Direct naar artikelinhoud

Celstraf duurt niet meer automatisch een derde korter

Minister Sander Dekker.Beeld ANP

Het moet niet meer vanzelfsprekend zijn dat daders van zware misdrijven na twee derde van hun celstraf vrijkomen. Minister Sander Dekker van rechtsbescherming heeft zijn langverwachte wetsvoorstel hierover bij de Tweede Kamer ingediend. Gevangenen kunnen straks nog maximaal twee jaar voor het einde van hun straf de cel uit.

In het regeerakkoord gaven de coalitiepartijen al aan het systeem rond vroegtijdige vrijlating te willen wijzigen. “Het is voor de samenleving, en voor slachtoffers in het bijzonder, onverteerbaar dat daders vrijwel altijd maar twee derde van de opgelegde straf achter de tralies zitten. Daar komt bij dat de zwaarst gestraften op die manier de langste periodes voorwaardelijk vrij zijn. Dit doet onvoldoende recht aan de straf die ze opgelegd hebben gekregen”, stelt Dekker.

De vroegtijdige vrijlating van zware criminelen leidt regelmatig tot onbegrip. Dat was bijvoorbeeld ook het geval toen Volkert van der G. in 2014 vrijkwam. De moordenaar van Pim Fortuyn werd veroordeeld tot achttien jaar cel, maar kwam na twaalf jaar gevangenisstraf vrij.

Te kort om te resocialiseren

De Raad voor de Rechtspraak begrijpt waar de onvrede over de huidige regeling vandaan komt, maar stelt dat die er niet voor niets is. Nu worden gedetineerden onder toezicht van justitie gezet en wordt er volgens de Raad ook al per geval gekeken of daders eerder de cel uit kunnen. “We zien dat de huidige wet goed werkt, een constatering die ook blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Natuurlijk ondersteunen wij de plannen van minister Dekker om de samenleving te beschermen, maar voor langgestraften is twee jaar echt te kort om te resocialiseren. Daar staat een periode van vijf tot zeven jaar voor”, licht Sandra Hofstee van de Raad voor de Rechtspraak toe.

Ook de Raad van State is kritisch. Het adviesorgaan van de regering stelt dat het wetsvoorstel vooral voor daders met lange gevangenisstraffen nadelig is. Er gaat dan maximaal twee jaar van hun straf af, in plaats van een derde. Dat betekent dat er ook minder tijd is voor goede begeleiding. Volgens de Raad doet het voorstel daardoor ‘onvoldoende recht doet aan het belang van een goede reïntegratie van langgestraften. Het vergroot het risico dat juist de zwaarste categorie veroordeelden vrijkomt zonder betekenisvolle begeleiding’. 

Persoonlijk plan

Behalve het moment waarop daders vervroegd vrijgelaten kunnen worden, wil Dekker ook de gevangenisstraf zelf veranderen. In een persoonlijk plan wordt straks per gedetineerde bekeken hoe het gedrag kan worden veranderd en wat er nodig is om terug te keren in de samenleving.

Uit onderzoek van het ministerie van justitie en veiligheid blijkt dat zo’n persoonlijk plan de kans op een terugval kleiner maakt. Zeker als gevangenissen samenwerken met gemeenten, reclassering en zorginstellingen. Gevangenen met een inkomen, een huis en grip op hun schulden hebben een kleinere kans op recidive. Daar kunnen ze tijdens hun straf aan werken om de kans op vervroegde vrijlating te vergroten.

Lees ook:

Langer in de cel betekent minder lang begeleiding

Het kabinet wil dat zware criminelen niet meer na twee derde van hun straf kunnen vrijkomen. De reclassering is kritisch.