Direct naar artikelinhoud
Naschrift

Leendert Nieuwenhuizen (1930-2018) kreeg als elfjarige een last op zijn schouders die nooit vervaagde

1938: Leendert en zijn broertje Jan.Beeld -

Toen hij elf was gaf zijn vader hem de opdracht om voor de rest van het gezin te zorgen. Die loodzware last zou nooit meer verdwijnen.

Na al die jaren kan zijn zoon Peter het benzinestation in Dordrecht nog zo voor de geest halen. Als zijn vader er kwam tanken, stak de pompbediende met een brede lach zijn duim naar hem op. Zijn nieuwe duim, door Leendert Nieuwenhuizen aan zijn verminkte hand gezet. Dat gebaar van dankbaarheid gaf veel voldoening.

Meestal ziet een chirurg zijn patiënten niet terug. Leendert in de jaren zestig, een pioniersfase van de chirurgie in het protestants-christelijke streekziekenhuis van Dordrecht, vaak wel. In zijn dubbele woning aan de Reeweg Oost hield hij spreekuur aan huis. 

Die informele omgeving schiep tussen behandelaar en patiënt de band die hij met de verzakelijking van de hulpverlening zag verwateren. Het was de tijd dat dankbare patiënten uit omliggende dorpen in de dagen voor Kerstmis op de stoep stonden met een zelf geschoten haas of een handgemaakte kaas.

Pas toen de kleinkinderen naar Indië vroegen werd hij wat spraakzamer

Nieuwste technieken

Als pas afgestudeerde tweede chirurg (in een team van twee) kon hij de nieuwste technieken introduceren die hij in het Haagse Ziekenhuis Zuidwal had geleerd van dr. Kuijjer, de latere hoogleraar voor wie hij veel bewondering had. Van specialisatie was geen sprake. Vaatchirurgie, orthopedie, kop/halsprothese, osteosynthese, urologie, plastische chirurgie, je moest van alle markten thuis zijn. En tegen een stootje kunnen. Na een dag opereren kon er 's avonds een spoedoproep zijn.

1985: hoofd chirurgie, Refaja ziekenhuis DordrechtBeeld -

Het waren tropenjaren, zeker in combinatie met de aandacht voor zijn vrouw en vier kinderen en vele sociale activiteiten. Toen hij na 25 jaar dienst in het Refaja Ziekenhuis (als hoofd van een maatschap en opleider van arts-assistenten) een baan als geneeskundig adviseur bij het Gak accepteerde, voelde dat als pensioen.

Leendert Nicolaas Nieuwenhuizen werd op 27 mei 1930 geboren in Malang, in toenmalig Nederlands-Indië. Zijn vader Pieter zat in de crisisjaren zonder werk, en was met zijn vrouw Anna via de christelijke zending verhuisd naar Malang. Als mulo-leraar bood hij zijn gezin met zeven kinderen een ongekende weelde. Een kokkie, djongos (huisbediende), chauffeur, kebon (tuinman) en baboe (kinderoppas) namen Anna zoveel werk uit handen, dat ze zich geheel kon toeleggen op de ontwikkeling van de kinderen. 

Paradijs

Achter de piano prikkelde zij hun muzikale interesse. Boy, zoals Leendert werd genoemd, zou altijd piano blijven spelen. Spelend op plantages en in de bergen voelde hij zich als in een paradijs. Tot in 1941 Japanse troepen Nederlands-Indië bezetten, zijn vader werd afgevoerd, hun wijk omheind en andere Europeanen werden geïnterneerd in hun woning.

Moeder Anna en haar zeven kinderen restten twee kleine kamertjes. Er werd ineens honger geleden. Bij gebrek aan boter werden pannenkoekjes gebakken in gesmolten kaarsvet. Snel opeten was het devies anders plakte de stollende paraffine in je mond, was een bekende familieanekdote. 

Geruchten sijpelden door dat vader gevangen zat in Batavia, het huidige Jakarta. De elfjarige Leendert werd met zijn twee jaar oudere zus Rie door moeder erop uitgestuurd om hem per brief te vragen hoe zij moesten overleven. Het was een wonder dat de kinderen hun vader vonden na een treinreis van 800 kilometer.

Als zijn vader kwam tanken, stak de pompbediende zijn duim naar hem op, die door Leendert Nieuwenhuizen aan zijn verminkte hand was gezet

Opdracht

De ontmoeting zou bepalend zijn voor zijn verdere leven. Hij kreeg van zijn vader een brief mee, en de opdracht: 'Zorg voor moeder en je broertjes en zusjes'. Met die loden last op de schouders keerde Leendert terug naar Malang. 

Zijn vader werd tewerkgesteld aan de beruchte Birmaspoorlijn in Thailand. De opdracht was een onmogelijke. In 1944 werd het gezin in een geblindeerde trein weggevoerd naar een kamp in Semarang. Met vooruitziende blik had Anna voor haar kinderen van oude gordijnen rugzakjes gemaakt, zodat ze een matrasje en een setje foto's konden meenemen. 

Leendert en zijn jongere broertje Jan werden in het jongenskamp Bangkong tewerkgesteld. In de verzengende hitte bewerkten de jonge tieners met de patjol, een hakschoffel, het land voor groente voor het nabijgelegen vrouwenkamp Lampersari, waar de rest van het gezin zat. Of ze moesten lijken het kamp uitdragen. Ze hadden geluk met bejaarde mannen als wachters. Zij stonden pauzes toe als er geen Japanners in de buurt waren.

In de verzengende hitte bewerkten de jonge tieners het land. Of ze moesten lijken het kamp uitdragen

Aardappel

Leendert kon zich slechts ontfermen over zijn broertje, die hij van extra voedsel probeerde te voorzien. Toen hij werd betrapt op het stelen van een aardappel, moest hij als straf een dag in de brandende zon staan. 

Lang zweeg Leendert over deze periode. Pas toen er vragen kwamen van zijn kleinkinderen, werd hij spraakzamer. Toen bleek hoe moeilijk het voor hem was geweest dat hij de wens van zijn vader niet had kunnen inlossen. 

Met ontroering vertelde hij over de problemen vlak na de bevrijding, toen zij door hun voormalige Japanse kampbewaarders en met tulbanden en baarden getooide Gurkha's werden beschermd tegen moordlustige Indonesische paramilitaire organisaties. Die waren na het uitroepen van de onafhankelijkheid in opstand gekomen tegen hun oude onderdrukkers. 

Heel het gezin koerste levend op Nederland aan. Ook vader, die aan het Birma-gezegde 'voor elke spoorbiels een dode' was ontkomen, maar die zodanig gebukt ging onder verwondingen en tuberculose dat hij niet meer kon werken. Er was in Nederland weinig begrip voor het berooide gezin. Tot woede van Leendert was een bovenverdieping die door een opa voor hen gereed was gemaakt gevorderd door de gemeente Katwijk. Die liet er één ambtenaar wonen. Het gezin werd wéér opgedeeld. Leendert woonde bij zijn streng gereformeerde opa en oma.

Droom

Al lang droomde Leendert de droom van zijn vader: dokter worden naar zijn voorbeeld Albert Schweitzer. Als zestienjarige met een leerachterstand stortte hij zich op het lyceum vol overgave op zijn studie. Twee zomervakanties achtereen leerde hij door, en sloeg twee klassen over. Dankzij dat resultaat kreeg hij een beurs voor een medicijnenstudie in Leiden, waar hij rechtenstudente Ina Kamer ontmoette. Met haar trouwde hij in 1959, het huwelijk zou bijna de 60 jaar volmaken.

Het echtpaar maakte veel (cultuur)reizen naar verre oorden, maar Leendert zou nooit met Ina voet zetten op Java. Eenmaal kwam hij in zijn oude buurt, in 1957 toen hij op de MS Sibajak als assistent-scheepsarts een reis van drie maanden maakte om emigranten naar Australië en Nieuw-Zeeland te brengen en Indonesische Nederlanders te repatriëren naar Nederland. 

Hij liet zich in het zicht van Indonesië in de luren leggen door een deel van de inheemse bemanning, die op raadselachtige wijze ziek werd. De malariapillen die hij voorschreef bleken een gewild handelsartikel, zo zag hij op de kade.

Eenmaal kwam Leendert in zijn oude buurt, in 1957 toen hij op de MS Sibajak als assistent-scheepsarts een reis van drie maanden maakte om emigranten naar Australië en Nieuw-Zeeland te brengen en Indonesische Nederlanders te repatriëren naar Nederland.

Herinneringen aan Nederlands-Indië waren er in de vorm van een kris, wajangpoppen in zijn spreekkamer en de woordjes Maleis die er tussendoor glipten. Of als Leendert vertelde over het verjaardagscadeau dat hem in het kamp dolgelukkig had gemaakt: een ei. Dat intense geluk was voor zijn in welvaart opgegroeide kinderen amper te bevatten. Een ei.

Leendert Nicolaas Nieuwenhuizen werd op 27 mei 1930 geboren in Malang, toenmalig Nederlands-Indië. Hij overleed in Deventer op 30 mei 2018 in Deventer.

In Naschrift beschrijft Trouw het leven van onlangs overleden bekende en minder bekende mensen. Een tip voor Naschrift? Mail naar naschrift@trouw.nl Of per post naar Trouw/Naschrift, postbus 859, 1000 AW Amsterdam. Meer Naschriften vindt u hier.