Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Hockey

Hoe België een hockeyland werd

Topsportproject De Belgen zijn voor het eerst wereldkampioen. De finale tegen Nederland werd met sudden death shoot-outs beslist.

De Belgische hockeymannen vieren hun overwinning op Nederland in de WK-finale in het Indiase Bhubaneswar.
De Belgische hockeymannen vieren hun overwinning op Nederland in de WK-finale in het Indiase Bhubaneswar. Charles McQuillan / Getty Images for FIH

De Belgische hockeyers konden het niet geloven. Arthur De Sloover had ze zojuist naar de wereldtitel geschoten. Of toch niet? De videoscheidsrechter moest uitkomst bieden, De Sloover zou tijdens zijn shoot-out de bal met de voet hebben geraakt, claimde de Nederlandse doelman Pirmin Blaak. Inderdaad, zo wezen de vertraagde beelden op de schermen in het Kalinga Stadium in Bhubaneswar uit. Geen doelpunt. Na een uur doelpuntloos spel en tien shoot-outs was de WK-finale tussen België en Nederland nog altijd niet beslist. Er moesten nog minimaal twee shoot-outs volgen.

De Belgen waren eerst aan de beurt in de sudden death, en Florent van Aubel faalde niet. Voor Nederland meldde zich vervolgens Jeroen Hertzberger op de 23-meterlijn. De 32-jarige aanvaller was bij zijn eerste poging om keeper Vincent Vanasch binnen acht seconden te passeren, succesvol geweest, maar bezweek dit keer onder de druk. België toch wereldkampioen. Een ploegprestatie die tot nu toe alleen door de Belgische korfbalploeg, in 1991, is geëvenaard.

De wereldtitel is een prachtig eind van een verhaal dat begon in 2005. Toen werd de Nederlander Bert Wentink aangesteld als technisch directeur van de Koninklijke Belgische Hockey Bond (KBHB). Hij kreeg van de net aangetreden voorzitter Marc Coudron de opdracht België naar de wereldtop te brengen. Coudron droomde van de Olympische Spelen, die hij in de zeventien jaar dat hij zelf internationaal hockeyer was, telkens misliep. Het was een ambitieuze opdracht die Wentink meekreeg: hockey werd in België toch vooral gezien als een Franstalige sport, de KBHB telde slechts 15.000 leden, en de sport moest het stellen zonder media-aandacht en sponsors.

50.000 hockeyers in België

Wentink richtte het topsportproject ‘Be Gold’ op, dat voor de opleiding moest zorgen van hockeytalent voor de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in 2016. Uniek in de geschiedenis van de Belgische teamsport. De best mogelijke voorwaarden werden geschapen, niet alleen voor de nationale (jeugd)teams, ook voor de clubs. „We zijn vooral bezig geweest om een goede en gezonde infrastructuur neer te zetten, met onder meer goede trainers voor iedereen”, zei voorzitter Coudron in november in NRC. In 2005 waren er in België circa vijftig clubs, nu telt het land bijna honderd hockeyverenigingen, waar bijna 50.000 mensen wekelijks plezier hebben met stick en bal. Aantallen die nog altijd schril afsteken bij Nederland, dat meer dan driehonderd hockeyclubs en 250.000 hockeyers telt.

Lees ook de column van Wilfried de Jong: Een tophockeyer in de rol van cowboy

Terug naar de opdracht van Wentink: van België een tophockeyland maken. Dat ging sneller dan gepland. Twee jaar na zijn aanstelling kwalificeerden de Red Lions zich, dankzij een derde plaats op het Europees kampioenschap, voor de Spelen van Beijing in 2008. Dat de ploeg daar slechts als negende eindigde, werd voor lief genomen, Rio was immers het grote doel. De Belgen kwalificeerden zich niet voor het WK van 2010, maar bij de Spelen van Londen in 2012 was België er weer bij. Een vijfde plaats betekende een grote stap vooruit, het podium kwam in zicht.

Niet te vroeg juichen

Daarvoor werd de hulp ingeroepen van nog een Nederlander. Toon Siepman, in Nederland vooral bekend als de man van de sleeppushtechniek, en Jeroen Delmee, voormalig aanvoerder van Oranje, waren als assistenten betrokken bij de Belgische nationale ploeg. En in 2012 kwam Marc Lammers erbij als bondscoach. Hij leidde België in 2013 naar Europees zilver en een jaar later naar de vijfde plaats op het WK in Den Haag, de hoogste eindklassering ooit en een bewijs van de progressie.

Lammers nam die zomer onverwacht afscheid van de Belgen, en Delmee werd aangesteld als zijn opvolger. Hij zou Rio niet halen, Wentink wel. Het werd zijn finest moment als technisch directeur van de Belgische bond. Niet alleen werd Nederland in de halve finale verslagen, ook kon België de eerste olympische medaille in een teamsport vieren. En de les van de verloren finale tegen Argentinië werd meegenomen naar Bhubaneswar: niet te vroeg juichen. Dat dat zondag toch weer even gebeurde, had geen gevolgen. België is wereldkampioen.