Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Profiel

Een hard- rechtse bulldozer die Italië zegt te verdedigen

Ruim drie weken is Matteo Salvini nu minister van Binnenlandse Zaken in Rome. Een haatzaaier? Zijn ster blijft stijgen.

De Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini in Pozzallo, Sicilië.
De Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini in Pozzallo, Sicilië. Foto Carmelo Lenzo/AFP

De 45-jarige leider van de Lega, Matteo Salvini, is de man van het jaar aan het worden in Italië. Hij heeft de afgelopen weken zijn premier, de jurist Giuseppe Conte, volledig overvleugeld. Zijn bondgenoot van de Vijfsterrenbeweging, Luigi Di Maio, heeft bijna twee keer zoveel zetels, maar Salvini krijgt vier keer zoveel krantenkoppen. Voor zijn critici is hij een verkapte fascist en een opportunistische haatzaaier. Voor zijn aanhangers een recht-door-zee politicus die eindelijk oog heeft voor de problemen van gewone mensen. Feit is dat, ruim drie weken nadat hij minister van Binnenlandse Zaken werd in het nieuwe kabinet van populisten in Rome, niemand meer om Matteo Salvini heen kan.

Dat geldt ook voor Europa. De nieuwbakken minister haalde meteen de internationale media met zijn weigering schepen van hulporganisaties die voor de kust van Libië bootmigranten hebben opgepikt, toe te laten in Italiaanse havens. Daarmee heeft hij met een klap die de Europese Unie op haar grondvesten doet schudden, het migratiedossier op tafel gesmeten en op de ongerijmdheden daarin gewezen. Het gaat daarbij niet om vluchtelingen uit Syrië, maar om migranten uit Afrika die in Europa willen komen werken. Kernpunt: waarom moet Italië dat probleem alleen oplossen?

En dan moet de discussie over de Europese begrotingsregels nog beginnen. Salvini vindt dat Brussel Italië kort heeft gehouden. Op zijn Facebookpagina zei hij het zo: „ We zeiden steeds maar ‘ja baas’. Onze boeren, onze vissers, onze bejaarden, onze wetenschappers, betaalden de prijs daarvoor. Ik heb het op me genomen, ook al ben ik in de ogen van een paar radical-chicmensen lelijk, gemeen, egoïstisch, racistisch, fascistisch, onwetend, om de grenzen te verdedigen [...]. Nu is Italië weer Italië geworden. Een land met zijn trots, zijn grenzen, zijn waardigheid.”

Deze zondag komen de Europese leiders bijeen voor een extra top over migratie. De EU is verdeeld. Econoom Michael Clemens waarschuwt: ‘Hulp aan Afrika leidt juist tot méér migratie’

Oorbel

Ook al komt hij uit een gegoede familie, Salvini presenteert zich als een man van het volk. Voordat hij minister werd, droeg hij zelden een das: zijn handelsmerk was een sweatshirt, met steeds een andere opdruk. ‘Milano’ als hij in zijn geboortestad rondliep, ‘Sicilia’ als hij in het zuiden probeerde mensen achter zich te krijgen. Hij draagt links een oorbel en is ook vaak in voor een geintje: met een knipoog naar homofobe uitspraken van partijleden liet hij zich voor het roddelblad Oggi eens fotograferen met ontbloot bovenlijf en een stropdas.

„Het is moeilijk om onder de mensen die hem kennen, iemand te vinden die kwaad spreekt over Matteo Salvini vanuit menselijk oogpunt’’, schrijven de journalisten Alessandro Franzi en Alessandro Madron in een kritische biografie. Op campagnebijeenkomsten stelt hij zich met engelengeduld beschikbaar voor selfies, soms wel anderhalf uur lang. Als in Milaan een bloedtekort dreigt te ontstaan, organiseert Salvini, zelf trouw donor, via zijn partijnetwerk een aantal donoren.

Maar al ruim voordat hij minister werd, als gemeenteraadslid in Milaan en als europarlementariër, werd Salvini bewonderd en gehaat om zijn harde uitspraken. Zijn doelwitten: illegale migranten, Roma, mensen die geld verdienen aan de opvang van migranten, ‘eurocraten’, bankiers, bureaucraten, ‘links’ in de breedste zin van het woord, aanhangers van de globalisering waardoor de Italiaanse meubels, schoenen, olijfolie en kaas in het nauw komen. Dat alles op een recht-voor-zijn-raap manier. Salvini laat zich vaak fotograferen naast een bulldozer, om zijn bijnaam eer aan te doen.

In dat opzicht is Salvini radicaal rechts. Zelf wijst hij dat label af. ‘Populist’, dat is zijn geuzennaam. Hij sloot zich aan bij de Lega toen hij nog op school zat, zeventien jaar oud, maar toen die een eigen ‘parlement’ voor het noorden van Italië inrichtte, nam Salvini daarin plaats namens de zelfverzonnen ‘Padaanse communisten’. „Fascisme en anti-fascisme zijn historische categorieën, ze klinken verouderd”, schrijven Salvini’s biografen. „Voor hem tellen concrete antwoorden op het juiste moment.’’ Deze opstelling geeft hem de ruimte om af en toe tegen extreem-rechts aan te schurken.

Salvini is geen man voor abstracte vergezichten. Hij is een zwart-wit denker, maar duikt niet weg. De Lega-leider is niet alleen een veelgezochte gast van praatprogramma’s op radio en tv omdat hij vaak ja zegt, maar vooral omdat hij directe taal gebruikt en niet bang is voor een verbaal duel met zijn talrijke critici. Hij heeft jarenlang kunnen oefenen als presentator van een debatprogramma op Radio Padania, de partijzender.

Die directe, polemiserende stijl zie je ook op Facebook en Twitter. Meer dan andere Italiaanse politici gebruikt Salvini deze sociale media als megafoon voor zijn visie op de wereld – hij heeft zijn tablet altijd binnen handbereik. Geen Italiaanse politicus heeft zo veel volgers. Radio, tv, posts en tweets versterken elkaar onderling. Salvini geeft overal zijn commentaar op. Hij prijst de politie, hekelt migranten die een relletje hebben veroorzaakt, toont zich solidair met een slachtoffer van bureaucratie, haalt nog een keer uit naar migranten.

Hij retweet ook zonder problemen kritiek – dat past in de polarisatie die hij zoekt. Soms met commentaar als: „En toch hou ik van hem’’. Als een medewerker van een Duitse hulporganisatie hem uitmaakt voor fascist, retweet Salvini een foto van de man, met neusring, lichtpaars geverfde streep haar op een verder kaal hoofd en een lange schroef in het linkeroor. Salvini’s commentaar: „Geruststellend.’’

Maar relativerend, dat is Salvini niet. Neem de rel vorige week met Roberto Saviano, de schrijver die al sinds 2006 onder escorte moet leven omdat hij wordt bedreigd door de Napolitaanse maffia. Die had Salvini fel aangevallen op zijn weigering schepen van hulporganisaties met bootmigranten toe te laten. Waarop Salvini ’s ochtends in een tv-programma zei dat maar eens onderzocht moest worden of die dure beveiliging van Saviano nog wel nodig is. Saviano reageerde geprikkeld en keihard via Facebook, wees erop hoe zwaar het leven met al die beveiliging is, en omschreef Salvini als een halve maffioos. Per kerende tweet het antwoord van Salvini: je bent anti-maffia van beroep.

Italianen eerst

Bij dit communicatiespervuur (meer dan twintig tweets per dag is niet ongewoon) beschikt Salvini over uitstekende politieke instincten. Toen hij eind 2013 partijleider werd, begon hij aan een radicale verandering. De ‘Lega Nord’ werd simpelweg de Lega. Het ging niet langer meer om autonomie voor het noorden (lees: we willen zelf onze belastingcenten uitgeven die nu naar het zuiden gaan), maar om ‘soevereiniteit’ voor Italië tegenover de Brusselse regelgevers. Het verzet tegen illegale immigratie, een belangrijk tweede thema voor de Lega Nord, werd voor Salvini’s Lega het hoofdthema. Waar de Italiaanse driekleur door de Lega Nord werd bespot, begon Salvini met zijn nationalistische slogan: „Italianen eerst.’’

Het bleek een gouden zet. Links lag op apegapen, op rechts was er alleen de tachtiger Berlusconi. Europa haalde zijn schouders op voor Italiës problemen met de stroom migranten. Veel Italianen waren na jaren van recessie moe, boos, gefrustreerd. Salvini zegt onomwonden wat je vaak hoort aan de bar, bij een kop caffè of een glas grappa, maar wat in de politiek taboe was. En steeds meer Italianen vinden dat verfrissend.