Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Klimaatverandering veroorzaakt intensere regenbuien en meer hittegolven

De wetenschappers voorspellen onder meer dat het gemiddeld aantal jaarlijkse hittegolfdagen zal stijgen van vier vandaag tot achttien tegen 2050 en vijftig tegen 2100.Beeld iStock

Op het einde van deze eeuw kunnen we ons verwachten aan nattere winters en warmere, drogere zomers. De regenbuien zullen intenser worden en hittegolven zullen nog vaker voorkomen. Dat concluderen verschillende Belgische wetenschappers.

Door de klimaatopwarming veranderen de extremen in het weer. Een warmere atmosfeer kan meer vocht bevatten en heeft zo bijvoorbeeld een impact op neerslagpatronen. Hevigere regenbuien zullen worden afgewisseld met langere periodes van droogte. En als neerslag uitblijft, gecombineerd met hoge temperaturen en zon die vocht uit de bodem verdampt, dan resulteert dat in droogteproblemen.

Het zijn maar enkele van de verwachtingen die wetenschappers van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) en verschillende Belgische universiteiten vandaag naar voor schuiven in het wetenschappelijk magazine Eos vandaag. Voor België voorspellen ze onder meer dat het gemiddeld aantal jaarlijkse hittegolfdagen zal stijgen van vier vandaag tot achttien tegen 2050 en vijftig tegen 2100, dat de rivieren sneller uit hun oevers zullen treden en dat de intensiteit van zomerse regenbuien zal toenemen met 40 à 50 procent.

‘De hoeveelheid neerslag in de zomer kan halveren tegen 2100'
Patrick Willems, Hydroloog KUL

Het is niet omdat de regenbuien heviger worden, dat er in totaal meer regen valt. “De hoeveelheid neerslag in de zomer kan halveren tegen 2100", verklaart hydroloog Patrick Willems (KU Leuven) aan Eos. Bovendien zal er door de hogere temperaturen meer water uit de bodem en waterlopen verdampen.

Droogte

Willems maak zich vooral zorgen over droogte en minder over overstromingen. “Vlaanderen is met een watervoorraad van 1.480 kubieke meter per persoon per jaar sowieso heel kwetsbaar. We kunnen de vraag nu al amper dekken”, klinkt het. Vanaf minder dan 2.000 kubieke meter wordt er internationaal gesproken over “zeer weinig water”, bij minder dan 1.000 kubieke meter gaat het om een “ernstig watertekort”.

In hun prognoses gaan de wetenschappers uit van een worstcasescenario. Ze zijn het resultaat van simulaties met verschillende klimaatmodellen die niet allemaal dezelfde uitkomsten geven. Die vallen wel met grote betrouwbaarheid binnen een bepaalde bandbreedte. De bovengrens daarvan geeft aan waar we ons in het slechtste geval aan mogen verwachten. Dat maakt het voor beleidsmakers moeilijk om maatregelen te nemen, aldus Willems. “De focus moet liggen op ingrepen waar we geen spijt van krijgen, wat de toekomst ook brengt”, stelt hij.