Direct naar artikelinhoud
Column

De puurheid van John Degenkolb: levenslust voor tien gecombineerd met de wijsheid van een bejaarde

Marijn de VriesBeeld Maartje Geels

Soms ontmoet je iemand die alleen maar door er te zijn een hele ruimte lichter maakt. Vrolijker. Van wie de schaterlach achter je aan rolt als je even wegloopt. Van wie het optimisme zo aanstekelijk is, dat je zelf ook in dromen geloven gaat.

Zelden ontmoette ik een puurder iemand dan John Degenkolb. De tafelschikking bij de eerste kennismaking tussen nieuwe ploeggenoten bracht ons bij elkaar. Ik zat tegenover hem. Het was oktober 2013 en het seizoen erop zouden we collega’s zijn, hij bij de mannenploeg, ik bij de vrouwenploeg van wat nu Team Sunweb is.

Door de jaren heen hebben we contact gehouden. Wat me opviel, de afgelopen dagen in interviews: hij ziet er zo scherp uit. Zo fris. Zijn ogen helder en gefocust. Ik appte hem. Hij antwoordde: het klopt, ik voel me goed. Ik wilde zeggen: zondag, John. Jouw dag. Ik deed het niet. Dat had hij al te vaak tevergeefs gehoord.

Zo zorgeloos als John kwam je ze zelden tegen. Zo vrij in doen en laten, zo onaanraakbaar, bijna

Ik weet niet meer wat de eerste woorden waren die we wisselden, destijds. Maar bal was het meteen. Zo zorgeloos als John kwam je ze zelden tegen. Zo vrij in doen en laten, zo onaanraakbaar, bijna. Hij zoog het leven op, gulzig en met grote teugen. Piekeren was hem vreemd - al dacht hij wel veel na. Levenslust voor tien gecombineerd met de wijsheid van een bejaarde. Gebeuren er dan nooit dingen die jou verdrietig maken, vroeg ik hem wel eens. Is er niets dat je optimisme breken kan? De twinkeling in zijn ogen verraadde het antwoord al.

Mooier

2015: winst in Milaan - Sanremo. En in Parijs - Roubaix. Mooier werd het niet, zou je toch denken, maar bij John wist je het nooit. Het kon altijd mooier. John dwong het af, dacht ik wel eens.

Maar het leven valt niet af te dwingen. 2016. Een auto aan de verkeerde kant van de weg. De klap. Hoe ga je verder als je ploeggenoten leeg hebt zien bloeden, als je je ledematen net niet kwijt bent geraakt? John kwam terug en won nog wel, maar leek een schim van wie hij ooit was. Snel ziek. Snel geblesseerd. Men schreef hem af.

Aan Tourpouletjes doe ik niet. Toch wilde ik voor de kasseienetappe al zeggen: Degenkolb gaat winnen. Maar ik liet het na. Alsof hardop uitspreken kwaad zou kunnen. Toen ik hem zag, voorin de koers, fluisterde ik het toch. Onwillekeurig. John! Ik wist het zeker, toen hij eenmaal in de kopgroep zat.

Hij relativeert teveel, herhaalden de commentatoren maar, als reden dat hij nooit meer een grote wedstrijd won. Zelf schreef John me eerder deze week: het leven is mooi, maar draait niet meer alleen om wielrennen. Hij kreeg kinderen. Verloor een goede vriend. Dan leer je - inderdaad - relativeren. Precies genoeg, denk ik, het grootste ‘moeten’ is eraf. Ik keek naar zijn tranen, naar zijn woorden voor zijn vriend. En dacht: deze etappe winnen is geen slotstuk, het is een nieuw begin.

Marijn de Vries fietst u elke maandag door het sportweekend. Eerdere afleveringen leest u hier.