Direct naar artikelinhoud
NieuwsThuis wonen

Twintigers in Europa blijven steeds langer bij pa en ma wonen

Europa gaat gebukt onder een pandemie van thuiswonende twintigers. In bijna heel Europa stijgt het aantal late twintigers dat – dikwijls noodgedwongen – bij hun ouders blijft wonen. In Nederland woonde vorig jaar 18,1 procent van de 25- tot 30-jarigen bij een of beide ouders, een modern record: in 2009 was dat nog 12,7 procent. Het EU-gemiddelde steeg bijna net zo hard, naar 42 procent.

Boterhammen gesmeerd door moeder.Beeld Joost van den Broek

Dat blijkt uit zaterdag gepubliceerde cijfers van Eurostat. Kroatische twintigers zijn Europees kampioen niet-het-huis-uitgaan: driekwart van de Kroatische 25- tot 30-jarigen woont nog bij de ouders. De Eurostat-cijfers tonen een demografische kloof tussen noord en zuid: in Scandinavië staan jongeren het vroegst op eigen benen, in Zuid-Europa het laatst. In Denemarken woont bijvoorbeeld slechts 4 procent van de late twintigers niet op zichzelf, in Italië bijna 67 procent. Stipnoteringen op de ranglijst van thuiswonende twintigers zijn België en Ierland: nergens nam hun aantal zo snel toe de laatste jaren als daar. Zo woonde bijna een derde van de Belgische 25- tot 30-jarigen in 2017 bij hun vader en/of moeder, in 2010 was dat nog 21 procent.

Kampenaar Wim Duitman (29) was tot voor kort een typisch voorbeeld van de ‘boemeranggeneratie’: jongeren die als twintigers weer bij paps en mams intrekken. ‘Het was lastig om een hypotheek te krijgen zonder vast contract, en mijn inkomen was net te hoog voor een sociale huurwoning, terwijl de spoeling in de particuliere sector erg dun was’, vertelt Duitman, softwareadviseur en nummer 2 van het CDA Overijssel op de lijst voor de Provinciale Statenverkiezingen. Pas eind vorig jaar wist hij een huurwoning in Kampen te bemachtigen. Tot lichte opluchting van hemzelf én zijn vader. ‘Ik woonde bij hem. Het was niet dat hij dacht ‘mooi, die is opgehoepeld’, maar voor beide kanten is het toch wel gezond, uit huis gaan.’

Flexibele contracten en hoge huizenprijzen

Economische factoren als de krappe woningmarkt en de wildgroei aan wegwerpcontracten verklaren het langer thuiswonen van twintigers, denkt Tanja Traag van het CBS. In Nederland spelen in haar ogen ook de veranderingen in de studiefinanciering een rol: sinds de invoering van het sociaal leenstelsel in 2015 gaan studenten minder op kamers. Jongeren trouwen bovendien steeds later, wat mede het langer thuiswonen verklaart: eind 20ste eeuw trouwden Nederlandse vrouwen gemiddeld nog op hun 28ste en mannen op hun 30ste, tegenwoordig respectievelijk op hun 31ste en bijna 34ste. Dat heeft met de tijdgeest te maken, maar ook met economische omstandigheden, stelt Traag. ‘Flexibele contracten en hoge huizenprijzen maken de financiële barrière heel hoog om op eigen benen te gaan staan.’