee jaar later zijn we getrouwd.’
Zij: ‘In eerste instantie trok zijn foto me aan. Toen ik hem later aan de lijn had, viel me op dat hij heel belangstellend was. Het waren geen simpele gesprekjes, hij vroeg echt door en het voelde al snel vertrouwd, dat vond ik fijn.’
Hij: ‘Wat me in haar aantrok, was haar spontaniteit. Ze heeft humor zonder dat ze het door heeft. Ze floept er soms van alles uit. Dat ongrijpbare vond ik leuk.’
Zij: ‘Ik had niks met dieren. Arno had al een kat voor we gingen trouwen. Ik had geen zin in al die haren enzo, maar hij zei: de kat gaat mee, anders gaan we niet trouwen.’
Hij: ‘Zei ik dat zo bot?’
Zij: ‘Toen we eenmaal getrouwd waren, merkte ik dat ik het toch wel leuk vond, zo’n dier in huis. Zo is de dierenliefde begonnen.’
Hij: ‘Ik had dat altijd al, deed ook vrijwilligerswerk in het dierenasiel. Dieren zijn puur, dat vind ik mooi.’
Zij: ‘Toen ik op Facebook een oproepje zag van een hond die een baasje moest hebben omdat hij nergens terechtkon, dacht ik: die moet hier komen wonen. Van het een kwam het ander en nu vangen we meer dan twintig honden ‘met een rugzakje’ op.’
Hij: ‘Dieren met bijvoorbeeld gedragsproblemen, die anders een spuitje zouden hebben gekregen. Het is gaaf om ze hier weer te zien opbloeien. We wilden wat vrijer wonen en meer ruimte hebben voor de dieren. Daarom zijn we twee jaar geleden hier komen wonen.’
Zij: ‘De dieren doen we allemaal vrijwillig, daarnaast werken we gewoon.’
Hij: ‘Wel vanuit huis, maar ook samen. We hebben samen een trainingsbureau. We zijn dus eigenlijk altijd samen. Maar we hebben allebei onze eigen taken en werkplek.’
Zij: ‘We houden van de vrijheid en weten ook van elkaar dat we tijd voor onszelf nodig hebben.’
Hij: ‘We hebben allebei onze hobby’s. Ik heb het nodig dat ik me af en toe kan terugtrekken achter de piano of het orgel.’
Zij: ‘En ik vind het leuk om creatief bezig te zijn, dus ik heb een eigen hobbykamer. Als ik een tijdje niets voor mezelf heb gedaan, merk ik dat echt en moet ik die tijd even nemen.’
Hij: ‘Op vakantie of een dagje weg is lastig, maar dat hoeft voor ons ook niet.’
Zij: ‘Tijdens de maaltijden hebben we even tijd samen. Als we ’s ochtends de dieren hebben gedaan, gaan we even samen eten en kletsen. Tijdens het avondeten kijken we een programma, dat is even helemaal ontspannen.’
Hij: ‘Ik had eigenlijk geen verwachtingen van het huwelijk.’
Zij: ‘Vanuit vroeger had ik vooral het beeld dat je dan moeder wordt.’
Hij: ‘Voor mij was het huwelijk wel een barrière, die vastigheid. Daar nam jij vooral het voortouw in.’
Zij: ‘Ja dat klopt. Het helpt dat we ook daarover met elkaar kunnen praten. We kunnen heel veel tegen elkaar zeggen.’
Hij: ‘Ik hoop alles. Ik durf wel te zeggen dat er geen dingen zijn die we niet weten van elkaar. Dat vind ik heel waardevol.’
Zij: ‘In 2012 hebben we een miskraam gehad. Dat was een pittige periode.’
Hij: ‘Vooral omdat we het allebei heel anders verwerkten. Bij jou was het intensiever, logisch ook, want het groeide in jouw lichaam.’
Zij: ‘Ik kan me herinneren dat ik tegen hem zei: Het lijkt wel alsof het voor jou helemaal niet meer leeft. Maar later zag ik in dat hij er gewoon op een andere manier mee bezig was.’
Hij: ‘Ik had geen grote emotionele reacties, maar dat betekent niet dat het verdriet er niet was.’
Zij: ‘Het was voor mij intenser dan ik ooit van tevoren gedacht had. Ik heb ook hulp gezocht, maar samen konden we er gelukkig ook over praten. We vonden steun bij elkaar.’
Hij: ‘Het heeft ons niet uit elkaar gedreven.’
Zij: ‘Ik heb, vooral in het begin, moeten leren hem vrij te laten. Ik besliste weleens dingen voor hem en dat gaf heibel.’
Hij: ‘Ik houd er niet van als iemand dingen voor mij bepaalt.’
Zij: ‘Toen ik doorhad dat dat niet werkte, ging het gelijk een stuk beter tussen ons.’
Hij: ‘Ik vind absolute openheid heel belangrijk, ook in kwetsbare en wezenlijke dingen, zoals geloof. Dat we samen de liefde kunnen delen die we in Christus ervaren. Ik ben oud-gereformeerd opgevoed en bij ons thuis werd daar nooit over gesproken. Vorig jaar ben ik tot geloof gekomen, heb ik persoonlijk ervaren dat Gods genade echt voor mij is, en dat heeft mijn leven veranderd.’
Zij: ‘Dat merk ik inderdaad ook. Hij is milder geworden. En we kunnen veel meer over het geloof praten. Het helpt ook dat we dat wel op dezelfde manier beleven.’
Hij: ‘Iets veranderen aan Willemijn? Nee, niets. Daar wordt het veel te ingewikkeld van.’
Zij: ‘Arno zou soms wel iets minder bedachtzaam mogen zijn als hij iets zegt, ik ben meer van: huppakee, ik floep er snel wat uit. Wat ik juist erg in hem waardeer is zijn grote inlevingsvermogen. Hij is er altijd en neemt de tijd voor je. Dat wat ik al voelde toen we alleen nog maar met elkaar belden, spreekt me nog steeds aan.’
Hij: ‘Eigenlijk waardeer ik alles aan haar, maar daar kom ik natuurlijk niet mee weg. Wat ik mooi vind is dat ze overal voor open staat en dat ze mij de ruimte geeft mezelf te zijn.’
Zij: ‘Hij heeft vanmorgen z’n haar geknipt en als ik ’m dan zie, denk ik weer even: oeh, kriebel! Die echte verliefdheidskriebels van het begin zijn er niet meer. Maar soms floept er nog wel iets omhoog.’
Hij: ‘Daar sluit ik me bij aan.’