Groen&Geel: Luisteren raddraaiers niet, dan moeten ze eruit
Utrecht
‘Het wordt kotsen vannacht’, voorspelt Brian Schmeltz, terwijl hij zijn portofoon in zijn broekzak steekt. De goedlachse en gespierde beveiliger maakt zich op voor een nachtdienst bij club Basis aan de Oudegracht in het centrum van Utrecht. De club draait muziekstijlen als techno en house.
Tot vier uur ’s nachts druppelen vijfhonderd studenten binnen. Schmeltz weet genoeg: ‘Jongeren zoeken grenzen op als het gaat om alcoholgebruik. Als ze overgeven, begeleid ik ze naar buiten. In de hoop dat ze daar verder kotsen.’ Groepjes aangeschoten en zingende studenten sluiten aan in de rij. Tasjes worden gecheckt. Wie zich niet kan identificeren, wordt zonder pardon weggestuurd. Dat moet vanwege de minimumleeftijd van achttien jaar, stelt Schmeltz. Bovendien moet hij bij een ongeluk kunnen achterhalen met wie hij te maken heeft.
‘Als portier, of zoals ik liever zeg: gastheer, verwelkom ik mensen. Ook moet ik orde handhaven.’ Dat doet Schmeltz met vier anderen, gekleed in donkerblauwe broeken en jassen. Op de achterkant staat in witte letters ‘security’. Ze staan verspreid de doorstroming te regelen.
Schmeltz kijkt voortdurend om zich heen. ‘Na vijftien jaar ervaring heb ik iedereen door en schat ik in wat er gaat gebeuren. Daarom vind ik dit werk niet meer spannend, maar leuk.’ Maar de situaties die hij meemaakt zijn er niet minder heftig om. Vaak steekt hij een stokje voor wangedrag van drugs- en
alcoholgebruikers en ruziezoekers. Door het volgens hem onterechte kickboks-imago van portiers wordt hij regelmatig uitgedaagd te vechten. Daar reageert hij nooit op.
alle hens aan dek
Schmeltz voelt feilloos aan wie onder invloed is van welke drugs. ‘Overmatige GHB-gebruikers liggen knock-out. Coke-gebruikers zijn op het ene moment lief, het andere moment breken ze de tent af.’ Bij technofeesten is er volgens hem weinig aan de hand. Daar komen voornamelijk vriendelijke drugsgebruikers, zegt Schmeltz. ‘Maar bij urbanfeesten, waar hiphop- en rapmuziek wordt gedraaid, is het negen van de tien keer alle hens aan dek. Er wordt veel gezopen. Haantjesgedrag, korte lontjes, mannen en vrouwen gaan met elkaar op de vuist.’ Loopt het uit de hand, dan drukt hij op een draagbare alarmknop, zodat de politie komt.
staatslot
Vooral die ene ijskoude winternacht in december vergeet hij nooit meer. ‘Ik hoorde ineens heel hard “tak, tak” boven mij. Eerst dacht ik dat een boze voorbijganger fietsen naar beneden smeet. Dat gebeurt namelijk wel eens.’ Ineens zag hij iemand van de trap afrollen. ‘Hij gleed zo, als een inktvis, het water in’, vertelt de portier terwijl hij de duik uitbeeldt. ‘Ik dook de gracht in en greep zijn schouders. Ik legde de jongen op de kant in de stabiele zijligging. Hij zat onder het bloed en zijn neus was verbrijzeld. Na twee keer op zijn borst slaan kwam er bloed en kots uit zijn mond.’ Schmeltz slaakt een zucht en zegt dan grijnzend: ‘Hij ademde gelukkig weer. Nobody is going to die, not on my watch (niemand gaat dood waar ik bij ben). De jongen gaf me later een staatslot als bedankje. Ik won er helaas niets mee.’
Schmeltz sleepte daarmee wel een andere prijs in de wacht. Een oorkonde van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen, uitgereikt door de burgemeester van Utrecht. En daar is hij trots op.
Brian Schmeltz (46) uit Amsterdam raakte tijdens een voetbalwedstrijd geïnteresseerd in de beveiligingswereld. Hij liet zich omscholen van bankmedewerker naar portier, en werkte als beveiliger in de Amsterdam ArenA. Later richtte hij het bedrijf MatchSecurity op, dat zich richt op het beveiligen van horeca, personen, evenementen, gala’s en artiesten. Om de orde te handhaven wordt er samengewerkt met de klant en een eventuele (club)huurder. Zijn team bestaat uit verschillende karakters: van mensen die rust bewaren tot strenge portiers. Ongewenst gedrag van bezoekers lokt eerst een waarschuwing uit. Luisteren raddraaiers niet, dan moeten ze eruit. ‘Als iemand agressief tegenstribbelt, houden we hem of haar met twee portiers vast. Geweld mogen we niet gebruiken, maar klemzetten en buiten zetten wel.’