Direct naar artikelinhoud
COLUMN

Schikkingen hollen het vertrouwen in onze rechtsstaat langzaam uit

Leonie BreebaartBeeld Maartje Geels

"Dáár zouden journalisten eens over moeten schrijven, over al die schikkingen", betoogde de Leidse hoogleraar strafrecht Jan Crijns vorig jaar oktober tegenover een groepje journalisten. 

Die waren afgekomen op een bijeenkomst dat ons gilde bijpraat over urgente problemen - problemen die de pers niet halen omdat ze minder dringend lijken dan overstromingen, aanslagen of koopkrachtverwachtingen. En inderdaad, dat het Openbaar Ministerie bedrijven liever boetes oplegt dan hen voor de rechter sleept, leek destijds nog geen onderwerp waarover iemand een column zou willen lezen.

Tot het witwas-schandaal van de ING natuurlijk. Sinds die bank het negeren van verdachte geldstromen mocht afkopen met een som geld, leeft het probleem ineens wel. De nalatigheid was tenslotte niet misselijk; wie weet welke drugscriminelen via de ING hun praktijken hebben kunnen voortzetten? Dan voelt zo’n afkoopregeling een tikje te mild. 

Wist u hoeveel zaken het OM via een schikking regelt? Bijna 40 procent!

Niet alleen omdat die 775 miljoen maar een achtste van de verwachte jaarwinst schijnt te bedragen. Ook omdat zo’n schikking de gang naar de rechtbank omzeilt. Niemand die een aanklacht voorleest, niemand die probeert de bank te verdedigen en geen publiek dat alle details nog eens te horen krijgt. Dat voelt onrechtvaardig, zelfs als je het OM gelooft dat een rechtsgang juridisch én financieel onhaalbaar is.

Onbetaalbaar

Houdt u dat gevoel van onrecht even vast. Want wist u hoeveel zaken het OM via een schikking regelt? Bijna 40 procent! De motivatie ligt voor de hand: schikken is altijd goedkoper. Je kunt als staat tenslotte niet álle zaken voor de rechter brengen - dat is onbetaalbaar. Bij het overgrote deel gaat het bovendien om zaken als winkeldiefstallen of een incidentele mishandeling. Die wíl je niet allemaal voor de rechter brengen. 

Voor de verdachte is zo’n schikking natuurlijk ook gunstig. “Betaalt u maar, dan bent u er zo vanaf.” En bedrijven hebben er al helemaal belang bij hun imago van bewust-ondernemen overeind te houden. Liever een snelle, cleane financiële transactie dan een slepende rechtszaak met alle negatieve publiciteit van dien.

Maar die voordelen wegen niet op tegen het gevoel van onrecht dat na zo’n schikking blijft hangen bij het publiek - als die überhaupt iets van de deal meekrijgt. Want hoewel het OM - in een poging het gebrek aan rechtsgang te compenseren - nog stampij heeft gemaakt over de nalatigheid van de ING, weten we van het gros van de schikkingen dus niks. Een schikking betekent vooral: geen gedoe, geen vernederend proces, geen publieke verontwaardiging. De praktijken waarvoor kapitaalkrachtige wetsovertreders een boete betalen komen niet in zicht - als ze tenminste zo dubieus zijn als het OM beweert, want bij een schikking komt de rechter er überhaupt niet aan te pas.

Wie kan betalen, hoeft de vernederende, maar voor verdachte én publiek wellicht ook stichtende gang naar de rechter niet te maken, daar komt het op neer. En dat zijn van die veranderingen die het vertrouwen in onze rechtsstaat langzaam uithollen, als betonrot dat je pas opmerkt als het gebouw in elkaar dondert.

Leonie Breebaart is filosoof en redacteur van Trouw en onderzoekt in haar column de actualiteit op filosofische wijze. Lees meer bijdragen van haar in ons dossier.

Lees ook:

Sexting zomaar een nieuwe vorm van seksueel experiment? Dat is me te makkelijk

Misschien heb ik een volkomen achterhaald gevoel voor privacy, schrijft Leonie Breebaart, maar ik schrok nogal toen ik las hoeveel jongeren, meisjes vooral, te maken hebben met sexting.