Direct naar artikelinhoud
Column

Waarom schopt Nabokovs hoofdpersoon de hond? Ik weet het niet

Waarom schopt Nabokovs hoofdpersoon de hond? Ik weet het niet
Beeld Maartje Geels

Aangenaam, Amalek, u kent mij misschien nog wel! Het is als een stem uit een grijs verleden. Amalek, wacht even, van de Amalekieten toch? Maar wat was u ook weer, vriend of vijand? 

Er zal in mijn jeugd weleens over gepreekt zijn en anders kwamen ze tijdens bijbellezingen wel voorbijrollen of -ratelen, de Amalekieten. O hoe goed kende ik ze, al die, ach ja natuurlijk, vijanden van het volk Israël want vrienden hadden ze niet, alleen degene wiens naam ze niet mochten uitspreken, God, was hun vriend: Filistijnen, Edomieten, Moabieten en ja dus ook de Amalekieten.

Daar kreeg ik als kind al een punthoofd van, dat je steeds als je iets niet begreep, het symbolisch moest uitleggen

Maar ik was ze eerlijk gezegd na veertig, vijftig jaar een beetje uit het oog verloren. En nu kom ik ze tegen in een boekje dat me ongevraagd maar niet ongewenst werd toegestuurd: 'Bijbelse miniaturen' van dominee Carel ter Linden, korte verhaaltjes over bijbelse figuren zoals Adam en Eva, Noach, Mozes, David, Jezus, Amalek. 

De Amalekieten (Amal betekent slecht, lees ik op internet) moeten van God vernietigd worden, ze hebben immers het volk Israël na de uittocht uit Egypte in de rug aangevallen. Iedereen en alles moet over de kling gejaagd, ook hun vee. Zo gezegd zo gedaan, zij het dat Saul hun koning Agag en ook het vee spaart, waarop de profeet Samuel dan maar eigenhandig Agag onthoofdt. Wreed verhaal over wat best genocide mag worden genoemd, zoals er in het Oude Testament wel meer van zijn, beetje onbegrijpelijk ook als je de Bijbel als boek van openbaring en morele lessen beschouwt en niet als een geschiedenisboek.

Om de hete brij

Maar dominees zijn er om dat soort dingen uit te leggen, al lukt het ze soms niet. Zo herinner ik me dat ik mijn eigen vader vroeg 'de schanddaad te Gibea', ook zoiets onbegrijpelijks, nader te verklaren, maar hij kwam niet verder dan wat symbolistisch om de hete brij heen draaien. 

Ook Ter Linden slaagt er wat mij betreft niet echt in: 'Het gaat in de bijbelse krijgsverhalen zelden om 'gewone' slagvelden, het gaat over de strijd tussen God en het heidendom, in de zin van 'het goddeloze'. Dat goddeloze komt hier tot uiting als een lafhartige aanval op de kwetsbare achterhoede van Israël. Er is een heidendom, wil het verhaal zeggen, dat met wortel en tak moet worden uitgeroeid.'

Ook weer symbolisch dus. Daar kreeg ik als kind al een punthoofd van, dat je steeds als je iets niet begreep, het op een bepaalde manier geestelijk of symbolisch moest uitleggen.

Van mijn moeder heb ik onlangs alle preken van mijn vader gekregen en ook daar kom ik geregeld geworstel met bijbelwoorden tegen. Hij kende het boek uit zijn hoofd, maar dat betekende nog niet dat hij het ook bevredigend kon verklaren. Misschien hoeft dat ook niet trouwens, al is het lastig als er leergierige jongetjes in de buurt zijn, het lukt de literaire kritiek, mijn eigen branche, ook lang niet altijd. In 'Heer, vrouw, boer' van Nabokov schopt de hoofdpersoon voortdurend zijn hond, het arme beest. Waarom? Ik zou het niet weten. Om een zekere slechtheid te illustreren, zeg ik maar armoedig. Meer is het misschien ook wel niet.

Eerdere columns van Rob Schouten leest u hier.