Direct naar artikelinhoud

'Naar Holland' geeft scherp de loyaliteitsconflicten van Indische Nederlanders weer

Een foto uit de tentoonstelling in het Migratiemuseum.Beeld Henriette Guest - Stichting Tong Tong

De integratie van de Indische Nederlanders wordt nu gezien als een succes. Een nieuwe tentoonstelling toont hun moeizame ervaringen in de jaren vijftig en laat hen zelf aan het woord.

Bestond die grote stroom van Indische Nederlanders - mensen van gemengd Nederlands/Indonesische komaf - die na december 1949 naar Nederland kwam nu uit repatrianten, migranten of vluchtelingen? De tentoonstelling 'Naar Holland', die vandaag in het Migrantenmuseum in Den Haag opent, geeft daar geen direct antwoord op. Aan de hand van foto's en teksten geeft die scherp de loyaliteitsconflicten en angstgevoelens weer die deze groep van ongeveer 200.000 mensen na de definitieve overdracht van het voormalige Nederlands-Indië meetorsten naar Nederland.

De overheid deed alles om deze Nederlanders in Indonesië te houden. Je schrikt van de stukken daarover.

Voor totoks, volbloed Nederlanders, was terugkeer naar het moederland een uitgemaakte zaak. Voor gemengdbloedigen lag de zaak veel gecompliceerder, zegt Wim Manuhutu, directeur van het onlangs geopende Migratiemuseum. Hij wijst op de krantenkoppen uit 1950 die groot op een van de panelen staan: 'Minister zegt tot de Indische Nederlanders: Zoekt toekomst in Indonesië'. "De overheid deed alles om deze Nederlanders daar te houden. Je schrikt van de ambtelijke stukken hierover, dat is soms op het racistische af. Botweg weigeren kon natuurlijk niet, want het waren Nederlanders. Voor de overkomst naar Nederland moesten zij flink betalen. Dat bedrag werd voorgeschoten, maar ze moesten dat tot de laatste cent terugbetalen. Zuinig is in dit geval echt een eufemisme."

Een Indisch doorgangshuis in Rotterdam.Beeld Hollandse Hoogte / Nederlands Fotomuseum

Japanse capitulatie

Hoewel Indische Nederlanders Nederland vaak alleen van plaatjes kenden, kozen zij toch voor vertrek naar dit land. Dat had alles te maken met de politieke en sociale spanningen die begonnen kort nadat de latere president Soekarno op 17 augustus 1945, daags na de Japanse capitulatie, de Republiek Indonesië uitriep. Indische Nederlanders, maar ook bijvoorbeeld mensen van Chinese afkomst, werden gezien als verraders en kregen te maken met excessief geweld in de zogenoemde Bersiapperiode.

Er werd gevreesd voor een tweede Bersiap na de soevereiniteitsoverdacht.

"Voor veel mensen voelde de komst naar Nederland als een vlucht uit hun moederland", zegt Manuhutu. "Behalve angst was er ook onzekerheid: was er nog wel plaats voor hen in het nieuwe Indonesië? Bovendien hadden zij ook Nederlandse wortels, zij spraken bijvoorbeeld die taal. Zij worstelden met levensgrote dilemma's."

Dat deze groep in Nederland allesbehalve met open armen werden ontvangen, is algemeen bekend. Het land kampte nog hevig met de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog, waardoor er te weinig woningen waren. "Zij werden met scheve ogen aangekeken en gezien als concurrenten. Families kwamen terecht op een kamertje in een pension waar ze niet mochten koken, want het Indische eten stonk te veel. Zij waren gewend elke dag een bad te nemen, maar dat werd in Nederland te gortig gevonden. Een keer in de week was genoeg."

Veel families kwamen terecht in een pension.Beeld Jean W.G. Retel Helmrich

Op de tentoonstelling komen mensen aan het woord die vertellen over hun uiteindelijk succesvolle integratie, maar ook over hun eerste kennismaking met Nederland en hoe zij hun ervaringen doorgeven aan volgende generaties. Volgens Manuhutu is het vertellen van de verhalen van mensen en hun plaats in het groter geheel het primaire doel van het nieuwe museum. "We zijn geen klassiek museum met een depot. We verzamelen niets. We zijn daarentegen op zoek naar vrijwilligers met een familiale band met Indonesië die als gastheer of -vrouw bezoekers kunnen rondleiden. Dat maakt de tentoonstelling levend."

Mensen met Indische achtergrond zullen wel op de tentoonstelling afkomen, maar de uitdaging is volgens Manuhutu om juist ook andere migranten te trekken. "Ik denk dat zij veel in deze opstelling zullen herkennen. De weerstand tegen hun komst, de misverstanden, het aanpassen aan andere normen en waarden. Ze zullen zien dat de taaiheid van dat proces voor iedere nieuwkomer geldt."

Tentoonstellingen over migranten

Het Migratiemuseum is sinds kort gevestigd in het pand Concordia aan het Hoge Zand 42 in Den Haag. Doel is om over migraties uit verschillende landen naar Nederland tentoonstellingen te maken, zoals Griekenland, Spanje en Italië. De recente immigratie uit Oost- en Midden-Europa komt eveneens aan de orde.

De tentoonstelling 'Naar Holland. Repatriëring, migratie of vlucht?' is te zien vanaf vandaag tot en met 28 oktober. Deze is gratis te bezoeken van dinsdag tot en met zondag.

Lees ook:

Wrede Japanners, koude Nederlanders; twee verhalen over de bezetting van Nederlands-Indië en wat daarna kwam
Japan capituleerde op 15 augustus 1945. Mensen die de Japanse bezetting van toenmalig Nederlands-Indië aan den lijve ondervonden, zijn er niet veel meer. Trouw sprak twee van hen.

Zwijgen over die 4 miljoen dode ‘onderdanen’ in Nederlands-Indië is ook kolonialisme
De schijnheiligheid rond het herdenken van Nederlandse oorlogsslachtoffers is beschamend, schrijft Marjolein van Pagee, historicus, fotograaf en oprichter van Histori Bersama.