Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Populistisch kabinet in Rome op valreep mislukt

Formatie Italië President Mattarella blokkeert een anti-EU-minister, Lega en Vijfsterren reageren woedend.

De Italiaanse president Mattarella vertelt zondag op een persconferentie dat hij zijn veto heeft uitgesproken over de benoeming van de minister van Economie.
De Italiaanse president Mattarella vertelt zondag op een persconferentie dat hij zijn veto heeft uitgesproken over de benoeming van de minister van Economie. Foto VINCENZO PINTO/AFP

De kabinetsformatie in Italië, die had moeten leiden tot de eerste regering van louter populisten in een EU-land, is zondag op een dramatische manier mislukt. President Mattarella heeft zijn veto uitgesproken over de benoeming van een anti-Duitse econoom tot minister van Economie.

Deze ongekende, principiële botsing werd zondagavond door de twee beoogde coalitiepartijen, Vijfsterrenbeweging en Lega, uitgelegd als een poging van het politieke, financiële en economische establishment om hen tegen te houden.

„Wij hadden [samen] meer dan 50 procent”, zei Luigi Di Maio, leider van de Vijfsterren in een reactie. „Ze hebben het ons niet toegestaan.” En, cynisch: „Het is dus nutteloos om te gaan stemmen, want de regeringen, daarover wordt besloten door de kredietwaarderingsbureaus, door de financiële en bancaire lobby’s, steeds dezelfden.”

Lees ook een interview uit februari met de econoom Cottarelli: ‘Politici doen alsof Italië zo uit de euro kan stappen’

Verklaring van de president

In een verklaring zei president Mattarella dat hij de twee partijen , die in de verkiezingscampagne elkaar bestreden, veel ruimte heeft gegeven om samen een kabinet te vormen, ook al was hij „perplex” dat de niet-gekozen jurist Giuseppe Conte was voorgesteld als premier. Na de mislukte formatiepoging is die nu uit beeld.

De president legde uit dat hij niet akkoord kon gaan met de benoeming van de 81-jarige econoom Paolo Savona tot minister van Economische Zaken. Savona is in opspraak gekomen wegens anti-Duitse uitspraken. Zo zei hij eens dat het Duitse streven naar overheersing sinds de nazi’s niet is veranderd, „alleen gebruiken ze nu geen militaire middelen”.

Mattarella vond dat hij geen keus had. Ik heb gevraagd om een minister „die niet wordt gezien als aanhanger van een beleid [...] dat zou kunnen leiden tot het vertrek van Italië uit de euro.” Maar Lega-leider Matteo Salvini hield vast aan Savona, daarin gesteund door Di Maio. De twee verwierpen Mattarella's suggestie een andere Lega-politicus te benoemen.

Twee opvattingen over het politieke bestel botsen hier. Mattarella hield vast aan de grondwet, waarin staat: de president „benoemt de premier, en op diens voorstel, de ministers”. Salvini en Di Maio, die een „contract” hadden gesloten voor „de regering van de verandering”, stelden dat hun verkiezingszege hun het recht gaf Mattarella te dwingen hun kandidaten te aanvaarden.

Onrust op de financiële markten

Mattarella wees op de onrust vorige week op de financiële markten. In een reactie op de plannen van Lega en Vijfsterren is de rente op de staatsschuld gestegen, de beurs in Milaan daalde. Hij zei dat hij als president de plicht heeft om Italiaanse spaarders te beschermen.

Zo’n botsing tussen de president en politieke partijen is ongekend in Italië. Mattarella heeft voor morgen de econoom Carlo Cottarelli ontboden – mogelijk om hem te vragen een zakenkabinet te vormen. Hij moet daarbij rekening houden met woedende weerstand van de Vijfsterren en de Lega, die in beide kamers van het parlement samen een meerderheid hebben. Nu al praten die over impeachment van Mattarella.

Lega en Vijfsterren bepleiten een radicale verandering in de relatie met Brussel. Zij wijzen de bezuinigingspolitiek van de afgelopen jaren af. De enorme staatsschuld van Italië van 2,3 biljoen euro, 132 procent van het bnp, kan beter omlaag worden gebracht door eerst groei te creëren, stellen zij. Dat wilden zij doen met meer overheidsinvesteringen, belastingverlaging en vergroting van de koopkracht – maatregelen die in eerste instantie tot een groter tekort zouden leiden.