Direct naar artikelinhoud
NieuwsEconomie

Komst vluchtelingen doet economie goed, vooral werkloosheid gaat omlaag

Een steen in de vijver van het migratiedebat: vluchtelingen verslechteren de economie van een land niet. Vooral de werkloosheid gaat na de toevoer van asielzoekers opvallend omlaag. En als de asielzoekers zich permanent vestigen, ‘wordt hun macro-economische invloed positief’.

Aret Zakarian werkt als kapper bij Studio B in Amsterdam. Inmiddels heeft hij een eigen studio aan de Oude Gracht in Utrecht.Beeld Ton Koene

Dat staat in een omvangrijke Franse analyse van dertig jaar economische gegevens uit vijftien Europese landen, in vakblad Science Advances. Zo’n twee tot vier jaar na een instroom van asielzoekers daalt de werkloosheid in een land enkele tienden van procenten, ontdekten hoogleraar economische demografie Hippolyte d’Albis en collega's van het Parijse onderzoeksinstituut CNRS. Om landen te kunnen vergelijken, onderzochten ze het effect van één asielzoeker per duizend inwoners - alsof ons land 17 duizend asielaanvragen zou krijgen.

Tegelijk lijkt het nationaal product iets toe te nemen, en blijft de balans tussen belastinginkomsten en overheidsuitgaven min of meer gelijk. Dat duidt erop dat ‘de veronderstelde vluchtelingencrisis die momenteel in Europa wordt ervaren waarschijnlijk geen economische crisis veroorzaakt, maar eerder een economische kans is’, noteert d’Albis.

Vooral de werkloosheidsdaling ‘voelt tegen-intuïtief’, vertelt d’Albis aan de telefoon vanuit Parijs. ‘Maar vluchtelingen brengen andere vaardigheden mee, en dat kan een opsteker zijn voor de economie. Bijvoorbeeld als ze in sectoren gaan werken waar anderen niet willen werken, zoals de zorg of de bouw.’

Vluchtelingen kunnen bovendien indirect inkomen genereren, door bijvoorbeeld kinder- of mantelzorg over te nemen, waarna vooral vrouwen kunnen gaan werken, een effect dat bekend is uit de VS. En in plaats van dat ze lage banen ‘afpakken’, blijken ze autochtone laagopgeleiden in praktijk soms naar beter betaalde posities te duwen, doordat die de taal beter beheersen en beter zijn geïntegreerd. ‘Vluchtelingen beginnen als kostenpost’, zegt d’Albis. ‘Maar als ze eenmaal mogen werken, blijken ze die kosten weer te compenseren, en zien we na een paar jaar zelfs een bescheiden positief effect.’

Ook na een toevloed van ‘gewone’ migranten – onder wie vluchtelingen met een permanente verblijfsstatus, maar ook bijvoorbeeld kenniswerkers die voor werk overkomen – zien de Fransen een duidelijke economische opleving. De bestedingen en belastinginkomsten gaan iets omhoog; de werkloosheid gaat omlaag. Het zijn effecten die een jaar of drie, vier aanhouden, blijkt uit de grafieken die de Fransen presenteren. ‘Een sterke positieve invloed’, zegt d’Albis.

De wetenschappelijke studie komt op een pikant moment: amper een etmaal nadat vluchtelingenorganisatie UNHCR bekendmaakte dat het aantal vluchtelingen wereldwijd voor het vijfde jaar op rij is toegenomen, tot haast 70 miljoen mensen, en socioloog Paul Scheffer het kabinet in een rapport aanspoort meer duidelijkheid te geven over het gewenste aantal migranten

Aanwijzingen dat vluchtelingen economisch gunstig effect hebben, zijn niet nieuw. Zo becijferde de VN-arbeidsorganisatie ILO dat Europese economieën voor iedere procent extra aan migranten er tussen de 1,25 en 1,5 procent aan bruto nationaal product bij krijgen. En hoewel mensen met een migratie-achtergrond vaker een uitkering hebben, maken de belastingen die ze als groep betalen dat weer goed, blijkt uit berekeningen van de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO). Zulke studies maken echter geen onderscheid tussen vluchtelingen en arbeidsmigranten; de Franse analyse doet dat wel.

Een ‘verdienstelijke studie’ met een ‘verrassende uitkomst’, reageert migratiedeskundige Roel Jennissen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid desgevraagd. ‘Ik verwachtte eigenlijk geen effect.’ Toch houdt hij een slag om de arm: zo zijn de gegevens die de Fransen gebruikten erg grof, waarschuwt de demograaf.

‘Ze kijken bijvoorbeeld niet waar de asielzoekers vandaan komen en in hoeverre ze blijven.’ Ook maakt het onderzoek geen verschil tussen Noord- en Zuid-Europa, waar asielzoekers vaak de illegaliteit verkozen boven een asielaanvraag, zegt Jennissen. ‘Maar de kracht van de studie is dan weer wel dat ze data van zo veel landen gebruiken’.

Ook d'Alblis wijst erop dat hij zich richt op de grote lijn: wat gebeurt er ruwweg in de jaren nadat een groep asielzoekers aanklopt? ‘Het is een statistische studie over gemiddeldes, niet over afzonderlijke landen of mechanismes.’ Dat er sprake is van een oorzakelijk verband, is voor de Fransen duidelijk:  door alle gegevens van dertig jaar op één hoop te gooien, strijken ze eventuele hobbels van economisch goed weer of eigenaardigheden van de landspolitiek glad. 

Raar eigenlijk dat asielzoekers goed zijn voor de economie, mijmert Jennissen. ‘Je zou deze studie kunnen lezen als: asielzoekers leveren vooral voordeel op. Maar is dat de bedoeling? De vraag is of je dan wel die schrijnende, kwetsbare gevallen binnenhaalt waar het systeem voor is bedoeld, of juist vitale mensen die bijdragen aan de economie. Dat is misschien goed voor het maatschappelijk draagvlak, maar ergens doe je dan ook iets niet goed.’

‘We ontkennen niet dat grote stromen asielzoekers de gastlanden voor veel politieke uitdagingen stellen’, schrijft het Franse team. ‘Maar wellicht zijn die politieke uitdagingen makkelijker aan te gaan als het cliché van internationale migratie als economische last kan worden afgekaart.’

Herstel: in een eerdere versie van dit stuk stond dat de onderzoekers het effect van een asielzoeker per honderdduizend inwoners hadden berekend. Dit moet zijn: per duizend inwoners.