Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Het gaat iets beter met de lhbt’ers

Dat blijkt uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat woensdag verschijnt.

Foto Olaf Kraak/ANP

De leefsituatie van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender Nederlanders is op een aantal terreinen verbeterd, maar is nog steeds slechter dan die van niet-lhbt’ers. Dat blijkt uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), dat deze woensdag verschijnt.

In een tweejaarlijkse monitor onderzoekt het SCP in hoeverre de leefsituatie van lhbt- en niet-transgender (cisgender) heteroseksuele personen verschilt, en in hoeverre deze situatie de afgelopen jaren is veranderd. De data zijn afkomstig uit grootschalige bevolkingsonderzoeken, en hebben betrekking op onder meer sociaal-economische status, gezondheid en veiligheid.

Een belangrijke verbetering is dat lesbische en homoseksuele personen in 2017 niet vaker geweld meemaakten dan heteroseksuele personen. In 2012 was 7 procent slachtoffer van geweld (tegenover 4 procent van de hetero’s), in 2017 lag dat op 4 procent (tegenover 3 procent). Dat verschil is na correctie voor sociaal-demografische kenmerken niet meer significant. Hoewel media berichtten over een toename van homofoob geweld, is hiervan volgens het SCP dus geen sprake.

Vaker cyberpesten

‘Lhbt’ers’ kregen de afgelopen vijf jaar ook minder te maken met respectloos gedrag. Wel werden ze vaker slachtoffer van cyberpesten en voelen zij zich onveiliger dan heteroseksuelen. Op het werk ervaren homo- en biseksuelen meer ongewenst gedrag en conflicten. Ze hebben meer burn-outklachten en zijn minder tevreden.

Opvallend zijn de gegevens over de gezondheid en levensstijl van biseksuelen. Zij zijn vaker obees dan heteroseksuele personen, roken vaker en gebruiken meer drugs. 26 procent kan psychisch ongezond worden beschouwd, 18 procent had het jaar voorafgaand aan de enquête een depressie. Onder heteroseksuelen is dat respectievelijk 11 en 8 procent. Een mogelijk verklaring hiervoor, zegt het SCP op basis van eerder onderzoek, is het bestaan van vooroordelen en „het gebrek aan een sociaal netwerk van gelijkgestemden”.

Lees ook: ‘Wie in de kast blijft, moet continu opletten’

Transgenders

Voor het eerst bevat de lhbt-monitor een apart hoofdstuk over transgenders. De positie van deze groep is relatief slecht. Personen die een wijziging in hun geslachtsregistratie hebben laten doorvoeren vallen vaker in de lage inkomenscategorie, hebben meer schulden en vaker een uitkering. Ze rapporteren meer mishandeling thuis, een lagere eigenwaarde en meer psychische problemen.