Elke dag worden burgers slachtoffer van de Russische oorlog in Oekraïne. Vanaf het begin van de invasie op 24 februari tot afgelopen zondag vielen in Oekraïne minstens 4.731 burgerdoden en 5.900 gewonden, volgens het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties. Onder de doden zijn 330 kinderen.
De werkelijke aantallen zijn „aanzienlijk hoger”, zegt de VN-instantie, want berichten uit regio’s waar gevochten wordt moeten nog worden bevestigd. De meeste slachtoffers vallen door raketaanvallen. De dodelijkste aanval was – waarschijnlijk – die op het station van Kramatorsk. Daar vielen op 8 april 52 doden.
Recent lijkt Rusland de aanvallen op burgerdoelen op te voeren. Steden buiten de oorlogszones in het oosten en zuiden worden belaagd: zondag vielen raketten op een flat en een kleuterschool in Kiev, maandag op een winkelcentrum in Krementsjoek, dinsdag op een garage in Dnipro.
Het bewust en opzettelijk aanvallen van burgerdoelen is een oorlogsmisdaad. Voor vervolging van de daders is het essentieel om te kunnen bewijzen dat er sprake is van opzet. Twee onafhankelijke onderzoeken laten zien dat Rusland bij twee grote aanslagen bewust koos voor een burgerdoelwit. Onderzoekscollectief Bellingcat deed een snel onderzoek naar de aanval op het winkelcentrum in Krementsjoek op 27 juni. Mensenrechtenorganisatie Amnesty International deed uitgebreid onderzoek naar de verwoesting van het theater in Marioepol op 16 maart.
Het winkelcentrum
Winkelcentrum Amstor zou al maanden gesloten zijn. Er stonden verdacht weinig auto’s op de parkeerplaats. En waarom zijn er op de beelden van na de aanval geen vrouwen en kinderen te zien, en wel mannen in militaire kleding?
Met zulke vragen zaaien Russische bronnen op sociale media twijfel over de aanslag in Krementsjoek, een stad met ruim 200.000 inwoners in het midden van Oekraïne. De desinformatie wordt gretig gedeeld, ook door westerse gebruikers. De Russische VN-diplomaat Dmitri Poljanski sprak op Twitter van een „nieuwe Oekraïense provocatie à la Boetsja”. Het is volgens hem geen toeval dat de aanval plaatsvond aan de vooravond van de NAVO-top in Madrid, om de focus op Oekraïne te behouden.
Het Russische ministerie van Defensie kwam dinsdag met een officiële verklaring: de Russische luchtmacht voerde een zeer precieze luchtaanval uit op hangars met door de VS en Europa geleverde wapens en munitie, gevestigd op een fabrieksterrein naast het winkelcentrum. Ontploffing van de munitie veroorzaakte een brand in het gesloten winkelcentrum, volgens de Russische verklaring.
Het onderzoek van Bellingcat maakt korte metten met deze lezing. Op basis van satellietbeelden, beelden van bewakingscamera’s en openbaar beschikbare bronnen concludeert het collectief dat er kort na elkaar twee grote Kh-22 raketten zijn ingeslagen: één in het winkelcentrum en één aan de noordzijde van een fabriek voor wegenbouwmachines, vijfhonderd meter noordelijker.
De afstand tussen fabriek en winkelcentrum weerspreekt de Russische claim dat de fabriek het doel was, met de brand in het winkelcentrum als ‘nevenschade’. Het gebied tussen de twee doelen is onbeschadigd. Als op een van beide plaatsen munitie was opgeslagen, zoals Rusland beweert, zouden er veel meer explosies zijn gevolgd.
Ook de andere claims houden geen stand. Online communicatie van werknemers in Amstor en winkelketens bevestigen dat het winkelcentrum open was. De BBC sprak met mensen die er onlangs gewinkeld hebben. De lege parkeerplaats laat zich verklaren door nabijgelegen bushaltes en schaarse benzine. Beelden tonen wel degelijk vrouwen na de aanslag. Ook bij andere aanslagen zijn mannen in militaire kleding aanwezig, veelal reservisten die hulpverleners komen helpen.
Oekraïne zorgt ook voor verwarring. President Zelensky zei maandag op Telegram dat er wel duizend mensen binnen waren op het moment van de aanval. Dat aantal lijkt te hoog ingeschat. De minister van Binnenlandse Zaken sprak dinsdag van 18 doden, 21 vermisten en 59 gewonden.
Het theater
De grootste verrassing van het onderzoek van Amnesty naar de aanval op het theater in Marioepol is niet de conclusie dat het een Russische oorlogsmisdaad is, maar dat Amnesty het aantal slachtoffers aanzienlijk bijstelt. Met de kanttekening dat veel slachtoffers onvermeld zijn, spreekt Amnesty van „minstens twaalf doden”. Het stadsbestuur ging uit van driehonderd doden, een onderzoek van persbureau AP uit mei zelfs van zeshonderd doden. Amnesty telt alleen de gedocumenteerde slachtoffers. Russische bulldozers hebben het puin van Marioepol geruimd voordat de doden konden worden geborgen.
Amnesty verklaart het lage aantal doden door wat er vlak voor de aanval gebeurde. Na een mislukte evacuatie op 5 maart verbleven honderden mensen in het theater, dat deels als solide schuilplaats fungeerde. Op 14 en 15 maart verlieten honderden auto’s met duizenden mensen Marioepol in onofficiële konvooien. Onder hen veel mensen uit het theater.
De onderzoekers van Amnesty spraken met 53 getuigen, waarvan er 28 in of naast het Donetsk Regionale Academische Drama Theater waren. Het karakteristieke gebouw, geïsoleerd gelegen in een park en gemarkeerd met het voor piloten zichtbare ‘Kinderen’, werd op 16 maart geraakt door twee bommen van elk vijfhonderd kilogram, vrijwel gelijktijdig gedropt door Russische vliegtuigen. Een false flag-operatie van het Oekraïense Azov-regiment, zoals Rusland claimt, sluit Amnesty uit.
Er zijn vier mogelijke verklaringen voor het bombarderen van het theater. Het was een bewuste aanval op een burgerdoel, Rusland beschouwde het als een legitiem militair doel, het theater was een toevallig slachtoffer, of de aanval was een vergissing.
Volgens Amnesty wijst het bewijs op de eerste verklaring. Het theater had evident een civiele functie en er waren geen militaire doelen in de omgeving. Maar, geeft Amnesty mee aan het Internationaal Strafhof, zelfs bij de veel minder waarschijnlijke andere verklaringen geldt de aanval als een oorlogsmisdaad.