Direct naar artikelinhoud
naschrift

Looptrainer Bob Boverman (1944-2018) wilde zichzelf blijven ontwikkelen

Bob Boverman als trainer en als coach, onder meer op de Olympische Spelen van 1980 in Moskou.Beeld Bastiaan Heus

Hij wilde absoluut niet dat zijn looptraining een methode zou worden. Liever liet hij zijn lopers 'zwerven', ze moesten lopen op gevoel.

Looptrainer Bob Boverman gruwde van dogma's. Als idealist weigerde hij zijn aanpak vast te leggen als methode. Hij werkte liever intuïtief, creatief. Bob had als coach vrij snel in de gaten hoe iemand heel hard kon lopen en gaf specifiek en technisch advies, veelal gelardeerd met verhalen over de historie van een bepaalde looptechniek. Bob las veel en zei nooit zomaar iets. Als Bob iets adviseerde, volgde je dat als atleet op. Je kon van hem op aan, hij was een inspirator voor velen.

Niet voor niets ontstond er de Bende van Boverman, een club van 215 (oud-)atleten, waar menig collega-trainer jaloers op was. Bob was ijzersterk in het onderhouden van contacten. Hij zag zichzelf als coach voor het leven. "Een atleet moet op tijd in vorm zijn, maar een trainer moet altijd in vorm zijn", zei hij daarover. Hij haalde voor wedstrijden vaak atleten thuis op, dat had hij afgekeken van zijn eigen hardloopcoach, Cees Koppelaar, die de jonge Bob in de jaren zestig keurig thuis ophaalde om in Papendal te gaan trainen.

Blote voeten

Bob Ludgerus Hermanus Boverman werd geboren op 4 november 1944 in een arbeidersgezin in Bussum. Bob had drie zussen. Voor hem had er nog een broertje geleefd, maar die was op 2-jarige leeftijd overleden. Hij speelde graag buiten, kende alle achtertuinen in de buurt. Hij was gelukkig met de vrienden die hij om zich heen verzamelde. Ook genoot hij van sporten: hij was altijd op de atletiekbaan van AV Tempo te vinden. Zijn moeder stond weleens langs de lijn. Bob won daar, nog op gras, zijn eerste medailles. Later hield hij vol dat gras voor het lijf de beste ondergrond is: met blote voeten hardlopen op het gras.

Lees verder na onderstaande afbeelding.

Bob Boverman naast zoon Julien en dochter Elise en zijn tweede vrouw Ewa.Beeld Dana Ploeger

Na de lagere school stuurden zijn ouders Bob naar de mulo; die was niet aan hem besteed. Hij studeerde en werkte nog enige jaren als technisch tekenaar bij een architect, maar pas bij de opleiding tot sportleraar op het Cios viel alles op zijn plek. In die jaren werd hij meermaals Nederlands kampioen op de 800 meter (persoonlijk record: 1 minuut 50). Als loper was hij een buitenbeentje: zo plaatste hij zelf, tegen de gewoonte in, enkele startblokken om zijn medelopers in de war te brengen - eigenwijze acties tekenden hem. En hij sprak gerust zijn trainer Koppelaar tegen. Toen hij doorkreeg dat hij de absolute top niet zou halen, richtte hij zich het coachen.

Bob startte bij AV Tempo, ging daarna bij GAC Hilversum en tot slot bij AAC Amsterdam aan de slag. Als coach werd hij succesvol en zijn loopgroep kreeg landelijke bekendheid. Hij begeleidde onder anderen Hans Koeleman naar twee olympische deelnames en trainde nationale kampioenen als lange afstandslopers René Godlieb en Jolanda Homminga. Bob was inmiddels getrouwd met Neeltje Dekker, samen kregen ze een dochter, Marije. Hoewel een betrokken vader, leefde Bob voor de sport. Hij ontpopte zich voor veel pupillen als vaderfiguur.

Bob verwachtte dat zijn pupil alles uit het lijf haalde wat erin zat. Je moest bij hem niet te laat komen

Zo begeleidde hij als bondscoach in 1980 marathonloper Gerard Nijboer. Hij deed dat door zeer fanatiek voor Nijboer uit te fietsen en iedereen met een schel fluitsignaal aan de kant te manen. Nijboer liep een Europees record.

Toen atlete Ellen van Langen al even trainde bij Frans Thuijs (ook een leerling van Bob) en na een blessurejaar gedoe had met haar kwalificatie voor de Olympische Spelen in Barcelona (1992), zette Bob zich daar actief voor in. Van Langen ging toch en haalde goud op de 800 meter.

Bob genoot van de successen die 'zijn' atleten haalden. Hij liet ze dromen van doelen die ze zelf niet voor mogelijk hielden. Hij kon als geen ander inspireren met zijn verhalen, hij was een gezellige prater. Hij hield ook van de lichtheid, van ontspannen een glas bier drinken. Trainen moest leuk en divers zijn, vond hij. En hij was innovatief: voordat iemand ervan had gehoord, liet Bob zijn lopers trainen met immense hartslagmeters. Om ze jaren later juist weer te leren lopen op gevoel - zonder allerlei apparatuur. 'Zwerven', noemde hij dat.

Eigenwijs

Bob verwachtte dat zijn pupil alles uit het lijf haalde wat erin zat. Je moest bij hem niet te laat komen of het erbij laten hangen. Dan kreeg je het direct te horen, hij hield iedere loper verantwoordelijk voor zijn eigen succes, zeker in zijn tijd als bondscoach eind jaren zeventig en van 1989 tot 1996. Zo was hij als coach aanwezig bij de Olympische Spelen in Moskou (1980) en in Atlanta (1996).

Lees verder na onderstaande afbeelding.

Bob Boverman.Beeld Dana Ploeger

Bob was ijdel en kon niet goed tegen kritiek. Kreeg hij die wel, ging hij graag de discussie aan. Die eigenwijze kant maakte hem juist interessant voor zijn tweede vrouw, de Poolse atlete Ewa Szydlowska, met wie Bob nog twee kinderen kreeg: Julien en Elise. Ewa en Bob ontmoetten elkaar tijdens een trainingskamp in de Pyreneeën in 1991 en kregen in het jaar erna een relatie. Na een moeilijke eerste periode, lukte het Bob toch om goed contact te creëren tussen zijn eerste en tweede vrouw en zijn kinderen. Ze woonden allen in Almere en zagen elkaar geregeld, ook vierden ze regelmatig Kerst en Sinterklaas samen. Bob regelde zijn afspraken zo dat hij tijd overhield om zijn kinderen naar een concert of sportwedstrijd te brengen, maar was verder erg op zijn werk gericht en hield niet alle gezinszaken bij.

Meerdere malen in zijn carrière kreeg Bob een aanbod om zijn aanpak vast te leggen in een methodiek. Keer op keer weigerde hij. Er kwam er geen Boverman-methode. Hij hield dat tegen, omdat een methode iets statisch was en hij juist voor alles wilde openstaan, meebewegen en zichzelf blijven ontwikkelen. Zo ging hij ook met zijn lopers om. Hij wist technisch heel goed hoe een mens heel hard kon lopen, maar hamerde daarnaast vooral op de gevoelens en motivatie van de sporter. "De ideale looptechniek is die, waarbij iedere looppas raak is. Lopen is vallen naar de horizon", was een veelgehoorde uitspraak van hem. Wel schreef hij in opdracht van de Atletiek Unie met sportarts Els Stolk het 'Lopersboek'.

De laatste twee jaar ging zijn vitaliteit achteruit. Hij bleek parkinson te hebben, maar bleef niet treurig thuis

Bob bleef atleten advies geven, zoals Nicole Weijling, die pas op haar 45ste begon met hardlopen en onder Bobs zorg uitgroeiddde tot wereldkampioen op de 800 en de 1500 meter in 2013. Verder begeleidde hij rugbyers, hockeyers, wielrenners en langlaufers met hun looptechniek. Tot begin mei stond zijn agenda nog barstensvol, toch werd Bob niet rijk. Zijn begrafenis werd betaald met de opbrengst van een inzamelingsactie van oud-pupillen.

Onvermoeibaar

De laatste twee jaar ging zijn vitaliteit achteruit. Hij bleek parkinson te hebben, maar bleef niet treurig thuis. De diagnose spoorde hem juist aan om mensen met parkinson looptraining te geven. Bob was onvermoeibaar. Het warme contact dat hij onderhield met veel atleten, leidde vorig jaar september tot een reünie van de 'Bende van Boverman'. Hij genoot intens van het eerbetoon.

Begin mei ging Bob naar het ziekenhuis, zijn hart deed raar. Hij was vaker behandeld voor hartritmestoornissen. Niets bijzonders. Hij belde naar huis om te zeggen dat hij over twee uurtjes wel thuis zou zijn. Maar hij werd getroffen door een hartstilstand, daar in het ziekenhuis, waardoor hij enige uren later overleed. De afscheidsdienst vond plaats bij AAC Amsterdam. Daar ging Bob, begeleid door familie en honderden vrienden en lopers, voor de laatste keer over de baan.

Bob Boverman werd geboren op 4 november 1944 in Bussum. Hij overleed op 7 mei 2018 in Almere.

In Naschrift beschrijft Trouw het leven van onlangs overleden bekende en minder bekende mensen. Een tip voor Naschrift? Mail naar naschrift@trouw.nl Of per post naar Trouw/Naschrift, postbus 859, 1000 AW Amsterdam.

Andere Naschriften vindt u hier.