Direct naar artikelinhoud
ColumnFrank Kalshoven

Nederland profiteert van het handelsconflict tussen de VS en China

Nederland profiteert van het handelsconflict tussen de VS en China

Handelsoorlogen schaden de economische groei. Toch? Vrijhandel is inkomensverhogend; dus is het inkomensverlagend om die vrijhandel te beperken door het instellen of verhogen van importtarieven. Toch? De president van de Verenigde Staten schaadt de wereldhandel met zijn kwistige rondstrooien van handelsbeperkende invoertarieven. Toch?

Jawel, maar niet altijd, althans niet voor iedereen. Het Centraal Planbureau publiceerde onlangs een studie naar de effecten van de oplaaiende handelsconflicten. De titel hiervan had moeten luiden Als twee honden vechten om een been. Maar omdat het om een serieuze (en Engelstalige) publicatie gaat, kozen de auteurs voor het wat saaiere Trade Wars: Economic impacts of US tariff increases and retaliations.

De tegenintuïtieve en geestige conclusie van deze studie is dat Europa, inclusief Nederland, profijt zou kunnen trekken van het nieuwe Amerikaanse handelsbeleid. Hoe werkt dat?

De auteurs analyseren de gevolgen van de recente handelsconflicten met het ‘wereldmodel’ van het Centraal Planbureau. Ze kijken nauwkeurig naar de aangekondigde tariefsverhogingen en berekenen wat de impact hiervan is op sectoren van de economie en het totale handelsvolume tussen de ruziemakers. Dat doen ze voor verschillende scenario’s, die steeds een stapje verder gaan.

In het eerste scenario zijn de resultaten volgens het boekje. De VS verhogen hun importtarieven voor staal en aluminium. De leveranciers hiervan boeken daarom (kleine) inkomensverliezen, de Amerikanen worden er niet beter van (en niet slechter ook trouwens) en de wereldeconomie als geheel levert een pietsje inkomen in.

In het tweede scenario nemen de getroffen landen tegenmaatregelen. Ze voeren ook importtarieven in en doen dat in allerlei sectoren. Ook nu zijn de effecten min of meer volgens verwachting. De Verenigde Staten leveren inkomen in en afhankelijk van de groep getroffen sectoren zijn sommige landen medeverliezers en sommige anderen juist winnaars.

In het derde scenario zijn de VS en China de twee honden die vechten om het handelsbeen en loopt de rest van de wereld lachend weg met het bijbehorende inkomen. Naast de verhoogde staal- en aluminimumtarieven en de tegenmaatregelen door de getroffen landen breekt er nu ook een dieper handelsconflict uit tussen de VS en China.

De gevolgen: China en de VS verliezen stevig inkomen, maar in Japan, in Mexico, in Canada en in Europa (inclusief Nederland) wordt een bescheiden maar significante inkomensgroei geboekt. Door een handelsconflict! De wereld als geheel wordt wel weer armer.

Hoe kan dat? Het is simpel zat. De spullen die de Verenigde Staten eerst uit China importeerden en die voor de Amerikanen duurder worden door de verhoogde importtarieven kopen de Amerikanen voortaan in Nederland (of Mexico of Canada). En de Chinezen gaan op hun beurt óók meer goederen bestellen in Japan en in Europa.

De handelsstromen verleggen zich dus van de kemphanen naar de koelbloediger landen.Die handelsstromen zijn wel wat kleiner dan voorheen (omdat zowel de VS als China inkomen inleveren als prijs voor hun conflict), maar voor de rest van de wereld is elke euro extra handel lekker meegenomen.

Dus de aloude handelswijsheden kloppen nog steeds. Het inperken van de wereldhandel schaadt het wereldinkomen. En de landen die hun lokale producenten beschermen met hoge importtarieven, bereiken eerst en vooral dat hun nationaal inkomen daalt. ‘America first’ is een handelsbeleid dat de VS (en andere landen) schade berokkent. Maar het is geestig om te lezen dat ook dat aloude spreekwoord over die twee honden nog steeds opgeld doet.

Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek. Reageren? E-mail!