Direct naar artikelinhoud
Interview

‘Nogal een contrast’: schrijver Irwan Droog verhuisde naar een piepklein eiland in Noorwegen

'Nessestua', de naam van het lichtblauwe huis waar Irwan Droog woonde. Letterlijk vertaald 'het huis aan het einde'.Beeld Irwan Droog

Toen schrijver Irwan Droog (37) en zijn vriendin in de hete lockdownzomer van 2020 in zijn flat in Amsterdam-Noord zaten, zagen ze een oproep op Facebook van een piepklein eiland in Noorwegen: mensen gezocht, om hier te proefwonen. Ze pakten hun spullen en gingen.

Het is geen onprettige flat, het appartement op drie hoog aan de drukke IJdoornlaan in Noord, waar Irwan Droog woont. Het is een beetje een bakstenen jungle, dat wel. Aan de voorkant een weg, aan de achterkant galerijflats, verderop hoogbouw, en op een steenworp afstand het, niet om zijn charme beroemde, Buikslotermeerplein.

Op Facebook verscheen in de zomer van 2020 een opmerkelijk bericht: een piepklein Noors eilandje, Selvær, in de poolcirkel, zocht enthousiaste nieuwe bewoners, om de langzaam uitstervende gemeenschap een impuls te geven. Vanuit dat appartement in Noord dachten Droog en zijn vriendin: dat willen we wel proberen.

In januari 2021 reed hij met zijn vriendin en hond Zorro die kant op. De reis duurde zes dagen, onder andere door een dichte Zweedse grens, vertraging van de veerboot en heel veel donkere uren rijden door uitgestrekte en verlaten landschappen in de Noorse winter. Maar toen stond daar een lichtblauw huis, aan het einde van het eiland met slechts 40 bewoners, omgeven door niets.

Irwan Droog op Selvaer.Beeld Kim Linssen

En dan stopt bus 37 hier gewoon voor de deur.

“Ja het is nogal een contrast. Hier gaat alles zo makkelijk. Het is zeker een hele toer om op Selvær te komen. Soms is de zee te onrustig, waardoor de veerboot niet kan varen. Ik vind het hier al leuk als het hard heeft gesneeuwd en de wereld even stilstaat. De routine wordt verstoord, mensen praten weer met elkaar op weg naar werk. En daar is dat aan de orde van de dag.”

Leefde u daar met de dag of plande u juist meer?

“Je moet vooruit kijken. De supermarkt is daar een paar dagen per week open van 11 tot 13 uur. Hier kan ik kiezen tussen drie verschillende supermarkten. Of inmiddels kan ik een flitsbezorger bestellen, dat was er nog niet eens toen ik vertrok. Daar word je gedwongen om bewuster te leven. Het is een cliché, maar het laat je echt nadenken over wat je belangrijk vindt in het leven.”

Wat zijn uw voornaamste inzichten?

“Het is niet dat ik een ander mens ben geworden. Ik vermaak me in Amsterdam ook goed. Maar daar liep je gewoon bij mensen naar binnen en riep: ‘hoi, ik ben er!’ en dan stond er een pot koffie klaar. En andersom stond er ook vaak iemand bij ons in de keuken. In het begin is dat even schrikken, maar het is ook fijn dat je zo dicht bij elkaar staat, dat het kan. En dat het ook de mensen zijn van wie je afhankelijk bent als de elektriciteit uitvalt, er geen boten gaan of het brandhout op is. In de flat in Amsterdam bel je aan, is er een intercom, een lift, je komt voor een zware dichte deur met een kijkgaatje te staan. Ik zit hier in een fysieke bubbel.”

Wat deden jullie de hele dag daar?

“Dat is niet eens zo makkelijk te beantwoorden. We hielden ongeveer kantooruren aan overdag met het werk dat we hadden, maar er liep ook dagelijks wel iemand binnen, en soms was dat van: kun je helpen keien sjouwen van het land. Dan ben je opeens drie uur buiten en is de dag alweer voorbij.”

Het is een universeel verhaal: kleine gemeenschappen lopen leeg, steden groeien.

“Ja en dat maakt het ook zo triest en mooi dat een eiland als Selvær probeert te veranderen. Afgelopen jaar overleden er drie mensen, dat is bijna tien procent van de bevolking. De visindustrie, waar ze lang van leefden, is goeddeels verdwenen, toerisme trekt nog niet aan. Mensen worden er steeds ouder en er komt geen aanwas. Een van de oudste bewoners kijkt uit op een eilandje verderop waar haar man vandaan kwam: daar staan alleen nog lege, overwoekerde huizen. Dat kan het voorland zijn van Selvær.”

Gelooft u dat het mogelijk is om het tij te keren?

“De enthousiaste ondernemende mensen van het eiland geven hoop. Want zij hebben toch bedacht nieuwe mensen te trekken. Tegelijk met ons kwam ook een ander Nederlands stel, een werktuigbouwkundige en een biologe, om er een boerderij te beheren. Zij zijn voorlopig gebleven. En na ons kwam zelfs een Nederlands gezin met kinderen, en vier chihuahua’s. Dus wellicht is het toch een begin van verandering.”

Waarom zijn het Nederlanders die Selvær komen versterken?

“In Noorwegen is veel ruimte en zijn er weinig mensen, in Nederland zijn er veel mensen en weinig ruimte, gebruikt een van de eilandbewoners als verklaring voor de oproep specifiek aan Nederlanders. Ik vond dat wel een rake uitleg. Voor iedereen was de motivatie anders, maar ik denk dat de behoefte aan natuur en ruimte voor mij heel belangrijk is geweest.”

Waarom bent u toch weer vertrokken?

“Het was altijd de bedoeling dat het een tijdelijk avontuur zou blijven. En uiteindelijk speelde heimwee een grote rol in die beslissing. Ik miste mijn vrienden, familie en mijn eigen boekenkast. En de pandemie hielp ook niet. Een paar dagen nadat we er aankwamen, gooide Noorwegen de grenzen dicht, dus niemand heeft ons kunnen opzoeken. Toch blijven we er altijd welkom. Op dit moment zou ik me er niet definitief willen vestigen, het heeft veel praktische nadelen, zo afgelegen als het is. Aan de andere kant: ik dacht altijd dat ik een stadsmens was, maar wonen op het eiland heeft me wel de ogen geopend voor een leven buiten de stad.”

Selvaer hoopt nog steeds dat er mensen willen komen wonen. Voor meer informatie: www.selvaer.no

Het huis aan het einde, leven op een eiland in de poolcirkel, uitgeverij Thomas Rap, €22,99, 221 blz.

Tips voor andere eilandboeken

Tamsin Calidas schreef Ik ben een eiland. Calidas is een dertiger met een baan in de media, die in de hippe Londense wijk Notting Hill woont. Zij en haar man besluiten hun leventje in de stad te verruilen voor het ruige en onbekende van een klein Schots eiland in de Hebriden. En dan gaat alles mis.

In 1971 bivakkeerden Godfried Bomans en Jan Wolkers ieder afzonderlijk een week op Rottumerplaat. Ze maakten het radioprogramma Alleen op een eiland: Dagboek van een eilandbewoner, Nienke Denekamp schreef daar weer Alleen op een eiland over.

Marian Engel, Beer. Lou is een eenzame bibliothecaris die haar dagen doorbrengt in de stoffige archieven van het Historisch Instituut. Wanneer zich de mogelijkheid voordoet, grijpt ze haar kans om naar een afgelegen eiland in Noord-Ontario te reizen. De enige andere bewoner op het eiland is een beer.