Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Advies: Vang afgewezen jonge asielzoekers op tot ze 21 zijn

Nederland moet jonge afgewezen asielzoekers tot hun 21ste opvangen, in plaats van tot hun 18de. Dit moet de jongeren beter voorbereiden op een toekomst buiten Nederland en hen stimuleren om vrijwillig naar hun moederland terug te keren.

Afgewezen asielzoekers in de vluchtkerk te Amsterdam, mei 2013. Afgewezen jonge asielzoekers belanden vaak in de illegaliteit. Door hen drie jaar langer op te vangen denkt het WODC te kunnen voorkomen dat ze spoorloos verdwijnen.Beeld Julius Schrank

Dat adviseren onderzoekers van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in het onderzoek Een onzekere toekomst, dat staatssecretaris Ankie Broekers-Knol vrijdagavond heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.

De opvang van afgewezen jonge asielzoekers ligt maatschappelijk en politiek gevoelig. Van de 8.775 alleenstaande minderjarige vreemdelingen die tussen januari 2014 en eind augustus 2019 asiel aanvroegen in Nederland, werd ruim een kwart afgewezen, concludeerden onderzoekers van het WODC en het Centraal Bureau voor de Statistiek al eerder.

Nederland mag jongeren zonder verblijfsrecht uitzetten als de opvang in hun moederland goed is geregeld. Zo niet, worden ze hier uiterlijk tot hun 18de verjaardag opgevangen en hebben ze recht op op onderwijs en toegang tot de gezondheidszorg. Een deel van deze jongeren verdwijnt rond die tijd in de illegaliteit of begint door Europa te zwerven. 

Toekomst buiten Nederland 

Onderzoekers van het WODC pleiten ervoor deze afgewezen asielzoekers nog drie jaar langer recht op opvang, onderwijs en zorg te geven. Dit moet voorkomen dat ze op hun 18de spoorloos raken en hen beter voorbereiden op een toekomst buiten Nederland. Bijvoorbeeld door de jongeren hier nog een opleiding te laten volgen. Jongeren zijn tussen hun 18de en hun 21ste ook pas in staat om goed over hun toekomst na te denken, redeneren de onderzoekers.

In 2020 kwamen er volgens cijfers van het CBS 985 alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) naar Nederland. Veruit de meesten van hen zijn Syriërs (445), die naar verwachting in Nederland kunnen blijven. Dat geldt echter niet voor de 145 Marokkaanse jongeren, na Syriërs de grootste groep, die hier vorig jaar heen kwam. Nederland beschouwt hun moederland als veilig.

Het lukt Nederland amper om afgewezen asielzoekers vrijwillig naar hun moederland te laten terugkeren. Niemand van de 29 (ex)-amv’s die het WODC voor het onderzoek sprak, gaf aan dit te willen. Ze vertellen onder meer dat de reis naar Nederland te veel tijd en geld heeft gekost, dat ze geen toekomst zien in hun moederland, of geloven dat hun familie ook niet op hen zit te wachten.

‘Er is geen pasklare oplossing voor afgewezen asielzoekers’, zegt universitair docent migratierecht Martijn Stronks (VU Amsterdam) over het WODC-advies. ‘Hoe langer je mensen hier houdt, hoe meer ze hier geworteld zullen raken. Het beleid van de VVD is er juist op gericht om die worteling te voorkomen. Dit advies lijkt me dus niet haalbaar zolang de VVD in het kabinet zit.’

Tijd nuttig besteden 

Maar als het toch niet lukt om hen te laten vertrekken, kun je maar beter zorgen dat ze hun tijd nuttig besteden, vindt Stronks. ‘Met als mogelijk bijkomend voordeel dat er misschien nog een paar voor hun 21ste vertrekken.’

Jonge asielzoekers weten vaak op voorhand of ze wel of geen kans maken om in Nederland te blijven. ‘We weten uit eerder onderzoek naar Syrische, Eritrese en Afghaanse jongeren dat ze redelijk goed geïnformeerd zijn over de situatie in Nederland’, zegt WODC-onderzoeker Işık Kulu-Glasgow. ‘Ze weten ook dat sommigen alsnog een kans kunnen krijgen, nadat ze zijn afgewezen. Bijvoorbeeld door te blijven procederen en als volwassene alsnog een verblijfsstatus te krijgen. Dat geeft hoop.’

Jongeren zijn tot hun 18de nauwelijks ontvankelijk voor toekomstgerichte gesprekken en vooral bezig met het hier en nu, concluderen de onderzoekers. Daardoor slagen ook hun voogden en mentoren er maar moeilijk in om het heikele onderwerp van een afgewezen asielaanvraag en terugkeer naar het land van herkomst te bespreken. ‘Deze mensen hebben dagelijks contact met de jongeren. Daarom vinden ze het vervelend om ‘Als je 18 wordt, kunnen we niks meer voor je doen’ te moeten zeggen’, aldus WODC-onderzoeker Manon van der Meer.

Het WODC-rapport pleit er daarom voor ‘op een kindvriendelijke manier’ en ‘zonder valse verwachtingen’ afgewezen jongeren zo vroeg mogelijk voor te bereiden op een toekomst die buiten Nederland ligt.