Direct naar artikelinhoud
Column

Nooit zal ik meedoen aan De Slimste Mens, maar spellen is wel mijn hobby

Thomas AcdaBeeld Wolff

De zon valt in stofstrepen door de oude ramen van het hypermodern ingerichte grachtenhotel. Ik zit te midden van zorgvuldig uitgekozen meubilair en ook al weet ik nog niet dat ik hierover zal gaan schrijven spel ik het woord waarin ik zit: fauteuil.

Nooit zal ik meedoen aan het Groot Dictee der Nederlandse taal op televee of De Slimste Mens, simpelweg omdat ik dat mijn vak niet vind, maar spellen is wel mijn hobby.

Het is geen saai gesprek waarin ik ben ­beland, maar de man die mij beroepshalve het hemd van het lijf zou moeten vragen is al een halfuur bezig over zijn eigen avonturen. Gebeurde me een keer eerder met oer-popjournalist Jip Golsteijn, maar dan is het andere koek.

Biscuit. B-I-S... enfin. Jip zat zes uur aan mijn keukentafel te oreren over zijn duizenden popavonturen en daags erna verscheen in De Telegraaf een leuk paginagroot interview waarin ik ­belezen, intelligent en geestig naar voren kwam.

Ik vraag of ik even naar het toilet mag. Het mag vast, maar ik ben netjes opgevoed. Terwijl ik wegloop besef ik dat de blik van de journalist betekent dat ik vlak voor de punchline ben opgestaan. Jammer, maar dat er nog een uitsmijter aan zat te komen was onmogelijk te voorspellen, ook als ik wel had geluisterd.

Op het muurtje boven de wc-pot ligt een kaartje van een kledingstuk. Iemand voor mij heeft zich hier omgekleed. Ik voel meteen een verhaal! Zorgvuldig afplassend, het zal de eerste keer niet zijn dat ik een halfuur met mijn kruis in de richting van een droger moet staan dansen, bekijk ik het kaartje. 245,00 euro. Dat is een duur kledingstuk. En toch is het maar een T-shirt.

Crew T, zegt het kaartje van een merk dat ik alleen maar ken als 'Bent u gek geworden?'-duur. De maat is XL. Dat betekent bij heel dure merken niet automatisch dat het heel groot is, weet ik. Waar is het andere shirt? Waarom hier omgekleed en niet op je kamer? Wat was er mis met het andere shirt? Bloed? Waarom zo duur? Ik koop voor dat bedrag 16 shirts.

Terug in de lounge vol designmeubilair spot ik meteen de jongeman in het dure shirt. Zijn designerborstje zo smal als mijn bovenbeen maar het shirt met de vouwen er nog in zit als gegoten. Ik ga tegenover hem zitten. Ik heb duizenden vragen en de journalist heeft, als ik niet meer terugkom, ook een einde aan zijn verhaal. Nieuws­gierigheid is de motor van alles, en het is ook een beetje mijn leven.

Thomas Acda (1967) is zanger en acteur. Voor Het Parool beschrijft hij wekelijks zijn observaties van 'de' Amsterdammer.

Op het muurtje boven de wc-pot ligt een kaartje van een kledingstuk. Ik voel meteen een verhaal