Bijna niemand stond te popelen om de kasseienrit te rijden, maar nadat alle stofwolken zijn opgetrokken is het tijd om de balans op te maken. Tom Dumoulin overleefde de kasseienrit en houdt een goed gevoel over aan de negende etappe, al had hij wel gehoopt op meer tijdverschillen. “Het is niet geworden wat ik had verwacht.”

Dumoulin tevreden

Dumoulin was een van de weinigen die niet in aanraking kwam met het asfalt of de kasseitjes. Dumoulin bleef tussen Arras en Roubaix keurig op zijn fiets zitten en moest slechts één keer een inspanning doen om terug te keren in het peloton. Gesteund door zijn ploegmaten, met een ijzersterke Sören Kragh Andersen, finishte hij in dezelfde groep als de andere klassementsmannen. De Nederlander is blij dat hij geen tijd heeft verloren, maar had stiekem op meer spektakel verwacht. “De eerste 50 km was het echt gekkenwerk, daarna werd iedereen moe en ik niet”, blikt hij terug.

“Het is niet geworden wat ik had verwacht. Ik had gehoopt op meer verschillen tussen de klassementsrenners. Uiteindelijk is dat niet gebeurd en viel het steeds weer stil”, aldus Dumoulin tegen het ANP. “Daarover ben ik wel teleurgesteld, want van alle klassementsrenners was ik de sterkste, of in elk geval een van de sterksten.”

Mollema en Kruijswijk

Bauke Mollema en Steven Kruijswijk verloren ook geen tijd, maar zaten iets minder relaxed op de fiets. Hij kwam twee keer ten val en hield daar een pijnlijke rug aan over. Mollema had net als Dumoulin gerekend op meer tijdverschillen. “Ik had verwacht dat de verschillen tussen de klassementsrenners wat groter zouden zijn geweest. Je zag dat alle ploegen met de renners voor de algemene rangschikking steeds zorgden dat hun kopman na pech weer vooraan kon komen aansluiten.”

Kruijswijk reed lek, maar kon door de hulp van Robert Gesink snel terugkeren. “Ik ging wel goed en zat de gehele koers goed van voren op de stroken. Ik was op het laatste helemaal naar de kloten. Deze etappe wist ik dat ik schijt moest hebben aan de rest, want ze hebben op een dag als vandaag ook schijt aan jou. Dat ging me goed af.”