Direct naar artikelinhoud
Natuurdagboek

Mijn hart maakt een sprongetje: voor het eerst zie ik een phegeavlinder

Een phegeavlinder.Beeld Koos Dijksterhuis

Iedere zomer is er wel een lezer uit Noord-Brabant of Limburg die mij lekker maakt met een foto van een phegeavlinder. Ik heb er nog nooit een gezien. 

Die fraaie beestjes verlaten Brabant en Limburg niet graag. Ze zijn het vast eens met Theo Maassen: "Het enige goeie wat er uit Amsterdam komt, is de trein naar Eindhoven".

Ook in Vlaams Limburg en Brabant komen ze voor, maar in Groningen zie ik nooit phegea's. Ik ben blij verrast als ik na aankomst op ons vakantieadresje in Kroatië langs een achterafpaadje een phegea zie. Mijn hart maakt een sprongetje, mijn stem slaat over en na het aanwijzen van de bezienswaardigheid richt ik mijn camera. Helaas, de vlinder laat zich niet kieken.

Vanwege de witte stippen worden ze ook melkdrupjes genoemd, analoog aan de rood-gevlekte bloeddrupjes

De volgende dag maken we een lange voettocht en zie ik er gelukkig meer. Sterker, het wemelt ervan. Ze lurken aan de bloemen van beemdkroon, ballote en braam. Ze fladderen om ons heen, alsof ze ons net zo fascinerend vinden als wij hen. Ze blijven vaak even zitten, soms zelfs op een van onze schouders. Ze zijn heel makkelijk te fotograferen.

Mythologie

Phegea's zijn nachtvlinders, net als de aan hen verwante bloeddrupjes, ofwel Sint-Jansvlinders. Beide soorten zijn overdag actiever dan 's nachts. Vlinderkenners hebben het zonder ironie of gêne over 'dagactieve nachtvlinders'. Die bloeddrupjes, met rode in plaats van witte vlekjes, zien we ook veel. Phegea's zijn zoals veel vlinders genoemd naar een personage uit de Griekse mythologie. Vanwege de witte stippen worden ze ook melkdrupjes genoemd, analoog aan de rood-gevlekte bloeddrupjes.

Mijn dag is helemaal goed, te meer daar we ook parelmoervlinders, konings- en koninginnepages, keizersmantels, zandogen, dikkopjes en dambordjes zien en nog een heleboel andere vlinders. Om over boktorren, bijenwolven en andere kleurrijke kevers nog maar te zwijgen. Wat een insectenrijkdom!

Phegea's vliegen de hele zomer rond en overwinteren als rups. Die rupsen lusten allerlei planten, al vinden ze paardebloemblad het lekkerst.

In zijn Natuurdagboek verwondert Koos Dijksterhuis zich iedere dag over iets dat groeit of bloeit. Zijn bijdragen zijn verzameld in dit dossier.