Direct naar artikelinhoud

Het onderzoek naar de WODC-affaire kost directeur Leeuw zijn baan

Minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid (CDA) tijdens het debat in de Tweede Kamer over de onafhankelijkheid van het onderzoeksinstituut WODC.Beeld ANP

Frans Leeuw, directeur van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum (WODC), stapt op. Zowel hij als het ministerie van justitie en veiligheid heeft een interne klokkenluider, die meermaals onder de aandacht bracht dat wetenschappelijk onderzoek werd beïnvloed door het ministerie,  in de kou laten staan.

Dat is de belangrijkste conclusie van de Commissie-Verhulp, die onderzocht hoe is omgegaan met de klacht. Vandaag presenteerde de commissie haar rapport. Daarin verwijt zij onder andere directeur Leeuw dat hij nooit in gesprek is gegaan met de klokkenluider, hoewel de klacht daar aanleiding toe gaf. 

Onwelgevallige conclusies

Een onderzoekster klaagde dat het ministerie haar onder druk zette om onwelgevallige conclusies van een onderzoek naar softdrugs aan te passen. Zij kaartte haar bezwaren aan bij vertrouwenspersonen, het hoofd van de afdeling externe wetenschappelijke betrekkingen, bij de hoogste ambtenaar van het ministerie van justitie en bij haar eigen directeur. Maar zij werd niet gehoord. 

Beleidsambtenaren bemoeiden zich intensief met de vraagstelling en herschreven zelfs teksten van het eindrapport

Vooral de hoogste ambtenaar en de directeur zijn niet goed met haar omgegaan, aldus het onderzoek. Dat is voor Leeuw aanleiding om op te stappen. Hoewel hij in een verklaring zegt dat hij zich ‘maar in beperkte mate in de (generaliserende) kwalificaties over met name mijn leiderschapsstijl kan vinden’, denkt hij met zijn aftreden het WODC ‘het beste te dienen’.

Of de hoogste ambtenaar van justitie en veiligheid ook opstapt na de kritiek in dit onderzoek, is niet bekend. Eind vorig jaar bleek uit onderzoek van Nieuwsuur dat ambtenaren probeerden ‘politiek gevoelige’ conclusies van het centrum te herformuleren op een voor de politieke leiding gunstige manier. De Kamer leunt voor zijn oordeel vaak op onderzoeken van het WODC.

Drugsbeleid

De klokkenluider, die zich later bekendmaakte als Marianne van Ooyen, voormalig hoofdonderzoeker van het WODC, klaagde over twee onderzoeken naar drugsbeleid waarbij zij betrokken was. Een van die onderzoeken voerde het centrum zelf uit, het andere werd uitbesteed. Het eigen onderzoek, in 2013, ging over het effect van het coffeeshopbeleid van het kabinet.

Beleidsambtenaren bemoeiden zich intensief met de vraagstelling en herschreven zelfs teksten van het eindrapport. Directeur Leeuw paste de conclusies aan op verzoek van het ministerie, stelde Nieuwsuur. Wat betreft het tweede onderzoek, dat ging over de regulering van wietteelt, zou de minister zijn ambtenaren hebben gevraagd om ‘sturing’ uit te oefenen op het onderzoek.

Het onderzoek naar de klacht van Van Ooyen is het eerste van een drietal onderzoeken naar de WODC-affaire. Van de twee die nog komen gaat er één over de inhoud van de twee omstreden rapporten, en één over de relatie tussen het WODC en de ambtenaren van het ministerie van veiligheid en justitie, die in hetzelfde gebouw werken. 

Lees ook: 

Beïnvloeding zoals bij het WODC ligt voor onderzoekers al gauw op de loer

Het ministerie van justitie en veiligheid bemoeide zich met de conclusies van het WODC, een eigen onderzoeksinstituut. Worden onderzoekers vaker onder druk gezet door opdrachtgevers?

Grapperhaus erft met justitie en veiligheid een ontembaar ministerie

Onderzoek naar de WODC-kwestie kan aantonen dat er sinds het vertrek van minister Opstelten weinig is veranderd bij Justitie.