Vangnet voor burgemeester schiet tekort
Den Haag
Dat staat in een onderzoek van de adviesbureaus BMC en De Beuk in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Het vangnet voor burgemeesters is lastig geregeld’, legt onderzoeker Hans Schonewille van BMC uit. ‘Formeel is de gemeenteraad tegenwoordig de werkgever van de burgemeester. Maar in de gevallen waar het misgaat, is vaak juist sprake van een conflict met de raad. De tweede die dan iets kan doen, is de commissaris van de Koning, maar het verschilt sterk per persoon of die iets doet. Als anderen instanties in gebreke blijven, zou het ministerie van Binnenlandse Zaken moeten optreden. Dat gebeurt onvoldoende.’ Schonewille adviseert het ministerie ook vanaf de benoeming van een burgemeester zijn verantwoordelijkheid te nemen. ‘Er zijn wel startklassen voor beginnende burgemeesters, maar daar zit je niet meteen in op de eerste dag van je aanstelling. De overheid zou een klankbord kunnen organiseren.’
meer energie
Binnenlandse Zaken heeft nog niet gereageerd op het rapport en heeft het volledige onderzoek ook nog niet gepubliceerd. Maar de onderzoeksbureaus hebben een samenvatting ervan op hun website gezet. Op verzoek van het ministerie zochten ze uit of Nederlandse burgemeesters bepaalde types zijn en welke vaardigheden ze in de toekomst nodig hebben. Ze analyseerden de persoonlijkheidsprofielen van 121 burgemeester, ruim 30 procent van het totale aantal. Over het algemeen lijken burgemeesters veel op de gemiddelde Nederlander, maar er is een aantal zaken dat opvalt. Zo hebben burgemeesters meer energie en zijn ze bepaald niet verlegen. Ze communiceren direct en bewegen zich graag in groepen. Ook bedenken ze graag praktische oplossingen. Veel burgemeesters bedienen zich ‘van een krachtige, verbaal dominante manier van sturen’.
Die laatste eigenschap is een valkuil, zegt Schonewille. ‘Burgemeesters moeten leren op veel momenten even op hun handen te blijven zitten. Dat zou de effectiviteit verhogen.’ Het is meer een taak voor wethouders om zich direct uit te spreken over kwesties, zegt hij. ‘Veel burgemeesters hebben zelf een achtergrond als wethouder en het is lastig dat af te leren.’
Het ambt van burgemeester is de afgelopen jaren zwaarder geworden, stelt Schonewille. Gemeenten worden groter, ze krijgen meer taken en burgemeesters wonen veel meer in een glazen huis. In die situatie hebben burgemeesters meer ‘lenigheid’ nodig, menen de onderzoekers. Ze moeten kunnen schakelen tussen verschillende bestuursstijlen. Daarvoor is scholing nodig en in dat traject verdienen ‘vragen en luisteren’ meer aandacht dan ‘overtuigend praten’.
Aan burgemeesters zelf geven de onderzoekers het advies om regelmatig te reflecteren op hun eigen handelen en tegenspraak te organiseren. Schonewille: ‘Die krijgen ze niet automatisch. Veel mensen blijven een burgemeester met “u” aanspreken en komen niet te dichtbij. Een burgemeester kan een coach inhuren om hem te begeleiden. Een andere optie is met een aantal collega’s een groepje te vormen om zo elkaar scherp te houden.’ <