Direct naar artikelinhoud

Onderwijsraad: kabinetsplan waarmee vmbo'ers naar de havo kunnen schiet tekort

Leerlingen die in zeven vakken vmbo-eindexamen doen mogen straks naar de havo doorstromen. Een stap in de goede richting volgens de Onderwijsraad maar het wetsvoorstel dat het regelt moet beter.Beeld ANP

De Onderwijsraad vindt het huidige kabinetsplan dat het makkelijker moet maken voor vmbo’ers om naar de havo te gaan, niet goed genoeg.

Het wetsvoorstel is weliswaar een stap in de juiste richting, maar het heeft geen zin om tegen alle leerlingen te zeggen dat ze naar de havo mogen als vmbo en havo niet op elkaar aansluiten. Dat schrijft de Onderwijsraad aan het kabinet in een advies dat vandaag wordt gepubliceerd.

Het kabinet voert een vurige wens uit van de Tweede Kamer en regelt dat alle vmbo’ers met een diploma van de gemengde of theoretische leerweg straks naar de havo mogen, mits zij in zeven in plaats van zes vakken eindexamen hebben gedaan. Nu scholen nog zelf eisen stellen aan leerlingen. Vaak moeten zij gemiddeld een 6,8 hebben gehaald op hun eindexamen om naar de havo te kunnen.

Dat dit straks niet meer hoeft is winst, schrijft de Onderwijsraad, maar het lost een fundamenteel probleem in het Nederlandse onderwijsstelsel niet op. In Nederland worden kinderen uitzonderlijk jong gescheiden en naar verschillende scholen gestuurd. Dat kan de mogelijkheden van laatbloeiers of van kinderen uit minder kansrijke milieus en migranten­gezinnen flink in de weg zitten. De enige oplossing daarvoor is dat alle leerlingen altijd van het ene naar het andere niveau mogen, of dat nu van vmbo naar havo is, of van middelbaar- naar hoger beroepsonderwijs.

Aansluiting

En precies daar gaat het mis als de verschillende schooltypes niet op elkaar aansluiten. “Door het openzetten van een slagboom is de weg toegankelijk, maar wordt die weg niet beter begaanbaar”, aldus de raad. Met andere woorden: vmbo en havo zijn zo verschillend dat de kans groot is dat leerlingen die het havo misschien wel aankunnen er toch zullen struikelen. In 4-havo, waar de vmbo’ers in terechtkomen, wordt bijvoorbeeld kennis van wiskunde verondersteld die op het vmbo niet is behandeld.

In 4-havo wordt kennis van wiskunde verondersteld die op het vmbo niet is behandeld

Speciale klassen of bijspijkerprogramma’s voor leerlingen die naar de havo willen zijn een oplossing, schrijft de Onderwijsraad. Maar uiteindelijk moeten de vakkenpakketten op vmbo en havo beter bij elkaar gaan passen. Dat betekent niet per definitie dat alleen het vmbo moet veranderen. Havisten moeten misschien wat meer beroepsgerichte vakken krijgen. De havo bereidt immers voor op het hoger beroepsonderwijs.

De Onderwijsraad is niet de eerste die kritiek heeft op dit kabinetsplan. De VO-raad, de organisatie van middelbare scholen, uitte eerder vergelijkbare zorgen. De scholen werken aan een betere aansluiting, zei voorzitter Paul Rosenmöller toen. “Het is niet zo dat we die hele route willen afsluiten. We willen alleen dat leerlingen op de juiste plek terechtkomen.”

Los van het praktische bezwaar, heeft de VO-raad een principieel probleem met dit voorstel. De middelbare scholen vrezen dat er het signaal van uit gaat dat alle jongeren naar de havo zouden moeten willen, terwijl het mbo minstens zo waardevol is. Ook de Onderwijsraad benadrukt dat ouders, leerlingen en beleidsmakers de havo niet als ‘ultiem doel’ moeten gaan beschouwen.