Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Uitstel van Brexit kan, maar dan wel kort

Europese Unie Na het echec rond de Brexit-deal in Londen gaat het in Brussel over twee scenario’s: een harde Brexit of uitstel. Aan uitstel zal de EU harde eisen stellen.

Een foto maken van de Union Jack in de vergaderzaal van het Europees Parlement, nu het nog kan. Diplomaten houden er rekening mee dat de Britten nog bij de EU horen tijdens de verkiezingen in mei.
Een foto maken van de Union Jack in de vergaderzaal van het Europees Parlement, nu het nog kan. Diplomaten houden er rekening mee dat de Britten nog bij de EU horen tijdens de verkiezingen in mei. Foto Patrick Seeger/EPA

Op een gegeven moment duikt in gesprekken in Brussel over de Brexit nog steevast dat kleine zinnetje op: het kan nog altijd op tijd goedkomen. Als een soort note to self van uitgespeelde Europese onderhandelaars die machteloos toekijken naar de politieke chaos in Londen.

Niet vergeten, het is nog altijd niet uitgesloten dat er op 29 maart, dus over exact tien weken, een ordelijke Brexit zal plaatshebben, keurig volgens het uittredingsakkoord dat het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie hebben uitonderhandeld.

Maar wachten op wonderen gaat niet vanzelf bij vergaderaars die eeuwig op zoek zijn naar oplossingen. In de praktijk gaat het in de Europese Unie sinds dinsdag vooral over twee andere scenario’s.

Het wordt óf een harde Brexit op 29 maart, zonder afspraken tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU. Dat is nu al weken het bijna dagelijkse menu van betrokken diplomaten en ambtenaren. De overblijvende lidstaten en de Europese Commissie zijn druk bezig alle details voor te bereiden. Het overleg wordt steeds intensiever.

Óf het wordt het andere scenario: uitstel van de Brexit. Tot voor kort leek dat vooral een theoretische mogelijkheid, waar niemand zich echt mee bezighield. Premier May zei deze week nog er niet op uit te zijn, maar Europese leiders speculeren er sinds een paar dagen openlijk over.

De vraag van de Britten om uitstel kun je intussen zien aankomen, zei de Franse president Macron deze week sarcastisch: „Ik ken ze een beetje.” Hij denkt dat de Britten zo een nieuwe poging zullen wagen toch nog concessies af te dwingen, onder de hoogste druk van de tijd. Eerst vragen ze om een kort uitstel, voorspelde hij. En daarna zelfs tot na de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei.

Lees ook: Welke Britse parlementsleden krijgen nu een grotere rol?

Welwillend en afwachtend

Als alle Europese lidstaten door Macrons werden geleid, zou een harde Brexit misschien al bijna een feit zijn. Maar in de praktijk zullen de regeringsleiders niet aansturen op een harde Brexit zolang uitstel nog wél kan leiden tot een ordelijke Brexit met uittredingsakkoord, is de verwachting.

Verschillende Europese leiders toonden zich de afgelopen dagen tegelijk welwillend en afwachtend. Als de Britten ermee komen dan kijken we ernaar, lieten onder meer de Ierse premier Leo Varadkar en ook Mark Rutte in Den Haag weten.

Bij de landen die de nauwste banden hebben met het Verenigd Koninkrijk, is het belang om maar mee te werken aan uitstel het grootst: Ierland, Nederland, Duitsland.

De Duitse minister van Economische Zaken, Peter Altmaier, moedigde de Britten zelfs min of meer aan om de tijd te nemen voor hun zoektocht naar een plan waar een meerderheid voor is. Bij de BBC bepleitte hij deze week dat de EU „extra tijd moet toestaan” als het Britse parlement en volk dat nodig hebben „om een duidelijke positie in te nemen”.

Altmaier, die zich zorgen maakt over de gevolgen voor de teruglopende economische groei in Duitsland, dacht al verder vooruit dan zijn ‘eigen’ bondskanselier. „Er is nog tijd”, wimpelde Angela Merkel woensdag speculaties over uitstel nog af. Tien weken is een lange tijd om crises op te lossen in de Europese Unie, weet zij uit ervaring.

Over 71 dagen is het Brexit-dag, maar veel Nederlandse bedrijven zijn niet voorbereid op een ‘no deal’

In Brussel is de lijn dat pas over uitstel wordt vergaderd als de Britten er officieel en schriftelijk om hebben gevraagd. „Zo’n verzoek hebben we niet ontvangen”, zei een woordvoerder van de Europese Commissie. Bovendien heeft de EU ook eisen aan het verzoek. Zo moet er expliciet in staan „om welke redenen het wordt gedaan”. Dat is des te belangrijker omdat de lidstaten er unaniem mee moeten instemmen.

De reden is daarbij een belangrijke overweging. Uitstel afspreken om een tweede referendum te houden is een heel ander verhaal dan enkele weken extra om een geordende Brexit zeker te stellen. Voor die eerste optie lijkt weinig animo in de EU.

Bij verschillende lidstaten is te beluisteren dat een belangrijke voorwaarde voor uitstel is dat de Britten zekerheid kunnen geven over de afloop. Waarom zou je meer tijd geven als dat vooral meer tijd voor onzekerheid is, is dan de redenering. Een referendum is dat per definitie.

Liefst kort uitstel

Bovendien tekent zich bij veel landen een voorkeur af voor een zo kort mogelijk uitstel.

Deels is dat tactiek. Te soepel en te lang uitstel beloven haalt druk weg bij de Britten om snel met een kansrijk voorstel te komen, is de vrees. Maar ook speelt mee dat uitstel tot na de verkiezingen voor het Europees Parlement eind mei grote gevolgen dreigt te hebben.

Zolang de Britten lid zijn van de EU, hebben de inwoners van het Verenigd Koninkrijk stemrecht voor die verkiezingen, net zoals de Britse premier het recht houdt deel te nemen aan Europese toppen. Dat is zelfs het geval als het uitstel beperkt blijft tot drie maanden, zoals in sommige scenario’s.

Aanvankelijk werd geopperd dat dit nog wel zou kunnen, omdat het nieuwe parlement pas op 2 juli aantreedt. De Britten zouden dan geen verkiezingen organiseren. Maar juristen vrezen dat Britse kiezers (of andere Europese kiezers) dat met succes zouden kunnen aanvechten.

Alternatief is dat de Britten wel gaan stemmen, Brexit of niet. De Europese regeringsleiders hebben hier opmerkelijk genoeg al rekening mee gehouden toen ze in juni vorig jaar afspraken hoe de zetels in het Europees Parlement na de Brexit worden verdeeld tussen de overblijvende lidstaten.

Mochten de Britten tóch nog lid zijn bij het begin van de nieuwe zittingsperiode van het nieuwe parlement, spraken ze toen af, dan geldt de oorspronkelijke zetelverdeling, zolang als het Britse lidmaatschap duurt. Dat betekent voor een aantal lidstaten, waaronder Nederland, eerst een tijdje drie zetels minder. Enkele Europarlementariërs stromen dan mogelijk pas later in.