Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Hooggerechtshof Sri Lanka roept president tot de orde

President Sirisena had het parlement niet mogen ontbinden, oordeelde het hof. Het besluit betekent nog geen einde aan de politieke chaos.

President Maithripala Sirisena op een bijeenkomst met zijn volgers op 5 november 2018.
President Maithripala Sirisena op een bijeenkomst met zijn volgers op 5 november 2018. Foto Lakruwan Wanniarachchi/AFP

Het eenzijdige besluit van Sri Lanka’s president Maithripala Sirisena om begin november het parlement te ontbinden en vroegtijdig verkiezingen uit te schrijven, was illegaal. Dat is het unanieme besluit van zeven rechters van ’s lands hoogste rechtbank.

De uitspraak is een pijnlijke nederlaag voor Sirisena, die de afgelopen weken volhield dat hij volledig in zijn recht stond bij het nemen van een reeks besluiten die ervoor zorgden dat Sri Lanka nu al ruim een maand zonder een functionerende en vooral wettige regering zit.

De president stortte het eiland op 26 oktober in een ongekende politieke crisis toen hij plots zijn premier ontsloeg en hem amper enkele uren later verving door Mahinda Rajapaksa, een van oorlogsmisdaden beschuldigde oud-president.

Daarop brak een machtsstrijd uit tussen de president en de terzijde geschoven premier Ranil Wickremesinghe. Die laatste weigerde zijn „ongrondwettige” ontslag te accepteren. Toen duidelijk werd dat een meerderheid van het parlement zich achter de ‘oude’ premier zou scharen, ontbond Sirisena het parlement en riep nieuwe verkiezingen uit.

Daarmee handelde hij in strijd met de grondwet, oordeelde het Hooggerechtshof donderdag. Daarin staat, dankzij een amendement dat eerder door Sirisena zelf werd ondertekend, dat de president het parlement pas 4,5 jaar na haar instelling kan ontbinden. Het huidige parlement werd in 2015 verkozen.

Haag van politieagenten

Eerder al schortte het Hof de ontbinding tijdelijk op, in afwachting van haar definitieve vonnis. De parlementszittingen die daarop plaatsvonden verliepen chaotisch en bij vlagen gewelddadig. Zo moest de Kamervoorzitter beschermd worden door een haag van politieagenten, omdat aanhangers van Rajapaksa hem bestookten met grondwetbundels, stukken stoel en water vermengd met chilipoeder.

Dat voorkwam niet dat meerdere moties van wantrouwen tegen Rajapaksa werden aangenomen. Maar zowel hij als Sirisena weigerde de uitkomst te accepteren, onder meer omdat de stemming mondeling was afgenomen. Dat was een noodgreep van de kamervoorzitter, omdat een schriftelijke stemming door de chaos onmogelijk was.

Sirisena en Rajapaksa beriepen zich ook op het feit dat het parlement, in afwachting van het vonnis van het hof, niet gelegitimeerd was om een dergelijke motie te behandelen.

Maar ook nu er een definitieve uitspraak ligt, is de crisis allerminst voorbij. Sirisena moet nu opnieuw een regering en een premier aanwijzen, maar hij heeft meermaals verklaard dat hij onder geen beding Wickremesinghe terug wil in zijn oude rol. Woensdag stemde een meerderheid van het parlement echter voor Wickremesinghe als hun voorkeurskandidaat.

Lees ook deze reportage uit Sri Lanka: "Als de wet niet meer wordt gerespecteerd, zijn we niets meer dan wilde dieren."

Voordat hij kan worden aangesteld, moet eerst Mahinda Rajapaksa worden ontslagen. Een lagere rechtbank verbood de oud-president-nu-premier onlangs al als zodanig op te treden. Tegen dat besluit ging Rajapaksa in beroep. Die zaak loopt nog. In een poging het onvermijdelijke uit te stellen, zou Sirisena zich op de afloop van die zaak kunnen beroepen.

Onwaarschijnlijk, maar na de afgelopen weken niet ondenkbaar. Zowel Sirisena als Rajapaksa hebben nog niet op het vonnis van het Hof gereageerd. Wie dat wel deed was Namal Rajapaksa, zoon van en parlementariër. Via Twitter liet hij weten dat zij de uitspraak van het Hof „respecteren”. Er was wel een maar: „Wij hebben onze bedenkingen wat betreft haar interpretatie”, schreef Namal. „Wij blijven aan de zijde staan van degenen die om nieuwe verkiezingen vragen.”