De jaren tachtig waren geen zegen, in muzikaal opzicht. Al denkt een aantal hedendaagse muzikanten daar anders over, zoals de Australische Ladyhawke op haar nieuwste album, en de Britse zangeres Jessie Ware. Zij krijgen geen genoeg van de bassynthesizers en iele hi-hats.
Ook de Canadese Abel Tesfaye, alias The Weeknd, een van de populairste zangers van dit moment, heeft een tunnel gegraven naar 1985. Daar maakte hij een vijfde album waarop alle bekende stijlmiddelen – de handclaps, de holle bassynths – mochten floreren. En het is hem goed bekomen. Recensies jubelen over zijn Michael Jackson-achtige zang (altijd al een Weeknd-kenmerk) en de natuurgetrouwe reconstructie van het jaren tachtig-geluid.
Maar waarom zou de op allerlei terreinen (zang, melodie) bekwame Abel Tesfaye deze stijl omarmen? Tesfaye, geboren in 1990, geeft toe aan een nostalgie die voor hem geen nostalgie kan zijn. Toch schakelde hij Oneohtrix Point Never in – smaakvol producer van albums van Anohni en David Byrne – om de dagen van Howard Jones en Rick Astley te laten herleven. Zo ontstond Dawn FM, waarvoor Tesfaye de melodieën in honing weekte en zijn zangstem tot koortsachtige Michael Jackson-pieken opzweepte. Hij fleemt, croont en giert, om zijn romantische bedoelingen duidelijk te maken.
Kilte
Maar romantiek vraagt om bezieling en warmbloedigheid en juist de jaren tachtig klonken koud. Dat was destijds vooral een technisch tekort, de nog maar net ontwikkelde digitale klanken waren nog ijzig; niet voor niets heeft jaren tachtig-ster Kate Bush een aantal liedjes later opnieuw opgenomen, voor een ‘warmer’ geluid.
Daarom is het merkwaardig dat The Weeknd deze stijlvorm kiest. De kilte maakt de sentimentele melodie van bijvoorbeeld ‘Less Than Zero’ uiteindelijk onwaarachtig. Voor ‘Don’t Break My Heart’ was de muziek van Depeche Mode wellicht het oriëntatiepunt, in een wankele uitvoering. Openingsnummer ‘Dawn FM’ is een gunstige uitzondering, op het wervelende ritme valt te dansen. In een koelcel, dat wel.