Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Pensioenen

Pensioenoverleg klapt, vakbeweging krijgt de schuld

Onderhandelingen Onderhandelaars wisten dinsdagavond laat geen akkoord te bereiken. De FNV kon niet leven met het voorstel voor de AOW.

Hans de Boer van VNO/NCW komt aan bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het pensioenoverleg met werkgevers en vakbonden. Ook Mark Rutte minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) schoof bij de gesprekken aan.
Hans de Boer van VNO/NCW komt aan bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het pensioenoverleg met werkgevers en vakbonden. Ook Mark Rutte minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) schoof bij de gesprekken aan. Foto Evert-Jan Daniels

De onderhandelingen over een nieuw pensioen zijn mislukt en de vakbonden kregen meteen de schuld. En niet zo’n beetje ook. Minister-president Mark Rutte (VVD) noemde het op dinsdagavond „echt verschrikkelijk voor Nederland”, de vakbeweging had geen „leiderschap willen tonen” om de dreigende kortingen op pensioenen te voorkomen.

Het kabinet-Rutte III had miljarden euro’s willen uitgeven om de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen en de boete op vroegpensioen te verlagen. En dan zouden pensioenfondsen ook nog eens één grote pensioenpot mogen houden voor al hun deelnemers. Van de ‘persoonlijke pensioenpotjes’ uit het regeerakkoord kwam niks terecht. Hoeveel verder kun je, vond Rutte, nog gaan als kabinet?

Soepeler rekenregels

Wat de vakbonden op tafel zagen liggen: vage beloften en veel uitstel. Zo zou een commissie nog gaan bekijken of pensioenfondsen soepeler rekenregels mogen gebruiken, waardoor de pensioenen sneller omhoog kunnen. Volgens de vakbonden zou het nieuwe pensioen nooit gaan werken zonder die nieuwe rekenregels. En de beloftes over een langzamer stijgende AOW-leeftijd? Het kabinet wilde wel toegeven dat die stijging nu te snel gaat, maar een volgend kabinet zou pas gaan beslissen over het precieze tempo van de stijging.

Waar het op neerkwam: de vakbonden vertrouwen het kabinet niet. Wat meespeelde: oud zeer. In 2011 sloten de vakbonden ook al een pensioenakkoord met het kabinet-Rutte I, met afspraken over de AOW-leeftijd. Toezeggingen aan de vakbonden werden toen niet nagekomen.

Dinsdagavond tegen elf uur kwamen de onderhandelaars naar buiten op het ministerie van Wouter Koolmees (Sociale Zaken, D66). „Het kabinet is met te weinig structurele oplossingen gekomen voor de AOW-leeftijd en pensioen voor zzp’ers”, zei FNV-voorzitter Han Busker.

Lees ook: Rutte heeft haast, vakbonden niet

Dat het niet is gelukt, geldt als een nederlaag voor Rutte. In de laatste Miljoenennota noemde het kabinet het bereiken van een pensioenakkoord nog een van zijn belangrijkste ambities. Daar komt bij: Rutte, die dit soort klussen doorgaans liever overlaat aan vakministers, bemoeide zich sinds vorige week intensief met de gesprekken.

De gesprekken hadden moeten leiden tot een nieuw aanvullend pensioen, waar werknemers voor sparen bovenop hun ‘staatspensioen’, de AOW-uitkering. Dat pensioen had meer moeten aansluiten bij de arbeidsmarkt van nu, waar werknemers vaker van baan verwisselen of zzp’er worden.

Het kabinet, werkgevers en vakbonden waren het al wekenlang in grote lijnen eens over hoe het nieuwe pensioen eruit moest zien. De discussie ging vooral nog over de aanvullende eisen die de vakbonden stelden in ruil voor hun handtekening.

De vakbonden werden gesteund door de oppositiepartijen GroenLinks, SP en PvdA. Het kabinet wilde ook steun van die partijen, om pensioenwetten door de Eerste Kamer te kunnen krijgen, mocht de coalitie haar meerderheid kwijtraken na de Provinciale Statenverkiezingen van maart volgend jaar.

Uiteindelijk niet akkoord

De werkgevers en vakbonden waren al vierenhalf jaar met elkaar in gesprek om te bedenken hoe het pensioen aangepast kan worden. Werknemers zouden hun pensioen blijven opbouwen in één gezamenlijke pot van hun pensioenfonds. Het nieuwe pensioen zou wel sterker meebewegen met de situatie op de financiële markten. In goede tijden kunnen de pensioenen sneller meestijgen met de inflatie. In slechte tijden wordt er eerder gekort.

Het kabinet wilde dit pensioenakkoord vooral graag omdat de zogenoemde ‘doorsneepremie’ zou worden afgeschaft. Die regelt dat een jonge werknemer voor elke euro pensioenpremie evenveel pensioen opbouwt als een oudere werknemer. Dat klinkt eerlijk, maar de euro van een jongere is meer waard, omdat die langer kan renderen. Daarom is de doorsneepremie eigenlijk een subsidie van jong naar oud. Voor wie zijn hele leven bij een pensioenfonds is aangesloten, is dat niet erg. Maar nu zijn er ook mensen die bijvoorbeeld op 45-jarige leeftijd zzp’er worden en daarom het pensioenfonds verlaten. Zij hebben de subsidie wél betaald, maar niet ontvangen.

Het is nog onduidelijk of het kabinet nu zelf met plannen komt om het pensioen te veranderen, zonder steun van werkgevers en vakbonden. Tot nu toe wilde Koolmees nooit vooruitlopen op zo’n plan B.

Hij neemt wel een groot risico als hij de sociale partners passeert. Die zien de pensioenen als ‘hun’ onderwerp, omdat het gaat over door werknemers zelf gespaard pensioengeld. Ook zijn ze goed vertegenwoordigd in de besturen van pensioenfondsen. Via die weg zouden ze Koolmees kunnen tegenwerken. Daarbij zullen GroenLinks, SP en PvdA het kabinet niet aan een Eerste Kamermeerderheid willen helpen als vakbonden tegen de veranderingen zijn.

Naschrift: dit bericht is in de loop van 21 november 2018 geactualiseerd.