Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Kan dat, SP’er zijn én moeder? ‘Rete-irritant’

Moos, haar zoontje, was twee weken oud. Het was een zware bevalling geweest en Nine Kooiman kon nog nauwelijks zitten. Toch zat ze op 21 februari 2017 op een bankje in de plenaire zaal, als Tweede Kamerlid van de SP, om te stemmen voor het gedogen van wietteelt. Op haar werkkamer had ze de baby gevoed en gedacht: dit is niet in orde, jij hoort in je bedje te liggen.

Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib zei net voor het zomerreces in NRC dat ze zich zorgen maakt: er zijn Kamerleden die hun werk zo zwaar vinden dat ze „op het randje staan om af te haken”. Nine Kooiman stopte in maart van dit jaar. Het lukte haar niet, zei ze, om én haar werk goed te doen én goed voor haar kind te zorgen.

Lees ook Arib: aantal Kamerleden dreigt af te haken door enorme werkdruk

Het lag niet aan die ene dinsdag in februari. De Tweede Kamer zou onder leiding van Arib misschien weleens kunnen nadenken over de regel dat zwangere parlementariërs niet vervangen mogen worden als er in hun verlof verkiezingen zijn. Dáárom zat Nine Kooiman bij die stemming – die met twee stemmen verschil uitpakte zoals de SP graag wilde.

Nine Kooiman is nu secretaris van de Nederlandse Politiebond, fulltime, en in een café in Utrecht vertelt ze hoe gek het was: veel mensen dachten dat ze zou stoppen met werken. Ze stopte alleen met „24 uur per dag, zeven dagen per week beschikbaar zijn als volksvertegenwoordiger”.

Nine Kooiman stopte met 24 uur per dag, zeven dagen per week beschikbaar zijn

Het gekke was ook, vindt ze, dat veel mensen bij haar werk alleen dachten aan de debatten en de stemmingen. En dus niet aan: het land in gaan, met mensen praten. Andere Kamerleden doen dat net zo goed, bij de SP is het een heilige opdracht: ‘Zonder onderzoek geen recht van spreken.’ Zo zei Jan Marijnissen het ooit, Nine Kooiman staat er voluit achter. Ze kon het alleen niet meer waarmaken.

Tijdens haar zwangerschap waren er mensen over begonnen: hoe ga je dat doen, Kamerlid zijn en moeder? Dat had ze „rete-irritant” gevonden. De Tweede Kamer zat vol met vaders en moeders. Maar Moos was soms ziek, soms huilde hij urenlang. En dan was zíj in Den Haag. Hij begon te brabbelen en de schrik sloeg haar om het hart: „Ik mis vast zijn eerste woordje.”

Ze was bezorgd over haar kiezers. Die waren misschien teleurgesteld, boos. Ze had ook gerekend op nare reacties. Voor Twitter stond een gifje klaar, feest met confetti en: ‘Dank voor je feedback, fijne dag.’ Ze had niet gerekend op de woedende reacties van feministen. ‘Door types zoals jij’, schreven ze, ‘blijft het glazen plafond bestaan.’ „Die kwam wel aan. Maar ik ben acht jaar Kamerlid geweest. En voor mij is het een verworvenheid dat je als vrouw in deze positie zo’n keuze kunt maken.”

Moos, zegt ze, werd nog vrolijker en levendiger toen ze vaker thuis was. Zijn eerste woordje? „Eten.”

Petra de Koning (p.dekoning@nrc.nl; @pdekoning) schrijft in de zomer een wisselcolumn met Jannetje Koelewijn.