Direct naar artikelinhoud
AchtergrondPaul Cliteur

Paul Cliteur gelooft in vrijheid – en kennelijk zo radicaal dat hij niks doet bij haatdragende berichten

Hoogleraar Paul Cliteur mengt zich al sinds de eeuwwisseling in het publieke debat.Beeld Roger Cremers/Lumen

Hoogleraar Paul Cliteur wordt omschreven als ‘verlichtingsfundamentalist’. Heeft dat hem verblind voor de haatdragende berichten in de partij waaraan hij zich heeft verbonden?

en

Een enkele hoogleraar aan de rechtenfaculteit van de Universiteit ­Leiden moest in de af­gelopen jaren weleens denken aan Het verraad van de intellectuelen. Het klassieke werk uit 1927 van de Franse filosoof Julien Benda is een aanklacht tegen haat als verdienmodel, tegen intellectuelen die xenofobie en ­nationalisme aanwakkeren in plaats van ze bestrijden. ‘Dat Thierry Baudet de rechtsstaat, universiteiten en media onder vuur neemt, is tot daar aan toe. Maar intellectuelen als Paul Cliteur horen daar niet achter te staan’, zegt een hoogleraar aan de Leidse rechtenfaculteit.

Precies dat is het verwijt dat collega-hoogleraren de eigenzinnige Cliteur, hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap én tot voor kort fractievoorzitter van Forum voor Democratie in de Eerste Kamer, nu maken, blijkt uit een rondgang van de Volkskrant. Hij zou te weinig afstand nemen van controver­siële uitspraken van de FvD-partijleider.

Al in de zomer van 2019, ruim voordat er antisemitische berichten en uitspraken opdoken van de jongerenafdeling van FvD en van partijleider Baudet, ­spraken collega’s hun zorgen uit bij de koffieautomaat. Een van hen: ‘Toen ik Baudet hoorde zeggen dat er geen on­afhankelijke rechtspraak in Nederland is, terwijl Nederland juist bij de top van de wereld hoort, vond ik dat ongepast. En Cliteur is nota bene een van de gezichten van zijn partij.’

De bestuurscrisis bij FvD heeft ook ­geleid tot een crisissfeer binnen de rechten­faculteit in Leiden. Zestien hoogleraren ondertekenden een open brief tegen ‘antisemitisme, racisme en discriminatie of het normaliseren daarvan’. Rector magnificus Carel Stolker noemde het patroon van antisemitisme rond FvD ‘uiterst zorgelijk’ en vond dat ook Paul Cliteur erdoor geraakt werd.

De univer­siteit kondigde maandag, mede vanwege de ‘grote onrust’, een ­onderzoek aan naar ‘antisemitisme binnen een afdeling van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid’ en verbood betrokkenen om ondertussen met de buitenwereld te spreken.

Wat verwijten collega’s Paul Cliteur? En hoe verhoudt kun kritiek zich tot de ­academische vrijheid waarin alles ­gezegd en gedoceerd moet kunnen ­worden?

Cliteur staat aan de basis van een conservatieve beweging die voor het eerst in 2000 serieus van zich liet horen, toen de Edmund Burke Stichting werd opgericht, vernoemd naar de Ierse denker die ageerde tegen de Franse Revolutie. Oprichters en leden van het eerste uur ­waren Joshua Livestro, Andreas Kinneging, Bart Jan Spruyt, Michiel Visser en Cliteur. Frits Bolkestein was een inspirator op de achtergrond.

Het was tijd voor een ‘conservatieve ­revolutie’, stelden zij vast, tegen de babyboomers, de geest van ’68 en het cultuurrelativisme. Die revolutionaire taal was opmerkelijk; in de geest van Burke zijn conservatieven voor een gematigde vooruitgang. Maar wie strijdt tegen een revolutie die al geslaagd is, zo schreef Cliteur in NRC Handelsblad in 2001, en ‘de waarden van de babyboomers wil ontmaskeren, heeft niets minder dan een ­revolutie nodig.’

Cliteur mengde zich in die jaren vurig in het publieke debat, onder meer in ­Buitenhof en zijn column in Trouw, maar vlak voor de moord op Theo van Gogh trok hij zich terug. De ‘demoniserende kritiek’ van links was te veel, hij voelde zich niet veilig. Ruim tien jaar ­later, na de aanslag op Charlie Hebdo in 2015, meldde hij zich weer als opinie­maker. In 2015 werd hij lijstduwer voor Forum.

Conservatief en liberaal gedachtengoed

Cliteur is al jaren het hoofd van de afdeling encyclopedie van de rechtspraak aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Zijn werkkamer huist op de zolderverdieping van het ­Kamerlingh Onnes Gebouw. Achter een gepantserde deur met toegangscode werkt een aantal hoogleraren, onder wie rechtsfilosofen Cliteur, Kinneging en ­Afshin Ellian, die vanwege zijn islam­kritische teksten zwaar wordt beveiligd.

Dit gezelschap viel in overwegend ­progressieve academische kringen al snel op. Vanwege het conservatieve en ­liberale gedachtengoed dat zij – ondanks verschillen onderling – uitdragen en dankzij geruchtmakende promovendi die op de afdeling tot wasdom zijn ge­komen, is er een beeld ontstaan van het ‘Leidse gangetje’: een afgesloten biotoopje waar academici elkaar zouden aansteken met dezelfde ideeën.

De afdeling wordt soms ‘het klasje van Cliteur’ (Elsevier) genoemd, en door ­critici ‘de boreale broedplaats’ (Henk ­Otten in de Baudet-biografie Mijn ­meningen zijn feiten) of het ‘Leidse radi­caliseringsbolwerk’ (Sander Philipse op Joop.nl). ‘Hou even op!’, twitterde Stolker in reactie op die laatste typering. ‘Met zo’n 85 hoogleraren en ik weet niet hoeveel andere docent-onderzoekers en staf wordt in Leiden nog echt gedebatteerd!’

Stolker doelde op de gehele rechten­faculteit. Op de afdeling van Cliteur zitten een handjevol hoogleraren en zo’n 25 medewerkers. Opvallende promovendi zijn Machteld Zee, die een proefschrift schreef over shariarechtspraak in Engeland, Geerten Waling, Raisa Blommestijn, Eva Vlaardingerbroek, die haar promotie opgaf om de politiek in te gaan, maar onlangs alweer opstapte bij FvD, en Thierry Baudet.

De laatste noemde Cliteur een ‘levenslange vriend en mentor’, en zei in NRC Handelsblad dat hij zonder Cliteur advocaat of bankier was geworden. Op zijn beurt zei Cliteur over Baudet in een interview: ‘Thierry Baudet is een originele ­denker en heeft een hele hoop dingen zelf op de rails gezet die ik echt niet ­gesouffleerd heb, maar ik heb een beetje geholpen, hoop ik dan maar.’

Kinneging attendeerde Baudet op de zomerscholen van de Edmund Burke Stichting, die hij in 2006 bijwoonde, met als thema het ‘verval van het Westen’. Werkelijke verandering zou worden bewerkstelligd door middel van een ideeënstrijd, vandaar de zomerscholen, een idee dat Baudet kopieerde bij ­Forum. Jonge mensen moesten worden klaar­gestoomd met grote denkers en de oude waarden van het goede leven: klassieke muziek, sport, de jacht, wijn proeven.

Als er al een ideologische lijn is te trekken tussen Cliteur, Kinneging, Ellian en Baudet, dan is het dat de westerse  ­beschaving ten onder gaat en wordt ­bedreigd door elementen van binnen (babyboomers, cultuurrelativisme, -marxisme) en van buiten (immigratie, ­islam, de EU). Baudet gaat daar vaak nog net iets verder in, zo zei hij dat het Westen ‘lijdt aan een culturele auto-immuunziekte’ en dat de elite moet worden ‘vervangen’.

Er zit een radicaal element in het werk van Cliteur, zegt politicoloog Merijn ­Oudenampsen, die zich in zijn proefschrift De conservatieve revolte boog over diens werken. ‘Als je serieus gaat stellen dat onze beschaving wordt bedreigd en dat onze instituties ons niet kunnen ­beschermen, dan kunnen bepaalde mensen concluderen dat eigenrichting nodig is, bijvoorbeeld met geweld.’

Verschillen tussen deze denkers zijn er zeker. Zo trekt Kinneging vaak van leer tegen de Verlichting, terwijl Cliteur omschreven wordt als ‘verlichtingsfundamentalist’ en ‘evangelisch atheïst’, hij vindt monotheïstische religies zelfs onverenigbaar met de democratie. Baudet grijpt terug op de Romantiek, waarbij de natie als één lichaam wordt gezien, ­geworteld in een christelijke traditie.

De verschillen zijn onderling zo groot, stellen ingewijden in Leiden, dat het onterecht is dat de medewerkers van deze afdeling op één hoop worden gegooid en verdacht gemaakt. Lastig is daarbij dat verdenkingen van antisemitisme vermengd dreigen te raken met de discussie over wellicht radicale denkbeelden. Van antisemitisme zou in elk geval geen sprake zijn.

‘Als Cliteur antisemitisch was, had ik hem een schop onder zijn kont gegeven, maar dat is hij niet’, zegt Ellian. De focus van het onderzoek van de universiteit vindt hij verkeerd. ‘De vraag is niet of ­Cliteur antisemitisch is, maar of hij na­latig is geweest bij berichten over anti­semitisme binnen Forum.’

Dat de universiteit spreekt over een onderzoek naar een specifieke afdeling vindt hij ‘een verkeerde woordkeuze’, waardoor er ‘spookverhalen’ ontstaan over een hele afdeling. Ellian: ‘Kijk naar de feiten. Naar mijn weten is er maar één actief lid van FvD op de hele rechtenfaculteit. Er lopen ook GroenLinksers en CDA’ers rond.’

‘De buitenwereld ziet die club wellicht als een eenheid, maar het tegendeel is het geval’, zegt Rick Lawson, professor Europees recht, die de open brief ook ondertekende. ‘Er zijn allerlei collega’s die onderling enorm van elkaar verschillen. Kenners van Hegel en Kant, menigeen verbijt zich al jaren over de opleving van vreemdelingenhaat en intolerantie.’

Gebrek aan pluriformiteit

Kritiek op het gangetje zien de ­bewoners ervan vooral als een gevolg van het progressieve klimaat op universiteiten en de intolerantie voor afwijkende meningen. ‘Linkse circuits benoemen ­elkaar’, zei Kinneging in 2006 in NRC ­Handelsblad. ‘Er is een groot gebrek aan pluriformiteit. Hier zijn eindelijk eens een paar mensen aangenomen met andere opvattingen. Het is dan een gotspe om te zeggen ‘is het niet een beetje veel’.’

De kritiek gaat er niet om of Cliteur en zijn afdeling ‘gewoon rechts’ kunnen zijn, zegt Oudenampsen. ‘Als ze zo rechts-conservatief zouden zijn als sommige academici linksig zijn, zou dat geen probleem zijn. Er zouden wat mensen over klagen, meer niet. Het gaat vooral om de mogelijkheden die in hun werk besloten liggen tot radicale daden, de intolerantie richting bepaalde minderheden.’

Voor antisemitisme is in het werk van Cliteur geen bewijs te vinden, zegt ­Oudenampsen. ‘Maar zijn theorie over cultuurmarxisme heeft een sterke ­parallel met antisemitisch denken uit de ­jaren twintig en dertig. Ik zou zeggen dat de stap naar antisemitisme klein is als je zo in vijanden denkt die een ­cultuur van binnenuit bedreigen.’

Het open debat en academische vrijheid zijn de waarden die Cliteur het allerhoogst heeft zitten. In de geest van Voltaire – ‘Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen’ – distantieert hij zich bijna nooit van verwerpelijke opvattingen, ook niet als die onder medestanders opduiken. Op GeenStijl noemde de Leidse promovendus Machteld Allan Cliteur ‘soms zo liberaal dat het bijna nihilistisch wordt’.

Het is een van de redenen waarom Cliteur niet thuis geeft als collega’s zich vanaf het voorjaar bij hem melden met zorgen over extreme uitspraken van Baudet, blijkt uit een reconstructie van de Volkskrant. Een universitair docent die eerder bij Cliteur promoveerde is de eerste die naar de hoogleraar stapt. Hij uit zijn zorgen over nazistische symboliek in Baudets teksten. Cliteur vindt de interpretatie vergezocht. De docent zou hem gevraagd hebben een onderzoek te beginnen. ­Cliteur vindt dat hij, als prominent lid van FvD, niet de aangewezen persoon is.

Daarna bereiken Cliteur nieuwe zorgen over uitspraken die Baudet in de privésfeer doet. De hoogleraar, die navraag doet bij een ontkennende Baudet, vindt dat het niet aan hem is om ermee naar buiten te treden. Hij wil de privacy van betrokkenen niet schaden en kan de uitspraken niet verifiëren. Als daarna ook twee anderen zich bij hem melden, volgt in de zomer een gesprek met universitair docent Bas van Bommel, een oude vriend van Baudet. Cliteur en Van Bommel praten een uur in een ­restaurant in Amstelveen.

Van Bommel vertelt over schokkende antisemitische uitspraken die Baudet tijdens dinertjes heeft gedaan. Zo sprak Baudet, zoals GeenStijl citeerde, over Europa als een ‘blanke beschaving’ waarin Joden een ‘parasitaire cultuur’ vormen, die nog steeds op belangrijke posities macht en invloed uitoefenen. Over de Holocaust zei hij: ‘Áls het allemaal echt gebeurd is.’

Cliteur vraagt opnieuw na bij Baudet, die wederom ontkent, en koppelt dat ­terug aan Van Bommel. Die vindt dat de hoogleraar het niet serieus aanpakt. ­Cliteur wil niet interveniëren in zaken die hem niet aangaan en waarvan hij twijfelt of ze juist zijn. Net als tegen de docent zou hij tegen Van Bommel hebben gezegd dat het zijn eigen verantwoordelijkheid is om met de zorgen naar buiten te ­treden.

Van Bommel en Cliteur willen beiden niet op het gesprek reageren. Cliteur laat weten dat hij een ‘spreekverbod’ heeft zolang het onderzoek van de ­universiteit gaande is.

Eind november lekken voor de tweede keer antisemitische berichten uit appgroepen van JFvD uit. Een paar dagen later verschijnt ook een verslag van een FvD-bijeenkomst waarbij ­Baudet zegt: ‘Bijna iedereen die ik ken, is antisemiet.’

Cliteur zegt in reactie daarop in Trouw dat hij solidair is met Baudet ‘en zijn ­ideologische lijn’. Later voegt hij daar zelf op de site van De Dagelijkse Standaard aan toe: ‘Vanzelfsprekend onderschrijf ik niet de kwalijke berichten die opduiken in appgroepen van jongeren of die sommigen menen te hebben gehoord van Baudet in private situaties.’

Voor verschillende medewerkers van de rechtenfaculteit is dan de maat al vol. Twee van hen stellen een open brief op waarin ze schrijven dat ‘eens te meer zichtbaar is geworden dat antisemitisme, vreemdelingenhaat, antidemocratische en antirechtsstatelijke opvattingen in bepaalde kringen volstrekt normaal of op zijn minst acceptabel lijken te zijn’, en mailen die naar collega’s.

Ook Cliteur krijgt de oproep in zijn mailbox. Als een van de eersten vult hij het reactieformulier in om zijn steun uit te spreken. Maar die steunbetuiging wordt nooit openbaar. Het is andermaal een bevestiging van de status aparte van de Leidse hoogleraar.

Paul Cliteur en Andreas Kinneging onderhouden nauwe banden met De Blauwe Tijger, de conservatieve uitgeverij en het mediabedrijf van Tom Zwitser. Cliteur heeft een boek bij De Blauwe Tijger uitgegeven, gaf blurbs voor boeken van anderen en heeft interviews voor het YouTube-kanaal afgenomen. Kinneging hield een jaar geleden een speech bij de opening van Blue Tiger Studio. ‘Onze Macher’, noemde hij Zwitser. In het recente dreigingsbeeld van NCTV wordt De Blauwe Tijger expliciet genoemd als een factor in de ‘verharding’ van de samenleving: ‘Zo doneert de ultraconservatieve uitgeverij De Blauwe Tijger, een doorgeefluik van anti-overheidspropaganda, nepnieuws en complottheorieën, geld aan een boerenactiegroep.’

MEER OVER DE CRISIS IN FVD

Is Paul Cliteur, de mentor die Baudet altijd beschermde, nog wel te handhaven als hoogleraar? Medewerkers van zijn eigen Leidse universiteit vragen het zich af.

Forum voor Democratie ligt in puin. Wat ging er schuil achter de implosie van Thierry Baudets bolwerk? ‘Niemand kan hem temmen.’

Ze overwogen serieus om op Forum voor Democratie te stemmen bij de komende verkiezingen, maar nu weten deze kiezers het niet meer. ‘Dit lijkt precies op de LPF.’

Wie niet om de crisis binnen Forum treurt, is Henk Otten. Hij probeert oude FvD-bekenden naar zijn nieuwe partij te lokken - of zelfs een rentree te maken bij Forum zelf.

‘Er kon nooit een misverstand zijn over wat Baudet deed, over wat Forum is.’ Kustaw Bessems kijkt met verwondering naar de ontwikkelingen in FvD.