Direct naar artikelinhoud

Hoe krijg je meer vrouwen aan de literaire top?

Hoe krijg je meer vrouwen aan de literaire top?
Beeld Nanne Meulendijks

Vrouwelijke auteurs krijgen minder prijzen, minder aandacht, minder waardering. Het Boekenweekgeschenk is ook vooral een mannenzaak. Is daar iets aan te doen? Wetenschapper Corina Koolen bespreekt vijf oplossingen.

Schrijvers zijn solisten, maar deze week vonden ze elkaar in een massaal protest. Bijna 300 auteurs, journalisten en artiesten zetten hun handtekening onder een brief aan de CPNB, de organisator van de Boekenweek. Die koos voor volgend jaar het thema 'De moeder de vrouw' en vroeg Murat Isik en Jan Siebelink om het Boekenweekessay en -geschenk te schrijven.

Twee mannen, wéér mannen: het schoot de briefschrijvers in het verkeerde keelgat. In de afgelopen twintig jaar werd het prestigieuze Boekenweekgeschenk slechts vier keer geschreven door een vrouw. En nu mogen opnieuw mannen beschrijven hoe ze tegen hun moeders aankijken?

Vrouwen staan nu eenmaal lager in de literaire pikorde, weet literatuurwetenschapper Corina Koolen, die onlangs promoveerde op de ongelijkheid tussen de seksen in het literaire systeem. Ongeveer 40 procent van de literaire romans wordt geschreven door vrouwen; toch gaat grofweg driekwart van de grote prijzen naar mannelijke auteurs. "Romans van vrouwen worden beschouwd als niet goed genoeg", zegt Koolen.

Vrouwen lezen wel meer boeken van vrouwen, maar ze beoordelen die net zo kritisch, en soms zelfs kritischer dan mannen

Ze krijgen ook minder aandacht in de media, zo bleek in 2016 al uit tellingen van de Lezeres des Vaderlands. Koolen zelf turfde hoe vaak een boek van een schrijfster werd gekozen tot Boek van de Maand in het tv-programma 'De Wereld Draait Door'. Tussen september 2012 en april 2017 selecteerde het boekenpanel 37 boeken, waarvan 10 (27 procent) waren geschreven door een vrouw.

Is die scheve sekseverhouding in de literatuur erg? Jawel, zegt Koolen, want die wordt niet veroorzaakt doordat vrouwen slechter schrijven, maar door (vaak onbewuste) vooroordelen bij de lezers. Hoe kan de literaire m/v-balans worden hersteld? Koolen reageert op vijf mogelijke oplossingen.

Oplossing 1: Vraag (nog) méér vrouwen voor literaire jury's en boekenpanels.

Nee, zegt Koolen, dat gaat niet helpen. Uit haar onderzoek blijkt namelijk dat vrouwelijke lezers mannelijke schrijvers óók vaak hoger aanslaan. "Vrouwen lezen wel meer boeken van vrouwen, maar ze beoordelen die net zo kritisch, soms zelfs kritischer dan mannen.

"Ik heb nog geen bewijs, maar ik denk dat ons beeld van 'literaire kwaliteit' mannen bevoordeelt. Daarbij komt dat vrouwen op beslissende posities in de literaire wereld niet per se voor seksegenoten op de bres springen."

Als voorbeeld noemt zij columniste Elma Drayer, die in de Volkskrant schreef dat "het geslachtsdeel van de schrijver (...) volstrekt irrelevant" is bij de beoordeling van literaire kwaliteit. En dat zij niet gelooft in het beeld van "de vrouwelijke schrijver als jammerlijk miskend wezen".

Oplossing 2: Laat literaire jury's blind jureren.

Gewoon blind kaften, alle boeken die worden ingezonden voor de Librisprijs. Auteursnamen weglakken en lezen maar. Goed idee? Het zou wel kunnen helpen, denkt Koolen. "Al is het praktisch waarschijnlijk niet haalbaar, ook omdat sommige auteurs een heel herkenbare eigen stijl hebben. Je lost er bovendien niet alles mee op: mijn hypothese is dat romans met een vrouwelijke hoofdpersoon minder literair worden gevonden dan romans met een man in de hoofdrol."

Oplossing 3: Heb geduld; de schrijfsters komen eraan, het komt vanzelf goed.

Tsja, de vrouwelijke opmars in de literatuur wordt al zo lang aangekondigd, zegt Koolen. 'Het vrouwenboek rukt op', schreef de Volkskrant bijvoorbeeld al in 1999. En ook in het kielzog van Tessa de Loo, die in 1983 debuteerde met 'De meisjes van de suikerwerkfabriek', werden al veel jonge schrijfsters gesignaleerd. "Maar in de praktijk winnen vrouwen nog steeds veel minder literaire prijzen dan mannen. Ik denk dat we decennia, waarschijnlijk eeuwen moeten wachten voordat dát spontaan verandert."

Er is één doelgroep die nog meer aandacht behoeft: de niet-witte auteurs. Wat dat betreft is het goed dat Murat Isik het Boekenweekessay schrijft

Oplossing 4: Als de CPNB de komende tien jaar nu eens alle Boekenweekessays en -geschenken door vrouwen laat schrijven?

Koolen moet lachen: "Dat zou pas een rel veroorzaken, ik hoor de commentaren al: dat het niet meer om de literatuur gaat, dat de literaire kwaliteit verkwanseld is. Ik zou het wel leuk vinden om te zien. Zo'n radicale keuze voor schrijfsters zou misschien ook een mooie publiciteitsstunt zijn voor de CPNB. Al vind ik dat er één groep is die nog meer extra aandacht behoeft: de niet-witte auteurs. Zij zijn nog slechter vertegenwoordigd in de literatuur, wat dat betreft is het wel goed dat Murat Isik nu het essay gaat schrijven. Al denk ik ook: waarom heeft de CPNB geen niet-witte vrouw gevraagd. Liefst in plaats van Jan Siebelink, trouwens."

Oplossing 5: Besteed in het literatuuronderwijs consequent fiftyfifty aandacht aan m/v auteurs.

Méér vrouwen aan de literaire top, een eerlijke verdeling van prijzen en prestige: dat ideaal ligt nog lang niet binnen handbereik. Weet Koolen een list? "Ik heb met mijn onderzoek geprobeerd te laten zien dát er überhaupt sprake is van sekseongelijkheid. Dat is een begin, al willen veel mensen die boodschap niet eens horen. Het blijft een achterhoedegevecht. Wat wél zou helpen, is als er in het literatuuronderwijs systematisch gelijke aandacht zou worden besteed aan mannen en vrouwen. Als scholen verplicht de helft van hun literatuurlessen aan schrijvers en de andere helft aan schrijfsters zouden besteden. En dan op een goede manier, dus niet: 'Deze schrijfster heeft minder kwaliteit, maar we moesten er per se een vrouw in stoppen'."

Het complete proefschrift van Corina Koolen is te vinden op haar website: www.corinakoolen.nl.

Lees ook:
Met oogkleppen op koos de CPNB voor Isik als schrijver van het boekenweekgeschenk
Rommelpot in 't hanekot van de literatuur. Of liever gezegd in 't kippekot, want het zijn vooral vrouwelijke schrijvers, in sommige kringen ook schrijfsters geheten, die boos zijn. En wel op de CPNB, de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, de ANWB van onze literatuur.