Direct naar artikelinhoud
Column

Hartelijk welkom bij de red-je-reetshow

Thomas AcdaBeeld Wolff

Vijf van de mooiste vrouwen ter wereld zitten aan mijn keukentafel. En dat van de wereld lieg ik niet. Ze zijn topmodellen. Nou ja, vier dan. Die andere, de knapste, is mijn vrouw. Ik weet dat het om het innerlijk gaat en als ik hier met haar door het huis dans ben ik heus niet de hele tijd bezig met schoonheid.

Sterker nog, uit mijn vrouw komt - door mijn gedrag, zegt zij - af en toe zo'n stroom vuiligheid dat ik ernstig twijfel aan de schoonheid binnenin. Maar hier is wel heel veel schoonheid. Ik heb het Stendhalsyndroom. Geïntimideerd zet ik thee.

"Goed. Hierbij open ik de vergadering en nogmaals excuus dat het allemaal zo stiekem moet, maar we weten allemaal wel waarom."

Het model dat zich voorstelde als Jan Blaaser knikt hartstochtelijk. "Zeker! In dit land vol columnisten kun je niet voorzichtig genoeg zijn met goede daden verrichten. Vervelende ouwe witte mannetjes!"

Ook de vrouw met het blondste haar dat ik ooit zag knikt. Zij heet Wim Kan.
"En daarom chapeau aan onze andere Wim, Sonneveld, voor het bedenken van de pseudoniemen. IJzersterke bescherming. Al heb ik geen idee wie Sonneveld is."

"Dat is het hele idee van schuilnamen," zegt Toon. Zij heeft geen achternaam. Zij was de grootste.

"Wat we gaan doen is simpel. We gaan zondag naar het strand en halen al het plastic dat er is achtergebleven weg. Dat stoppen we in zakken en daarmee bewijzen we de verzamelde pers dat we echt ­allemaal zelf schuldig zijn en zwerfplastic ons einde zal betekenen. Werkt dit, dan doen we de week erna het volgende strand, enzovoort."

"En het mooie is: als het ons niet lukt ­onze boodschap over te brengen, hebben we in ieder geval een paar meter strand schoongemaakt en misschien een paar ­vogels gered."

"En lekker voor de buik-billen-borsten, al dat gebuk!" flap ik eruit.

Vijf schitterende, woedende gezichten kijken me aan.

"Zouden die zure columnisten schrijven! Ik niet! Zij!"

Hartelijk welkom bij de red-je-reetshow.

"Precies!" zegt Paul van Vliet met benen zo lang als ik. "Jij hebt toch ook een ­column? Kun jij ze niet alvast wat wind uit de zeilen nemen?"

"Ja, dag," zeg ik. "Dan krijg ik die wind."

"Als je dat nou ook opschrijft heb je voor jezelf alle wind uit hun zeilen gehaald." Slimmerik, die Van Vliet.

"Meiden," zeg ik, "relax. Max Pam schreef laatst een hele column over dat zijn koffertje niet mee terug was gekomen van vakantie. Zij schrijven over wijvenproblemen, jullie redden de wereld. Neem je verantwoordelijkheid! Wie wil er rooibos?"

Thomas Acda (1967) is zanger en acteur. Voor Het Parool beschrijft hij wekelijks zijn observaties van 'de' Amsterdammer.

In dit land vol columnisten kun je niet voorzichtig genoeg zijn met goede daden