Direct naar artikelinhoud

Dit zijn de gevolgen van de nieuwe Israëlische wet die het land nog 'Joodser' maakt

Parlementariër Oren Hazan neemt een selfie met premier Benjamin Netanyahu na de stemming over de omstreden wet die het Joodse karakter van Israël benadrukt.Beeld AP

Het Israëlische parlement heeft een omstreden wet aangenomen die het Joodse karakter van de staat benadrukt. Een gevaarlijke ontwikkeling, zegt Midden-Oosten-deskundige Erwin van Veen van Instituut Clingendael. Er zal in de praktijk weinig veranderen, denkt Paul van der Bas van het Cidi.

Israël is een ‘natiestaat van de Joden’ en zij hebben als enige het recht op ‘nationale zelfbeschikking’. Dat staat in de omstreden wet die de Knesset (het Israëlische parlement) gisteren na verhitte discussies met een nipte meerderheid aannam. Premier Benjamin Netanyahu wrijft zich in de handen. Hij noemt het een 'historisch moment in de geschiedenis van het zionisme en de staat Israël', maar volgens critici leidt de wet tot verdere inperking en uitsluiting van de Arabische minderheid in het land.

Wat staat er precies in de wet?

De wet bepaalt dat Hebreeuws vanaf nu de enige officiële taal is. Het Arabisch verliest zijn kwalificatie als tweede officiële taal en krijgt een ‘speciale status’. Er staat verder in dat Israël een natiestaat van de Joden is, dat een 'verenigd Jeruzalem' de hoofdstad is, en dat Israël het ontwikkelen van Joodse nederzettingen als een nationaal belang ziet en de oprichting en versterking ervan zal bevorderen.

Wat is de kritiek van tegenstanders?

Palestijnen en andere tegenstanders vrezen dat de omstreden wet de 1,8 miljoen Arabieren in het land (zo’n 20 procent van de bevolking) verder in de verdrukking zal brengen. Ayman Odeh, partijvoorzitter van de Verenigde Arabische Lijst, haalde tijdens het debat een zwarte vlag tevoorschijn. “Dit is een slechte wet”, zei hij later. “Vandaag zal ik mijn kinderen, samen met alle andere Palestijnse kinderen, moeten vertellen dat de staat heeft verklaard dat we niet welkom zijn. Dit is een wet van Joodse heerschappij, die ons vertelt dat we altijd tweederangsburgers zullen zijn.”

Wat verandert er in de praktijk voor de Palestijnen?

Weinig, denkt woordvoerder Paul van der Bas van het Centrum voor Informatie en Documentatie over Israël (Cidi). De wet zou in eerste instantie meer praktische consequenties hebben, maar is in aangepaste vorm aangenomen. "In het concept stond dat bewoners van een gemeenschap het recht moesten krijgen om gezamenlijk te beslissen over de komst van nieuwkomers, waardoor je wijken krijgt voor één etnische gemeenschap.” Dat plan stuitte op felle internationale kritiek en is eruit gehaald. “De wet heeft nu vooral symboolwaarde”, zegt Van der Bas. “Dat valt goed bij rechtse Israëliërs en Joden uit Arabische landen, maar niet bij de Palestijnen. Je kunt je dus afvragen of dit een handige zet is."

Wat is er eigenlijk zo nieuw aan, Israël is volgens de onafhankelijkheidsverklaring van 1948 toch al een Joods land?

Er is sprake van vergaande discriminatie
Erwin van VeenMidden-Oosten-deskundige bij Instituut Clingendael

Ja. De meeste dingen die in de nieuwe wet staan, waren eigenlijk al leidende principes, zegt Van der Bas. “Het nieuwe is dat die principes nu in de basiswetten worden verankerd, een soort grondwet van Israël. Die symboolpolitiek is voor veel mensen negatief."

Is dit dan wel zo'n ‘historisch moment in de geschiedenis van het zionisme’, zoals Netanyahu beweert?

Dat zal moeten blijken uit de uitvoering en handhaving, zegt Erwin van Veen, Midden-Oosten-deskundige bij Instituut Clingendael. De wet heeft ook volgens hem vooral symbolische waarde. Desalniettemin noemt hij het een ‘gevaarlijke ontwikkeling’. “Het past in het patroon dat Israël de Palestijnen probeert te marginaliseren”, zegt hij. “Israël koerst steeds verder af van een tweestatenoplossing. Die is eigenlijk al ten grave gedragen. Sommige mensen gebruiken het woord apartheid. Zelf zou ik zo ver niet gaan, maar er is sprake van vergaande discriminatie.”

Het hoeft echter niet bij symboolpolitiek te blijven, zegt Van Veen. “Met dit soort statements creëert het land nieuwe omgangsvormen. Door Arabisch niet meer als officiële taal te erkennen, neemt de kans op assimilatiepraktijken toe. Je hoort erbij of je hoort er niet bij. Op termijn kan dit bijdragen aan verdere discriminatie.”