Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Apache-piloot Roy de Ruiter wordt ridder Willems-Orde

Onderscheiding De 36-jarige Apache-piloot Roy de Ruiter, die werd uitgezonden naar Afghanistan, wordt verheven tot ridder in de militaire Willems-Orde. Waarvoor precies, hoort hij pas eind augustus, van de koning.

Ministerie van Defensie

Nederland heeft een nieuwe held. De 36-jarige voormalig Apache-piloot Roy de Ruiter zal op 31 augustus door koning Willem-Alexander tot ridder in de militaire Willems-Orde worden geslagen. Hij is de derde ridder sinds de Korea-oorlog in de jaren vijftig. Alledrie waren deze militairen uitgezonden naar Afghanistan.

Militairen kunnen de hoogste Willems-Orde krijgen voor het tonen van ‘moed, beleid en trouw’. De Ruiter wordt beloond voor verschillende heldhaftige acties in de Afghaanse provincie Uruzgan. Welke dat precies zijn wil de Rijksvoorlichtingsdienst geheimhouden, zodat de koning dat traditiegetrouw kan bekendmaken voordat hij De Ruiter tot ridder slaat. De Ruiter mag van het ministerie tegenover journalisten niet speculeren over waarom hij deze onderscheiding krijgt. „We kijken bijvoorbeeld of hij keuzes heeft gemaakt die anderen niet hadden durven maken”, is de enige toelichting die minister Ank Bijleveld van Defensie geeft.

Internationaal gezien zijn zulke hoge onderscheidingen voor Apache-piloten hoogst zeldzaam. Veel vaker worden militairen ‘op de grond’ onderscheiden. De helikopters vliegen op een paar honderd meter hoogte en worden bijvoorbeeld ingezet om doelen te raken, een konvooi te beschermen of grondtroepen te ontzetten. Ze zijn een handig hulpmiddel als de hoger vliegende F16’s niks meer kunnen betekenen omdat vriend en vijand elkaar te dicht zijn genaderd. „Op het moment dat wij aankomen kunnen we in heel veel gevallen door onze aanwezigheid het verschil maken”, zegt De Ruiter. „Uit respect voor onze mannen op de grond lopen wij daar niet mee te koop”, haast hij zich daarna te zeggen.

De Ruiter is onmiskenbaar een bescheiden held, hij zegt dat hij zelfs „hevig twijfelde” of hij de hoogste Nederlandse militaire onderscheiding zou accepteren. Liefst had hij dat in een „afgesloten ruimte” gedaan, zonder aandacht van de media. „Ik hou helemaal niet van dit”, zegt hij gebarend naar de journalisten tegenover hem bij een persconferentie van het ministerie van Defensie. Op zijn verzoek zijn er geen camera’s aanwezig.

Het is geen valse bescheidenheid. De Ruiter trouwde zonder dat er familie aanwezig was, om maar niet in het middelpunt te hoeven staan. En met een smoes probeerde hij te vermijden dat zijn ouders aanwezig waren bij de diploma-uitreiking op de havo.

De Ruiter verzet zich hevig tegen het predikaat ‘held’. „Dapper voor mij waren de mannen en vrouwen op de grond. De jongens en meiden in de veldhospitaals, die afgrijselijke dingen zagen.” Minister Ank Bijleveld kan die bescheidenheid wel waarderen. „Een prototype van typisch Nederlands heldendom”, zegt ze. „Wij zijn een samenleving van ‘doe maar gewoon’.”

Vuurwerk

De jonge De Ruiter wilde piloot worden „zoals zoveel jongetjes”. Hij solliciteert op zijn zestiende als vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht en is op zijn twintigste klaargestoomd als Apache-vlieger. In 2004 wordt hij voor het eerst uitgezonden. Hij is erbij als Nederlandse Apache-helikopters voor het eerst onder vuur worden genomen tijdens een nachtelijke verkenningsmissie. „Dan zie je wel vuurwerk voorbij komen”, zegt De Ruiter. „Maar dat was niks bijzonders hoor.” Volgens De Ruiter kwam dat daarna vaker voor.

Vanaf 2006 mag hij leidinggeven aan andere helikopterpiloten. Een jaar later wordt hij plaatsvervangend vluchtcommandant van een team van twaalf vliegers. Voor zijn laatste missie in 2009 klimt hij op tot commandant. Daarna vertrekt hij naar de VS om nieuwe Apache-vliegers op te leiden. Na een vakantie in Oman vertrekt hij in 2013 bij Defensie om als instructeur-vlieger bij de Omaanse politie te werken.

De gevechtshelikopters waar De Ruiter mee werkte, zijn volgestouwd met raketten en een kanon dat zeshonderd kogels per minuut kan afvuren op doelen tot kilometers verder. De Ruiter ontwijkt echter het thema geweld. Liever memoreert hij een reddingsmissie waar duizenden Afghanen werden geëvacueerd toen een gebied was overstroomd met bergwater en hij vanuit de lucht transporthelikopters aanstuurde.

Afgelopen maanden is de in 2009 geridderde Marco Kroon hevig bekritiseerd, nadat hij in de media had verteld over een ontvoering. Aan zijn verhaal wordt getwijfeld. Een nieuw boegbeeld komt dus niet ongelegen voor Defensie. Maar De Ruiter lijkt er – behalve officieuze verplichtingen zoals Prinsjesdag – weinig voor te voelen die rol op zich te nemen. „Dit is een erkenning voor daden uit het verleden”, zegt hij. „Zo is het mij uitgelegd.” Hij laat doorschemeren dat een paar dagen mediacircus in Nederland voor hem al een gedoe is. „Als ik straks in het vliegtuig stap, gaat de prioriteit weer naar mijn gezin.”

Lees meer over Kroon: Wat doet zo’n militair in z’n eentje in gevaarlijk gebied?

In de wet die over deze Willems-Orde gaat, staat niet dat je een boegbeeld moet zijn, legt kanselier bij de Nederlandse Orden Henk Morsink uit. De Ruiter zal worden uitgenodigd om allerlei militaire bijeenkomsten bij te wonen, en bijvoorbeeld de Dodenherdenking. „We hebben natuurlijk wel bepaalde verwachtingen en hoop, maar het is aan hem”.