Direct naar artikelinhoud
Nieuws

‘Afstandsmoeders’: overheid handelde onrechtmatig door onze baby’s af te pakken

De Staat heeft, vanaf de jaren vijftig tot in de jaren tachtig, druk uitgeoefend op jonge ongehuwde moeders om afstand te doen van hun kind. Dat stellen moeders in een rechtszaak die vrijdag begon. Tussen 1956 en 1984 stonden ruim 15 duizend ongehuwde moeders hun kind af, vaak onder dwang.

Zuigelingenafdeling in Stichting Moederheil, gefotografeerd tussen 1930 en 1935.Beeld Collectie Stadsarchief Breda

Direct nadat ze was bevallen, in het nonnen-tehuis voor ongehuwde moeders, werd haar zoon bij haar weggehaald. ‘Hij kon niet eens aan de warmte van haar huid voelen’, zegt de advocaat van Trudy Scheele-Gertsen (75), vrijdag in de rechtbank in Den Haag. Het was 1968, de jonge moeder was destijds 21 jaar.

Heeft de Staat onrechtmatig gehandeld jegens Scheele-Gertsen en alle andere moeders die in de jaren tussen 1956 (toen de adoptiewet inging) en 1984 (toen abortus legaal werd) afstand hebben gedaan van hun kind? Ja, stelt zij samen met andere ‘afstandsmoeders’ die, vertegenwoordigd door belangenorganisatie Clara Wichmann, de rechtszaak hebben aangespannen tegen de Staat.

‘Het is een immens trauma dat we hebben opgelopen’, vertelt Scheele-Gertsen tegen de rechtbank. Ze wil erkenning van het leed dat haar en haar zoon is aangedaan. ‘Zodat iedereen weet dat het niet onze schuld is, maar dat het door toedoen van de instanties is gebeurd.’

Tussen 1956 en 1984 deden ruim 15 duizend ongehuwde moeders afstand van hun kind. Dat deden ze vaak tegen hun eigen wil, onder dwang en onder grote (maatschappelijke) druk. De kinderen werden ondergebracht in pleeg- en adoptiegezinnen.

Paula Stichting

Scheele-Gertsen was 21 toen ze onbedoeld zwanger werd van haar vriend. Ze werd door haar ouders naar de Paula Stichting in Oosterbeek gestuurd, een tehuis voor ongehuwde moeders. Ze wilde haar kind houden, maar het traject stond volgens haar bij voorbaat vast: ze moest het meteen afstaan. 

‘Dat was de standaard’, zei ze twee jaar geleden in de Volkskrant. ‘Van de duizenden vrouwen die daar in de loop der jaren terechtkwamen, heeft niemand haar kind zelf kunnen houden.’

Veel vrouwen werden bij de bevalling zelfs geblinddoekt, om binding met de baby te voorkomen. Dat heeft ze geweigerd. Scheele-Gertsen neemt het vooral de Raad voor de Kinderbescherming kwalijk dat dit allemaal kon gebeuren. Volgens haar heeft de Staat druk uitgeoefend op de moeders om afstand te doen van hun kind. Ook zijn ongehuwde moeders ‘onvolledig en/of onjuist’ geïnformeerd over hun positie en rechten.

‘Ik was volwassen, ik wilde mijn kind houden’, verklaart Scheele-Gertsen voor de rechtbank. ‘Maar ze vonden dat ik als ongehuwde moeder niet in staat zou zijn om voor mijn kind te zorgen.’

Het systeem

In de rechtszaal komen ook andere afstandsmoeders aan het woord. Volgens hen was het hele ‘systeem’ erop gericht om moeder en kind te scheiden. Het was ‘institutioneel geweld’ tegen ongehuwde moeders, zegt een van hen. ‘De Staat heeft in strijd met de wet gehandeld en zijn zorgplicht verzaakt’, aldus de advocaat.

Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming herkent en erkent het leed dat deze vrouwen en hun kinderen is aangedaan. ‘Dit had niet zo gemoeten’, zei hij eerder daarover. Hij heeft ook een onderzoek gelast naar alle gebeurtenissen rond de afstandsmoeders, maar dat heeft vertraging opgelopen.

Gezien dat lopende onderzoek vindt de landsadvocaat deze rechtszaak niet gepast. De Staat beroept zich juridisch op verjaring. Maar ook inhoudelijk betwist de landsadvocaat de beschuldiging. Volgens haar heeft de Staat, met name de Raad voor de Kinderbescherming, naar eer en geweten gehandeld en zijn er geen bewijzen dat oneigenlijke druk op de moeders is uitgeoefend om hun kind af te staan.

Scheele-Gertsen verhaalt over de schaamte en het schuldgevoel dat ze jarenlang heeft gehad. Pas enkele jaren geleden heeft ze haar kinderen durven te vertellen dat ze een halfbroer hebben. ‘Je was als mens gepasseerd, je hoorde er niet bij’, zei ze geëmotioneerd. ‘Het valt niet mee als je je hele leven een geheim met je meedraagt.’

Volgens de landadvocaat moet ook rekening worden gehouden met die tijd, waarin ongehuwde moeders met de nek werden aangekeken. ‘De samenleving sloot ze uit, niet de Raad voor de Kinderbescherming’, betoogt ze.