Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Vinkjesmentaliteit afdwingen bij banken is dom

10 jaar Crisis Als we willen dat banken hun cultuur veranderen, moeten regels meer aansturen op zelfreflectie in plaats van afvinken, schrijft
Spoedvergadering bij het Londense kantoor van Lehman Brothers op 11 september 2008, waarbij het personeel werd verteld dat alles goed kwam. Vier dagen later vroeg de bank faillissement aan.
Spoedvergadering bij het Londense kantoor van Lehman Brothers op 11 september 2008, waarbij het personeel werd verteld dat alles goed kwam. Vier dagen later vroeg de bank faillissement aan. Foto Kevin Coombs/Reuters, collage nrc

Met het faillissement van Lehman Brothers begon tien jaar geleden de crisis die wereldwijd de grootste financiële instellingen aan het wankelen bracht en de belastingbetaler honderden miljarden euro’s of dollars heeft gekost om het financiële stelsel voor ineenstorting te behoeden.

Met de recente en iets langer geleden incidenten in de bankensector in het achterhoofd, richt de kritische aandacht van samenleving en politiek zich weer vol op de banken. Zij zouden niets van de financiële crisis hebben geleerd en winst zou nog steeds boven het belang van de klant worden gesteld.

Dat de bankensector een belangrijke functie vervult in het maatschappelijk en economisch verkeer, is evident. Het rechtvaardigt ook dat de maatschappij kritisch naar het functioneren van de banken kijkt; in die zin zijn de banken een beetje ‘van ons allemaal’. De samenleving en de politiek zijn echter niet per se goed op de hoogte van de uitdagingen waarvoor de bankensector staat. Roepen om nog meer regelgeving, toezicht of zelfs nationalisatie van banken schaadt de sector eerder dan dat het deze helpt.

In de afgelopen twee decennia zijn de banken steeds strenger gereguleerd, met als hoogtepunt de tsunami aan regels in de nasleep van de financiële crisis in de periode 2007-2015. Om een idee te geven: de Richtlijnen en Verordening Kapitaalvereisten, de Richtlijnen Markten in Financiële Instrumenten, de Basel-akkoorden (waarin is vastgelegd hoeveel eigen kapitaal banken moeten aanhouden), de Bank Recovery & Resolution Directive, de Verordening Markten in Financiële Instrumenten, de Code Banken en de Dodd-Frank Act, een Amerikaanse federale wet uit 2010. Over die laatste – twee kilo papier – merkte een bankier eens op dat hij daardoor niet meer aan zijn vak toekwam: bankieren.

Overheidsingrijpen

Al deze regels beogen de banken sterker te maken, het toezicht te verbeteren, meer transparantie over de dienstverlening en producten te verschaffen en eerder ingrijpen van overheidswege mogelijk te maken in geval van dreigende crisis. Voorts is het idee dat de regels – met name de Code Banken – een cultuuromslag bij de banken bewerkstelligen, waarbij de klant centraal wordt gesteld.

Het is een enorme uitdaging voor banken om hun organisatie zo in te richten dat ze aan alle eisen kunnen voldoen. Tot in de kleinste details wordt voor banken uitgespeld hoe de ‘know your customer-procedures’ er uit moeten zien, aan welke rapportageverplichtingen aan de toezichthouders zij moeten voldoen, en aan welke eisen de risk management-functie en de daarbij behorende vereiste ‘robustness’ van het risk management, compliance en ondersteunende IT-systemen moeten voldoen. Ook ligt de lat voor de zorgplicht jegens klanten, overigens terecht, zeer hoog.

Stel doelen en kaders, maar het is beter banken vrij te laten over hoe ze het doel bereiken.

Dit alles mag je van de banken vragen. Het is echter de vraag of we met alle regelgeving (‘regelverdichting’) niet een schijnzekerheid creëren die ons doet geloven dat er zich geen ongelukken meer zullen voordoen. Of gebeurt juist het tegenovergestelde: vergroot het de kans op ongelukken juist?

De hoeveelheid aan wetten en regels is zo gedetailleerd en complex dat het bijna onmogelijk wordt om de regels volledig te begrijpen, laat staan op de juiste wijze toe te passen. Deze rule based-aanpak staat tegenover de zogenaamde principle based-regelgeving, waarbij kaders en doelen worden gesteld, maar het aan de banken zelf wordt overgelaten op welke wijze het beoogde resultaat wordt bereikt. Maar de rule based-regelgeving heeft als uitgangspunt dat er geen vrijheid over de toepassing van de regels bestaat.

Al sinds de financiële crisis wordt er gesproken over de noodzaak van cultuurverandering bij banken. Bankiers zouden klantgericht moeten gaan handelen en niet hun eigen (winst)belang voorop moeten stellen. Juist deze zo gewenste gedragsverandering is gebaat bij normstellende, principle based-regelgeving.

Check-the-box-mentaliteit

En daarmee kom ik op een probleem dat mijns inziens groter is: rule based-regelgeving leidt tot een ‘check-the-box-mentaliteit’. Als alle vinkjes zijn gezet, gaat iedereen er vanuit dat er in overeenstemming met de regels is gehandeld. Maar dan bestaat het risico dat er niet meer wordt nagedacht of het betreffende gedrag wel overeenkomt met de bedoeling van de regel, en of het volgens de in de samenleving heersende normen en waarden wel aanvaardbaar is. En het kan zelfs strijdig zijn met de wet of anderszins maatschappelijk onaanvaardbaar.

Een goed voorbeeld is de terugkerende ophef over salarisverhogingen en bonussen voor bestuurders – iets wat overigens niet alleen bij de banken speelt. Steeds verdedigen ondernemingen zich tegen kritiek door te zeggen dat ze juist volgens de regels hebben gehandeld. Maar dat helpt meestal niets, de kritiek blijft en men voelt zich alsnog gedwongen zo’n salarisverhoging terug te draaien.

In dit geval heeft de regel dus een omgekeerd effect van wat werd beoogd. Het is een beetje als ‘operatie geslaagd, maar de patiënt is overleden’. Het gevolg is een nieuwe deuk in de reputatie van en het vertrouwen in banken. De relatie tussen maatschappij en de financiële sector wordt er voorzichtig gezegd niet beter op.

Lees ook: Banken veiliger? Ze hunkeren nog naar vertrouwen

Een goed functionerende financiële instelling handelt naar de normen en waarden die in de samenleving heersen. Dat betekent dat in de geest en de intentie van de regels moet worden gehandeld. Regels zouden richtinggevend moeten zijn en moeten aansturen op zelfreflectie en normbesef.

Door de verantwoording voor de wijze waarop aan de regels wordt voldaan bij de betrokkenen te leggen, worden zij aangemoedigd de ratio van deze regels te begrijpen; immers, zonder begrip kun je de regels niet goed toepassen. Op die manier wordt het eerlijke speelveld tussen maatschappij enerzijds en financiële sector anderzijds hersteld: ze handelen vanuit dezelfde normen en waarden en de verwachtingen over en weer sluiten op elkaar aan.

Ik geloof niet dat nog meer gedetailleerde regelgeving garandeert dat er geen ongelukken meer gebeuren. Integendeel: de complexiteit van het bankieren wordt alleen maar groter en de ratio achter de regelgeving verdwijnt naar de achtergrond. Mijns inziens wordt de kans op ongelukken en verdere verwijdering tussen maatschappij en financiële sector alleen maar groter.