Terug naar de krant

'Geen Keti Koti voor ons'

Leeslijst column Ellen Deckwitz
Leeslijst

Onlangs veranderde mijn zus haar WhatsApp-profielfoto in het logo voor „Ik neem vrij op Keti Koti”, de sympathieke campagne waarmee je kan aangeven dat je 1 juli vrijhoudt om de afschaffing van de slavernij te vieren. De gedachte is dat als genoeg mensen dit doen, ook in Nederland van Keti Koti een nationale feestdag wordt gemaakt.

Ze bedoelde het goed, maar het leidde tot een gigantische ruzie in de familie-app. De Indische kant was woedend, de berichtjes stroomden zo snel binnen dat het wel de livestream van een WK-finale leek.

„Waarom steun je een herdenking die alleen maar stilstaat bij de slavernij in de westelijke koloniën?”, foeterde oudtante D.

„Er waren in Indië veel meer tot slaaf gemaakten dan in de West”, brieste nichtje B.

„In Indië werd de slavernij bovendien niet op 1 juli, maar op 1 januari afgeschaft”, schreef achterneef P.

„Nou ja, een herdenking op 1 januari lijkt me geen goed plan”, mompelde mijn zus tegen me. „Dan ben je te brak om überhaupt bij iets stil te staan.”

Toch stak het, want ze veranderde haar profielfoto terug. Ik voelde met haar mee, maar begreep ook de reactie van de Indische kant. In het indrukwekkende Daar werd wat gruwelijks verricht toont schrijver Reggie Baay hoe gigantisch en afschuwelijk de slavenhandel in Nederlands-Indië was. Hoe ook daar de tot slaaf gemaakten werden uitgebuit, mishandeld, gemarteld en verkracht. Dat de slavernij daar, ondanks de afschaffing in 1860 (dus drie jaar voor die in de West), tot in de twintigste eeuw doorging. Toch lijken velen dit niet te weten, volgens Baay omdat „…verreweg de meeste nazaten van de slaafgemaakten in de Oost zich niet bewust zijn van hun eigen geschiedenis van slavernij”. Deels door de marginale plek ervan in ons onderwijs. Veel van mijn Indische vrienden hebben geen idee hoe wijdverbreid de slavernij in Nederlands-Indië was.

„Kunnen we met Keti Koti niet”, probeerde een nichtje nog, „ook het Indische slavernijverleden gewoon herdenken?” Dat kwam haar op zoveel woedende reacties te staan dat ze de familie-app maar verliet.

„Er is nergens plek voor ons”, zei oudtante D. „Niet bij herdenkingen, niet in canons, niet op scholen, niet in het collectieve geheugen.”

Een oudoom die zich intensief bezighoudt met de koloniale geschiedenis schreef: „Geen Keti Koti voor ons. Niet tot er in Nederland evenveel aandacht voor de slavernij in de Oost is, als voor die in de West.”

Hij besloot met: „Gelijke slaven, gelijke ketenen, gelijke erkenning.”

Dat spookt nu al dagen door mijn hoofd.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 30 juni 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in